nog niet

We zijn nog altijd niet to in Folembray geraakt –dat belooft voor maandag. Wel weer tot vlak voor Cambrai, langs een gans andere route deze keer, die me tot bij een of andere militaire basis bracht.

Spectaculair: (te) weinig meters boven het verkeer was er een va-et-vient van straaljagers. Spooky! Ik was blij dat ik mijn oordoppen inhad. En net op die plaats begon het overigens te miezelen –misschien dat de regen gemakkelijker valt juist door de geluidsgolven van de mirages (’t is maar een gok hé: ik ben lang geen weerdeskundige, noch een plane spotter)?

Ook al geen baantje voor laagvliegers BTW: ik heb minstens drie wagens langs de kant zien staan, vergezeld van een blauwe wagen van de gendarmerie (inclusief discoverlichting). En in een van de kleine dorpjes waar ik door reed, plukten ze, schijnbaar at random, een aantal voertuigen uit het verkeer voor controle. (Ik ben eigenlijk nogal overtuigd van die at random: ik ben er twee keer gepasseerd, en ze hebben mij niet gestopt: wel wreed aangegaapt. *grin*)

En ik moet opletten wat betreft die controle: hoewel ik reeds verzekerd ben, beschik ik nog niet over mijn papieren: Triumph France was tot voor kort ook de vestiging voor de Benelux. Begin dit jaar, is er een nieuwe (?) zetel geopend in Nederland, en alles van de Benelux wordt nu van daaruit gecoördineerd. En vanaf 20 juli komen de papieren ook van daar, en voorlopig is dat nog een beetje zoeken. (Ik rij wel rond met mijn aankoopfactuur en een fax van Triumph waarin dat alles wordt uitgelegd, maar bon, het is niet wreed proper. Langs de andere kant: ge wordt ook niet elke dag op uw papierwinkel gecontrolleerd.)

En als het weer zo deftig blijft ga ik straks nog wat bochtjes en (nood)stops oefenen, en misschien zak ik dan nog wel eens af naar ofwel Nederland, ofwel Cap Gris Nez (of zoiets).

749

Neen, ik ben niet nog eens van motor gewisseld; 749 is het aantal kilometers op de teller sinds gisterenavond.

Een gelijkaardig scenario als de vorige keer: rond de middag vertrokken, deze keer richting Lille, met de bedoeling tot in Folembray te geraken. Volgende maandag volg ik daar weer een RECE opleiding (deze keer georganiseerd door M&T Aktief en een aantal Triumph dealers), en ik wou wel eens de weg verkennen. (Kwestie van niet nodeloos een paar keer de ring rond Lille te nemen, zoals vorig jaar op weg naar Croix.)

Ook dit keer ben ik er niet geraakt, al zat ik er waarschijnlijk niet ver af. Ik ben tot ergens onder Cambrai geraakt, en dat ligt er nog een 80 km van. Mijn plannetje was ik echter thuis vergeten, dus ik was een beetje blind aan het rondrijden. Ik wist dat het in de richting van Reims lag, maar had geen zin om door de péage te rijden.

Even een spannend moment voorbij Cambrai, toen, net een benzinestation voorbij, het lichtje van de benzine begon te branden. En Frankrijk is niet meteen dik bezaaid met stations d’essence (prochaine station à 35 km). Eraf in de buurt van Caudry, waar mij een 24/24 open station van e.leclerc werd beloofd (het was zondag). Daar aangekomen, blijkt de geldmachine noch mijn (maestro)bankkaarten, noch mijn visa te aanvaarden. Godver. Gelukkig de 35 km (die er ondertussen –inclusief de speurtocht naar e.leclerc– wel minstens 40-45 waren geworden) kunnen overbruggen naar het bemande station op de autsnelweg.

Daarna de richting Valenciennes gekozen (en niet Lille –geen richting Reims te bespeuren), maar dat bleek niet de goede keuze: opnieuw naar boven, maar oostelijker dan Lille. In de buurt van Valenciennes stonden richtingaanwijzers voor Brussel (107 km), en vermits het toen al tegen vieren aanliep, ben ik dan maar die richting uitgereden.

Nog even een toertje rond Brussel (bewust oost ipv west genomen), eraf in Merelbeke, naar de R4 (héle leuke bocht!), en naar de schoonouders (Mariakerke), op tijd voor het avondeten (en belangrijker: flink wat cola light).

De ganse dag geen spatje regen gehad, maar hier in België ben ik tussen twee buien door van Mariakerke naar huis moeten snellen –en ik heb het nog nipt gehaald ook.

