Vanochtend (of was het gisterenochtend, een mens is niet meer met de tijd mee als hij door een paar tijdzones vliegt), vertrokken wij fris en monter op een ongoddelijk vroeg uur (opstaan on 5.30 u. is ongoddelijk, jawel), naar de luchthaven. Er was tijd voor een vluchtig ontbijt in de lokale Starbucks, en dan ging het in ijltempo naar Londen.
En hoewel ik al veel dat kanaal met het vliegtuig heb overgestoken, is het de eerste keer dat het mij opviel hoe klein dat stukje water tussen het Europese vasteland en het Verenigd Eiland wel is. Daar links op de foto ligt Frankrijk, vermoed ik, en daar rechts vinden we reeds de White Cliffs of Dover.
In Londen was er nog tijd voor een vluchtige snack in het restaurant van Gordon Ramsey, waarna we op ons gemak naar onze gate stapten. Het is daar een uur vroeger dan bij ons, dus we hadden overschot van tijd. Meer zelfs, er stond nog niemand bij onze gate, behalve een paar giechelende baliejuffrouwen. We zijn veel te vroeg, dacht het gezelschap.
“Hold on,” eiste echter één van de juffrouwen, toen ik op haar toe stapte, “I hope you don’t think you’re still getting on this flight, do you?” Ze waren niet echt vriendelijk, die juffrouwen, toen we hen beleefd vroegen of het echt niet mogelijk was dat we nog op het vliegtuig stapten. We zagen het ding immers nog staan, met boarding slurf geconnecteerd en al. “The doors are closed, you’re not getting on, go back to building A, and that’s final.” Nee, ze waren niet echt vriendelijk. Of behulpzaam.
In building A boekte men ons echter in geen tellen om, een vier uur later –nadat we ook hadden geluncht bij Gorden Ramsey, en ruim op voorhand aan de gate hadden postgevat– zaten we op de bovenverdieping van een Boeing 747. Voetjes in de lucht, menukaart in de hand: Newport, here we come.