[IF2004] schoon, proper, mooi

Het is mooi geweest: 24 films in 10 dagen (maximaal 4 films per dag); tijd om het kaf van het koren te scheiden. Het was lang geleden dat ik nog eens zo veel naar de cinema na elkaar was geweest, heck het was lang geleden dat ik nog eens naar de cinema was geweest.

Ik heb er een paar gemist, die wel op mijn verlangenlijstje stonden, maar die ik wegens omstandigheden toch niet kon zien (overlappen met een andere film, geen plaats meer, etc). Soit, ik hoop ze toch nog in de cinema te gaan bekijken: 10 Rillington Place, Captive, L’intrus, La finestra del fronte, Machuca, Nobody Knows en November (en ik vergeet er zeker nog een paar).

Was het nu écht de moeite waard? 11 van de 24 waren goede films, of andersom: 8 van de 24 waren de pellicule waarop ze geprint werden niet waard. Als overzicht:

De onmisbaren (zou ik niet alleen onmiddellijk terug gaan zien, maar overweeg ik ook op DVD te kopen)

OK

Voordeel van de twijfel (maar zou ik niet meer opnieuw gaan zien):

Ronduit slecht

…en nu laat ik u met rust (wat het filmfestival betreft).

[IF2004] prijzen

Het filmfestival is voorbij, en volgens het artikel op DS ben ik erin geslaagd geen enkele film te zien, die (gisteren) in de prijzen is gevallen. Niet dat daar enige conclusie aan hoeft verbonden te worden.

De Japanse film Nobody knows is zaterdagavond op het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen Gent bekroond als beste film. […] Er werden nog drie andere prijzen uitgereikt: De Afghaan Atiq Rahini werd uitgeroepen tot beste regisseur voor Earth and ashes, het beste scenario was dat van The Syrian bride en de prijs voor beste muziek ging naar Machuca. De Canvasprijs is voor Le (sic) fenestra di fronte. Fnac-publieksprijs wordt pas over enkele dagen bekendgemaakt.

Zowel Nobody knows (Dare mo shiranai) als La fenestra di fronte stonden op mijn lijstje, en ik ben blij te lezen dat Nobody knows in november nog uitkomt; van La fenestra di fronte plakte de affiche reeds in het vakje ‘binnenkort’ bij de Skoop. In elk geval heb ik de smaak terug te pakken gekregen.

[IF2004] calvaire

Calvaire wordt voorgesteld als de ophefmakende film waar bij de vertoning in Cannes, de helft van het publiek de zaal verliet voor het einde. De laatste keer dat ik dat gehoord had, was voor Greenaways The Baby of Mâcon, wegens de verkrachtingsscène (waar overigens niks van te zien was).

Hier is het van hetzelfde laken een broek: een man wordt anaal ‘gepakt’, in een situatie best vergelijkbaar met die uit John Boormans Deliverance. Er komen nog twee brute scènes in voor, maar eigenlijk niks wat de verwachtingen van het epitheton ‘horror’ doet inlossen.

Calvaire is een veeleer realistisch aandoende prent (en dan denken we eerder aan thriller ipv horror). Mooi gemaakt, maar met een wel heel abrupt einde (en een lange aanloop voor het verhaal eigenlijk begint), zodat je toch een beetje op je honger blijft zitten.

Niet slecht, maar overgehyped.

Het verhaal:

Toen dit griezelige en excentrieke debuut van Fabrice du Welz werd vertoond op de Semaine de la Critique in Cannes werd het heel uiteenlopend onthaald. Sommige toeschouwers liepen walgend de zaal uit, maar de griezelfanaten waren wild enthousiast. �Calvaire� vertelt het verhaal van Marc Stevens, een amateur-cabaretier, die optreedt tijdens trouwfeesten en in bejaardentehuizen. Hij is op kerstdag op weg naar zijn volgende optreden als hij autopech krijgt in een afgelegen veld. Hij moet de nacht doorbrengen in het vervallen hotelletje van Paul Bartel. [bron]

[IF2004] Genesis

Genesis is de opvolger van Microcosmos. Ik wou de film per se op het festival zien, omdat ik mezelf er anders toch nooit zo toe brengen hem te bekijken. En dat had ik beter niet gedaan.

Zoals de spraakwaterval op de zitplaats achter mij het uitdrukte: Ik vond Microcosmos toch veel beter. Zonder al dat filosofisch gezwets. En ik kan haar alleen maar bijtreden –tenminste wat dat filosofisch gezwets betreft: ik heb microcosmos (nog steeds) niet gezien. Genesis bestaat uit een flauw verhaaltje over het ontstaan van het heelal en het leven op aarde, vaak zó algemeen dat het incorrect is, voorzien van (veelal) weinig interessante beelden.

National Geographic Channel is veel interessanter en bevat veel mooiere beelden dan wat in deze ‘documentaire’ te zien was. Schooltelevisie van de onderste plank, bovendien gefilmd in een standaard aspect ratio (4:3-achtig, zoals een tv) ipv het panoramische widescreen formaat. Redelijk belabberd voor een visuele documentaire.