Morgen naar BCM om de olie te laten verversen, en dan zien dat ik tegen maandag nog 800km afgelegd heb (haalbaar), zodat ik hem tijdens het vrij rijden volledig mag open gooien (yeah, right, in tweede of derde misschien).

zone 30

Wat ik mij afvroeg, toen ik vanmiddag met 30 per uur door de Voskenslaan zoefde en op mijn 149pk masjien door een mobilette werd voorbijgestoken: die maximum 30 per uur in de zone 30, geldt dat ook voor mobilettes en fietsen? En trams en bussen?

’t Lijkt misschien een dwaze vraag, maar ik sta er nog steeds versteld van dat bijvoorbeeld een tram niet dezelfde voorrang moet geven aan een voetganger op een oversteekplaats (de zebrapaden) als een wagen. Getuige daarvan de twee incidenten met dodelijke afloop hier in de straat (enkel al tijdens de periode waarin wij hier wonen; 5-6 jaar).

Kijk uit je doppen, de tram kan niet zomaar stoppen. De onbeschaamdheid. Stel u voor dat ook maar 1 enkele automobilist dezelfde slogan als bumpersticker zou gebruiken. De voetgangersbond, de fietsersbond, de bond van grote en jonge gezinnen, zelfs de boerinnenbond: allemaal zouden ze de straat opkomen. Maar van het Openbaar Vervoer wordt zulks wel getollereerd.

Wat zegt u? Dat een tram wel degelijk niet zomaar kan stoppen? Nonsens. De tram kan niet zomaar uitwijken –gezien hij op rails rijdt. Maar stoppen? Dan moet die tram maar trager rijden. Of betere remblokken laten steken. Of snelheid minderen bij een oversteekplaats –hey, aan automobilist moet dat ook doen (al durf ik niet te beweren dat ze dat allemaal doen). Maar zomaar immuniteit opeisen? Enkel James Bond heeft recht op een license to kill.

crypt

Wonderen verrichten we direct, het onmogelijke duurt iets langer. Dat was een spreuk die lang populair was bij de zelfstandigen in de jaren ’70 (en nadien ook bij de ambtenarij, al leek het daar –in de ogen van veel mensen– een ietwat cynischer tijding).

Edoch, het onmogelijke is geschied: ik heb zonet de laatste pagina, het laatste woord van Cryptonomicon gelezen. Ik was eraan begonnen, vorig jaar, tijdens de Chicago-reis (voor het werk), maar ik heb er me nooit eens echt kunnen aan zetten. En wat voor eens schitterend boek. (En wat ik vermeende ontcijferd te hebben op pagina 506 is uitgekomen.)
Ik kan niet wachten om aan Quicksilver en daarna The Confusion te beginnen. Al zal er eerst weer wat pulp fiction tussen verzeild raken. (Ook dit sentiment is mij niet vreemd.)

dagje zee

Toegegeven, het was waarschijnlijk niet de beste dag om aan zee door te brengen. Gisteren was echter de dag waarop Henri (en oma) van de zee terug kwamen, dus hadden we al een tijdje het briljante idee gehad hen af te halen. Met de trein. (Want dat is nog altijd een beetje reizen.)

Het regende in Gent, maar het waaide alleen maar in Oostende. Niet eens een springtij waardig, maar de wind was fors genoeg om drommen mensen op de pier te lokken. Onszelf incluis, want zowel Tessa als ik hebben nog steeds goede herinneringen aan het springtij van zo’n 14 jaar geleden. En ik die er nog aan had getwijfeld of ik wel mijn fototoestel zou meebrengen.

Een juffrouw in een fluo blauw trainingspakje probeerde ijverig bij elke foto die ik maakte mee in beeld te zijn. Niet omdat ze per se op mijn geheugenkaart wou vereeuwigd worden, of omdat ze met mij of mijn camera wou flirten –er dreven twee kinderen een een zwaar getatoeerde man in haar zog– maar wel omdat ze eerst links, dan weer rechts, of nee, daar helemaal aan het einde eerste dat kleine zeilschip, dan de grote overzetboot, en daar die ‘school’ lesbootjes wel heel schattig op de woeste baren zag dobberen. (Uiteindelijk heb ik ze dan maar haar zin gegeven, en op minstens één van mijn foto’s haar kleur geïncludeerd.)

fluo blauw

Na het middageten voelden we ons moreel verplicht –toe papa, toe-oe-oe– om met go-cart (of hoe noem je zo’n trapfiets-op-vier-wielen) de dijk vanaf de pier totaan de thermen onveilig te maken. Een fiets voor vier, met slechts twee paar trappers, waardoor eerst Tessa en ikzelf, dan mijn moeder en ikzelf (de constante reeds ontdekt?) het beste van zichzelf konden geven. Lance zou trots geweest zijn. En de troostprijs, aan het einde van een half uur geploeter door wind, heuvels en een mensenmassa, was een lolly. Zeg nu zelf.

