Er was veel volk, op de matinee van de ‘kinderversie’ van De Toverfluit (Die Zauberflöte). Veel volk, maar lang niet alle plaatsen waren bezet. Ik schrijf met opzet ‘bezet’, en niet ‘verkocht’, want hoewel wij bijvoorbeeld onze kaarten reeds lang op voorhand hadden besteld (op 19 januari om precies te zijn), waren de beste plaatsen toen reeds gemarkeerd als bezet. Niets bleek minder waar. Het eerste balkon kende minder dan 50% effectieve bezettingsgraad, terwijl wij met gezinnen hebben gepraat die zich uit noodzaak hebben moeten opsplitsen tussen pakweg het tweede en het dierde verdiep wegens… gebrek aan plaatsen. En dat is een zeer spijtige zaak.
Over de voorstelling zelf (bijna) niets dan lof. Goed, de zang was misschien niet van topniveau (hoewel zéker niet slecht), maar het entertainmentgehalte en de inbelevingsgraad was hoog. Even was er zelfs directe interactie met het jonge publiek, en de opera leent zich bovendien überhaupt tot een ‘kinderversie’, gezien zowel de inhoud als de vorm. De Toverfluit is een Singspiel: een mengvorm waarin de dialogen die de verschillende aria’s verbinden, worden gesproken. Voeg daaraan toe dat de opera voor deze opvoering werd vertaald naar het Nederlands, en het jonge volkje kon perfect volgen (mits enige uitleg van mama of papa).
De Toverfluit bevat bovendien genoeg humor (Papageno) en leuke deuntjes: het liefdesduet tussen Papageno en Papagena, en de aartsmoeilijke aria Der Hölle Rache kocht in meinem Herzen (Aria van woede en haat). Die laatste aria is wereldberoemd in de versie van Florence Foster Jenkins, die op haar beurt euhm befaamd was voor haar totaal gebrek aan zangkunst. (U kan het fragment beluisteren vanop die Wikipedia pagina.)
Het verhaaltje in een (hele kleine) notendop (deze versie was tot ongeveer de helft van de normale voorstelling ingekort). Sarastro houdt Pamina, de dochter van de Koningin van de Nacht, gevangen, om haar aan de invloed van haar moeder te onttrekken. De Koningin stuurt de jonge prins Tamino uit om haar dochter te bevrijden, vergezeld van Papageno, die op zoek is naar een vrouw. Zowel Tamino als Papageno slagen vanzelfsprekend in hun doel, en worden bovendien bongenoten van Sarastro, die eigenlijk met iedereen het beste voorheeft.
Deze opera biedt een heleboel scenografische mogelijkheden, die zich voor deze versie op een (voor de kinderen) overzichtelijke manier rond een reusachtig bed werden geconcentreerd. Papageno was sober behouden, wat enerzijds een beetje jammer was (iedereen houdt wel van vreemde vogels), maar anderzijds veel ‘acrobatie’ van het personnage toeliet.
Veel geroezemoes, veel uitleggende ouders, en vooral veel enthousiaste kinderen. Het hoorde er allemaal bij, en maakte deze voorstelling heel geslaagd.
De Toverfluit, gezien in de Vlaamse Opera, op 8 april 2006. Foto: OperaExplorer
(Deze entry is ook terug te vinden op Gentblogt)