de opdracht (iii)(b)

“Bollaert!”

-Ja, Chef.

“Ik geraak niet op de site.”

-Ik weet het, Chef.

“Wat bedoelt ge, Bollaert?”

-Ik geraak er al niet meer op sinds gisteren, Chef.

“Waarom hebt ge mij daar niet van verwittigd, Bollaert?”

-U was al naar huis, Chef.

“Heb ik geen GSM misschien, Bollaert?”

-Jawel, Chef.

“Waarom hebt ge mij dan niet opgebeld? Mijn nummer weer vergeten, Bollaert?”

-Toch niet, Chef. Uw GSM ligt nog op uw bureau, Chef.

“Straks, Bollaert! In mijn bureau!”

-Ja, Chef.

3 gedachtes over “de opdracht (iii)(b)”

Reacties zijn gesloten.