Met het openbaar vervoer zijt gij gekomen, met het openbaar vervoer zult gij wederkeren. De trein vanzelfsprekend, maar natuurlijk ook een stukje kusttram. Waarop weer tekenen van ouderdom op duidelijke wijze werden geïllustreerd. Punk is not dead, zo bleek, maar beleefdheid en common sense des te meer. Het blijkt niet langer modieus om eerst de mensen te laten afstappen alvorens zelf op stappen. Niet onmiddelijk een teken van verouderde principes, maar eerder een blijk van niet genoeg het openbaar vervoer tijdens spitsuren te gebruiken. En al evenemin een fenomeen eigen aan de Kooningin der Badsteeden.

Toe we in Gent van de trein stapten hoorde ik nog een man –in het Frans– zijn zoontje dwindend toespreken —Non, Eduard, on laisse d’abord les gens descendre. Un peu de patience s’il te plaît.— en ik heb niet nagelaten een zeer appreciërende blik zijn richting uit te sturen.

what the f*

Welgeteld 3 (drie !) mensen kennen mijn google e-mail adres. Ik heb het nog nergens ingegeven, en alle mail die erop toekomt, wordt ofwel door mijzelf, ofwel via een automatische forward naar het gmail adres gestuurd.

Krijg ik nu toch geen e-mail van Mariam Abacha (aka mariam99@di-ve.com –laat ze die twee adressen maar eens spam-harvesten) met als subject Urgent Assistance zeker (en neen, het was niet via die forward).

En google plaatst er natuurlijk sponsored links bij: Properties In Nigeria; Nigerian Properties; NigerianStore.

Grmmbl.

de moeite niet

Door het kl…weer niet meer aan motorrijden toegeraakt, maar gisteren en vandaag mijzelf vooral Ikea-waarts begeven. Nog even getwijfeld tussen Ternat en Zaventem (ik moest toch in de buurt zijn), maar het is uiteindelijk Ternat geworden.

Ugh. Zo kalm als het de vorige keer was, zo druk was het nu. Enfin, ik kon gelukkig recht op het doel af, vier Billy-kasten gekocht, met (6) CD-inzetstukken, onmiddellijk tot de constatatie gekomen dat die niet in de wagen kunnen, en dan maar de ganse zwik laten afleveren.

Vandaag teruggekeerd, 6 extra CD inzetstukken en wat extra schappen gaan kopen, eh voila, de CD-collectie kan er bijna volledig in (op de filmmuziek na).

(Om al vooruit te lopen op uw vraag: tsja, wat wilt ge, ’t is vakantie: weinig tijd on-line, veel tijd voor saaie jobkes –ik kom er zelfs met moeite toe om de krant te lezen.)

333

333 km verder: ik heb gisteren precies de beste dag van de week uitgekozen: het regent vandaag pijpestelen, en –zelfs volgens het KMI– beperken de buien zich niet langer tot de regio van het Gentse. No problem, voor vandaag waren er toch andere plannen.

Gisteren heb ik eigenlijk maar de helft van mijn geplande traject kunnen afwerken. De bedoeling was eigenlijk om tot aan Folembray (FR) te rijden, maar er was gewoon geen tijd genoeg voor.

De eerste etappe (vertrokken rond 11u30) was Gent-Knokke, langs binnen door, via de expressweg: Mariakerke, Maldegem, etc. Vroeger (een tiental jaar geleden), heb ik die weg herhaaldelijke keren afgelegd tijdens de zomer, en veel is er op het traject niet veranderd. De snelheidslimieten waren perfect, want de eerste 160km mag je –tijdens het roderen van de motor– toch niet boven de 3.500 toeren uitkomen. In zesde is dat net genoeg om iets boven de 90 km/u (pakweg 95-99) te geraken. (Net snel genoeg zodat de vrachtwagens je niet voorbijsteken op de expressweg.)

Van Knokke ging het dan –veelal langs de bedding van de kusttram– naar Oostende, waar mijn moeder, samen met Henri, die ochtend neergestreken waren. Totale verrassing, want ik had niet vermeld dat ik eens zou langskomen (ze wisten zelfs niet dat ik de nieuwe motor al had). Rond 14-14:30 daar weer aangezet richting De Panne, even Plopsaland (Adinkerke) voorbij, dan was ik plots de grens over. Ondertussen liep het tegen vieren aan, en kwam ik tot het besef dat Folembray absoluut niet haalbaar zou zijn. Dan maar gekeerd, terug naar De Panne, om daar de autosnelweg op te rijden.

