Niet dat ik iets heb tegen vrolijke, optimistische mensen. In een onbewaakt moment durf ik daar immers zelf wel eens aan toe te geven. ’s Morgens onder de douche bijvoorbeeld. Of in de file. Of ’s avonds, als ik Henri van school kan afhalen (zoals deze week). Of de godganse dag nu de lente begint (en ik de oorlogsdreiging in twee verre, beide even ondemocratische landen negeer).
Zelfs op het werk valt optimisme best te pruimen. Maar een glimlach volstaat. Zelfs een strategisch geplaatste schaterlach wordt geapprecieerd. Maar houd geschuifel, geneurie en gezang voor waar het hoort. In de file, onder de douche of op de audities voor Idool 2004. Uw medewerking wordt ten zeerste op prijs gesteld.
(Of zoals Henri het zegt: “Nee papa, niet zingen!”.)
(Als is dit laatste wel danig uit de context gerukt.)