Het sneeuwt, en gans Vlaanderen ligt weer plat. Er was maar moeilijk doorkomen aan, heb ik begrepen. Tessa heeft er ver een uur over gedaan om met de tram van thuis naar het UZ te geraken –fietsen was geen optie, met de wagen ging niet meteen sneller gegaan zijn.
De sneeuw viel en bleef vallen, en zo waren wij een spelletje aan het spelen. Mijn strooizout was op, en ik had geen nieuw in huis gehaald –wie had nu een nieuwe winterpiek verwacht. Dus ging ik sneeuw ruimen –en een half uur later zag het eruit alsof ik helemaal niks geruimd had. (Ik heb het drie-vier keer volgehouden, nu is het genoeg geweest.)
Gevangenis of idylle?
Dit lijkt mij meer dan de voorspelde vijf à zeven centimeter?
Très japonais, die tuin…
Wel handig met foutparkeerders, dit weer: gewoon hun kar drie meter opzij en vijf meter achteruit schuiven.
Te voet was het snelst jong, beetje trager misschien dan anders, vooral ’s avonds omdat alles dan al meer was aangetrapt en das gladder maar ’s morgens nergens last van gehad (’s middags zelfs een extra wandelingske gemaakt in de zon om te genieten van de rust en het moois)