Ik had ook al sneller de autsnelweg kunnen nemen, maar (1) ik zat dan nog net niet aan de 160km en (2) hoe meer omwegen, hoe meer kilometers, hoe sneller gerodeerd, dus dat kwam goed uit. De bedoeling was om vlak voor de autostrade nog een terrasje mee te pikken, maar as luck would have it ben ik niks meer tegengekomen.

Tegen die tijd begon ik goed uitgeput te raken: de zithouding is veel sportiever dan op de Sprint, wat duidelijk merkbaar was in de polsen en de schouders. Om de polsen te ontlasten zat ik met de benen goed tegen de tank geknepen, om mij, met been- en buikspieren, rechter te houden. (De kuip zit wat dat betreft stukken beter dan de Sprint: waar bij de Sprint mijn knieën door de kuip naar buiten werden gedrukt, passen ze er bij de Daytona perfect in.)

En ook wat snelheid verricht wonderen: ondertussen was ik 160km (goed) voorbij, en mochten de toeren verhoog worden tot 5.000 (nog altijd iets minder dan de helft van het beschikbare toerental). Maximumsnelheid: 138km/u now we’re talking. Bij autosnelwegsnelheden is de druk op de polsen zo goed als weg –een ik kan niet genoeg zeggen wat voor een verlichting dat is: deze motor is wel degelijk gemaakt voor snelheid.

Al kon ik die snelheid eventjes niet profiteren: ik zat nog niet goed en wel op de snelweg, of ik zag langs de kant een motor (een Moto Guzzi –al doet dit niks terzake, behalve dan dat die dingen er ook wel goed uitzien) bij een praatpaal. Eventjes in de ankers, en gevraagd –als motards onder elkaar– of ik kon helpen (zeer twijfelachtig, mijn technische kennis is uiterst beperkt). Het bleek een koppel Nieuwzeelanders, die ’s ochtends in London waren vertrokken, en –op doorreis naar de Oostbloklanden– dezelfde avond nog in Amsterdam wouden geraken. Als ze tenminste nog ergens bezine konden vinden. De praatpaal had hen verteld dat het dichtsbijzijnde tankstation zo’n 8 km verderop was. Helaas hadden noch zij, noch ik een darm mee om benzine over te hevelen uit mijn tank, maar ze waren lid van een of andere servicegroep, en die gingen iemand sturen (met benzine).

Ondertussen had ik even kunnen uitrusten, en ging de toch verder –langs de autosnelweg– naar Gent. Waar mijn benzinelampje ging branden, en dus ben ik nog even tot Wetteren doorgestoten om te tanken, en dan nog maar eens wat verder tot Aalst, och nee, Affligem, bwah, Ternat dan maar. Rechtsomkeren, de mooie bocht aan de afrit van Gent meegepikt, en huiswaarts. Aankomst: rond 18:00.

Heerlijke dag. (En daarna zijn we nog gaan eten naar de Bric & Brac –als de kat (i.c. Henri) van huis is…)

fietsen op de heide

Gisterenavond –tussen de soep en de patatten (bijan letterlijk)– de nieuwe motor gaan afhalen.

De zwarte versie had ik enkel nog maar op papier gezien, en van de gele enkel nog maar de versie van vorig jaar in ’t echt. De verrassing was dan ook compleet.

Welk een prachtig masjien (hier hoort Van Ostaijen spelling bij). Een compact, slank, duiveltje in een doosje. De black/black special edition, waarbij de velgen ook zwart zijn, en er rijkelijk carbon werd uitgedeeld. De Daytona is (voelt) véél lichter dan de Sprint ST (mede geholpen daar dat carbon, en het ontbreken van een middenbok), en stuurt ook navenant (al heb ik nog maar goed 30km mee afgelegd).

Het plan was hem vandaag al een goed stuk te gaan inrijden, en nu regent het toch wel niet godverdomme. (Straks zal het wel opklaren –nu nog te weten komen of ik best naar het oosten dan wel naar het westen zou rijden…)

Wordt vervolgd.

[update] ROFL: het KMI is zeer grappig: Er wordt een enkele bui waargenomen ten noordoosten van Gent; elders is het droog.. Ook voor de rest ziet het er zeer goed uit: Voorspellingen voor de volgende uren: Het blijft vrij mooi en overwegend droog; enkele zeer plaatselijke buien zijn mogelijk.. Don’t wait up for me.