Flauwe, flauwe film.

[IF2004] Day and night

Day and night (Dag och natt) is de derde film van Deense regisseur Simon Staho.

Thomas, een 40-jarige gescheiden architect, is het leven beu en wil eruit stappen. Hij heeft 12 uur om afscheid te nemen van de mensen die hem het dierbaarst zijn en ontmoet ze allemaal in of rond zijn auto. […] Ondanks het feit dat het publiek van bij het begin weet hoe de film zal eindigen, slaagt de jonge Staho erin om er een heel sterk en donker drama van te maken. Het is het tragische verhaal van een man die zichzelf – en wat hij geworden is – haat, en die ten slotte maar ��n uitweg ziet. Een heel aangrijpende film. [bron]

(En ik heb daar eigenlijk niks aan toe te voegen.)

[IF2004] Killed by lightning

Killed by lightning (Ubitye molniey) is geen film, het is kunst. 95% van het publiek heeft dan ook van die premisse gretig gebruik gemaakt, om tijdens de vertoning wat slaap in te halen.

Er worden filmtechnieken gehanteerd die zeer belangrijk en doorbrekend waren in de vroege filmgeschiedenis (een toegevoegde historische waarde?). Er was ook veel gepiep en gekraak, en er waren Naakte Mensen, en trage scènes en Gekken. En ik heb er geen zak van begrepen, dus het moet wel goed geweest zijn. Toch?

Hoe ben ik toch bij deze film terecht geraakt? Ik lees even de beschrijving opnieuw:

Een Russische SF-film, met als onwaarschijnlijke inspiratiebron het bekende verhaal van Edgar Allan Poe’s, “The Murders in the Rue Morgue”, waarin een aap verantwoordelijk is voor een wrede moord. Een vrouw is bezig met een antropologisch onderzoek naar de eerste stappen in de evolutie van aap naar mens. Het verhaal van de film ontvouwt zich voornamelijk in haar onderbewustzijn. Prehistorische spookbeelden uit haar onderzoek en herinneringen aan de traumatische dood van haar vader – die overleed toen ze nog een klein meisje was – komen samen en vormen een erg onverwachte theorie over de evolutie van de mens. [bron]

Waarschijnlijk was ik door Poe aangetrokken, of verwachtte ik mij aan iets vergelijkbaars met Hitchcocks Spellbound, ik weet het niet meer. In de beschrijving staat ook nog:

Yufit blijft volharden in het maken van ongemakkelijke films. Zeker gezien de moeizame situatie van de Russische filmindustrie mag dit bewonderenswaardig worden genoemd. Hij rekent zichzelf tot de stroming van het necro-realisme – en is ook meteen de enige filmmaker van die stroming. [bron]

Necro-realisme? Laat ik maar weer even in lachen uitbarsten, net zoals het publiek gisterenavond overigens, op het einde van de film.

[IF2004] Maria full of grace

Ook hier kunnen we weer kort zijn: Maria Full of Grace (u mag de Grace naar believen vervangen), overstijgt niet het niveau van een doordeweekse weekendfilm (contradictio in terminis, I know).

Allez, wat nietstoedoende context. De film werd ingeleid door wereldwonder Nic(k?) Balthazar, die fungeerde als reclameman voor Fortis (ik heb hem wel zevendertig keer Mine, powered by Fortis horen zeggen). Ze hadden de Capitole duidelijk vol gekregen door langs alle mogelijke kanalen in de media vrijkaarten te verspreiden (ik heb gehoord dat er zelfs een paar mensen in de zaal zitten die voor hun kaartje hebben betaald). De inleiding ging even de mist in toen Balthazar het had over Bogota, waar wij allemaal onze geesteverruimende spullen gaan halen, in een poging het jeugdige publiek op zijn hand te krijgen. Ik heb geen probleem met die grappen, maar het is misschien toch een beetje misplaatst als inleiding op een film die net de uitbuitingen van de drugsbarons een beetje aan de kaak probeert te stellen. En laat ons misschien ook nog even een verschil behouden tussn soft- en harddrugs. Genoeg gepreek.

De film wordt in de dagkrant opgevoerd als gaat het om een thriller van niveau: Hun houding verandert vanaf het ogenblik dat de drugcapsules moeten worden ingeslikt. Eenmaal op het vliegtuig ontdekt Maria dat ze niet alleen is… Los van het feit dat de houding pas verandert als de capsules ingeslikt zijn, en dat die houding eigenlijk nog niet zo slecht is (‘als de capsules niet aankomen, zullen we boos zijn’) in tegenstelling tot de houding van drugsboys in de USA, wist Maria al op voorhand dat ze niet alleen ging zijn. Maar bon (ik kan ook nog langere zinnen maken).

De film is te gelikt, te mooi. Alles wordt pittoresk voorgesteld, speels, zonder inhoud of uitdieping van de karakters. Wat bezielde dat deel van het publiek toch om aan het einde van de film in applaus lost te barsten?

