“Papa,” zo zegt hij aan de telefoon, “ge zit toch neer hé?”
Zijn tongval is nog Gentser. En hij klinkt veel volgroeider ook, door die telefoon, van zo veraf. Hij herpakt zich even.
“Gisteren heb ik u toch al gebeld om u iets te vertellen?”
Want ook gisteren diende ik neer te zitten. En stevig, want anders zou ik wel eens met stoel en al achterover kunnen vallen, had hij toen gezegd.
—
Henri is goed in wiskunde. Dit schooljaar stonden o.a. de tafels van vermenigvuldiging op het programma, en gedurende het schooljaar kunnen de leerlingen trachten een diploma af te leggen. Diploma 1 heeft hij al een tijd. Daarvoor moest hij uit de tafels van 1 – 5, vijftig sommen uitreken in maximaal 180 seconden (“dat zijn drie minuten, papa”), en moeten ze alle sommen juist hebben.
Gisteren haalde hij DIPLOMA 2 (tafels van 6 – 10). Hij was de eerste van zijn klas om dat diploma te halen.
“Dat is schitterend jongen, en zijn er nog veel klasgenootjes die het al gehaald hebben?”, vroeg ik, om zijn resultaten wat te kunnen plaatsen.
“Alleen Robbe.”
—
“Ik zit goed neer jongen, en stevig, ja.”
“Ewel, papa, ik heb vandaag mijn DIPLOMA 3 gehaald.”
Wat hij daarvoor juist heeft moeten doen, weet ik niet meer –en ik had geen tijd meer om het te vragen (“want, papa, ik weet dat ge het druk hebt op uw werk, dus ik ga u nu laten hé”)– alleen dat het deze keer over de volledige tafels van 1 tot en met 10 liep.
En dan ben ik toch wel een beetje trots, op die zoon van mij.
Dat wil ik best geloven. 😉
Go Henri 🙂
allez gij kunt thuis goed liegen over uw job 😀
knap van den henri!
ik moet al denken wat tafels van vermenigvuldiging zijn :s