[IF2004] Code 46

Naar aanleiding van 9 songs (zie hier) heb ik ook die andere film (Code 46) van Michael Winterbottom aan mijn lijstje toegevoegd, en ik heb er geen spijt van gehad. (Waardoor ik ondertussen ook benieuwd ben geworden naar bijvoorbeeld 24 hour party people en Butterfly Kiss).

Zelfs al had ik een hekel aan het soort mengtaaltje dat waarschijnlijk voor een futuristische versie van Esperanto moet doorgaan (ik heb minstens –naast Engels– ook Frans, Italiaans, Spaans, en een verder onbekende Oosterse taal herkend).
Zelfs al speelt Tim Robbins de hoofdrol, en probeer ik die mens te vermijden sinds The Player (maar ik raak er meer en meer van overtuigd dat mijn rub eerder bij Altman te situeren is dan bij Robbins).

Code 46 speelt zich af in de toekomst, maar een toekomst die niet nodeloos technisch-futuristisch werd voorgesteld. Auto’s, wegen, huizen, alles blijft zeer plausibel, met een nadruk op verhoogde veiligheid en het belang van verzekeringen. (Want de verzekeringssector is de toekomst, vertelde een goede vriend die een niet geheel onsuccesvolle carrière in de desbetreffende branche aan het uitbouwen is –en nog gelijk gaat krijgen ook.)

Vanzelfsprekend hebben zowel de techniek als de wetenschap vorderingen gemaakt, creatief, maar niet overdreven gefantaseerd. Bepaalde scènes komen dan wel heel bevreemdend over, maar niet meer dan een nachtelijke tocht door de Gentse straten op een weekdag.

Het verhaal blijft prikkelen, naar de verdere ontwikkeling van een plot, dat duidelijk geen nood heeft aan spectaculaire wendingen om te beklijven. Code 46 gaat –zoals de mooiste verhalen– over een onbereikbare liefde, en over de weigering van de hoofdpersonages die onbereikbaarheid te aanvaarden. Dit alles in de context van verscherpte controle (1984, 12 monkeys) door de staat, die vanzelfsprekend het beste voorheeft met haar burgers. Het blijft echter context, geen trendy feature, en het liefdesverhaal primeert.

Zien!

[IF2004] The edukators

Het opzet van The Edukators (Die Fetten Jahre sind vorbei) blijkt al uit de titel: een trendy film over een trendy onderwerp. Immers, educators wordt speciaal voor deze film met een ‘k’ geschreven, dus moet het wel hip zijn en aansluiten bij de wereld van de jongeren?

De film aarzelt voortdurend tussen actie en farce, en een intellectuele dialoog die het uiteindelijk op pseudo-intellectualistisch gezwets houdt. Nochtans ligt het niet (noozakelijk) aan de ingrediënten: een driehoeksverhouding op een anders-globalistische achtergrond, een generatieconflict, en een zoektocht naar verloren idealen. Mei ’68 is nooit veraf, maar geen enkel onderwerp wordt uitgewerkt. Een bourgeoisfilm over een anti-bourgeois beweging, vol platitudes en clichés.

Een slappe bedoening, het bekijken niet waard.
(En daarmee heb ik er al teveel woorden aan vuil gemaakt.)

[IF2004] House of Flying Daggers

House of Flying Daggers (Shi mian mai fu) is de film waar ik het meeste naar uitkeek op het festival. Zhang Yimou heb ik destijds ook op het festival leren kennen, met Ju Dou, en een jaar later met de Rode Lantaarn. Daarna ben ik hem een beetje uit het oog verloren, en het heeft geduurd tot Hero, voor ik terug bij hem terecht kwam.

House of Flying Daggers is een visueel zeer aantrekkelijke film, met een uiterst geslaagde fotografie: de afwisseling van het kleurenpallet, de weidse landschappen, de kledij: een lust voor het oog. Het verhaal is drama van de bovenste plank; wie van Shakespeare of de Griekse tragedies houdt zal zeker aan zijn trekken komen (net wanneer je denkt dat het niet erger meer kan worden, jawel, wordt het nog een stukje schrijnender).

Passie, (onmogelijke) liefde, wanhoop, maar ook prachtig gechoreografeerde actie én plot maken dat Zhang Yimou met deze film alweer een klein meesterwerk heeft afgeleverd. Zien!

Het (begin van het) verhaal:

[Het] huis van de vliegende dolken is de naam van een weerstandsgroep die in 895 voor Christus de in verval verkerende Tang Dynastie omver wil werpen. Dat ‘Huis’ kreeg een nieuwe leider en die wil men kost wat kost snappen. Twee politiekapiteins Leo en Jin worden erop uitgestuurd en in een bordeel ontmoet kapitein Leo de mooie maar blinde Mei. Zij gebruiken listen om haar de naam te ontfutselen. Dat lukt niet en Jin wordt verliefd op Mei.[bron]