Gisteren stond Tessa terug voor de deur. Aan mijn bed eigenlijk, want hoewel ik Henri ondertussen al naar school had gebracht, had ik nadien terug mijn dagkleren voor mijn pyjama verruild, en was ik terug in bed gekropen. Geheel verwaterd kwam ze boven geslopen, de berregende valies onderaan de trap achtergelaten.
Drie uur had ze geslapen, maar toch zijn we eerst nog een rondje rond de Blaarmeersen gaan lopen –ik twee, zij eentje– waar de hagelstenen tijdens mijn tweede ronde mijn gezicht net niet openschartten. Een snelle lunch in de Progrès, en een bezoekje aan Het Paard van Troje waar wij tegen zeer spartaanse prijzen twee zeer interessante boeken hebben gevonden. En toen ik vanochtend een verse lading clementines ging halen, heb ik ook van bij de Limerick een paar mooie dingen meegebracht.
Dit is niet New York. De iconen voorbij, Jacqueline Goosens (tekst) en Bart Michiels (foto’s). In een aantal recensies (DS en DM, waarvoor JG ook columniste is) had ik gelezen over de manier waarop Michiels zijn foto’s maakt, en hoe hij verschrikkelijk lang kan wachten op het juiste moment (bespreking RVi). Ik kon mij daar erg in vinden, en zijn foto’s mogen er dan ook zijn (understatement). Dit boek zal hopelijk vaak uitgedeeld worden als eindejaarscadeau.
Made in Italy, Giorgio Locatelli. Aangeprezen als het ultieme Italiëkookboek. Een turf van vijf en een halve centimeter hoog, met ruim zeshonderd pagina’s boordevol verhalen, recepten en foto’s. Ter illustratie van de aanpak, het hoofstuk ‘pasta’ (redelijk onmisbaar in een Italiaans kookboek), begint op pagina 274 met een foto, en het eerste recept (voor pasta zelf) staat pas op pagina 290.
Vlees is het mooiste, Bart Moeyaert (selectie gedichten) en Elisabeth Broekaert (foto’s). Intrigerend thema, en mooie, uiterst neutrale foto’s van Broekaert. Bernard Dewulf had er in DM een recensie voor geschreven, die een beetje aarzelend was, maar de foto’s die er toen waren bij geplaatst hadden me al lang over de schreef gehaald om het boek in huis te halen.
En daarnaast heb ik de nieuwe Chabon (Gentlemen of the Road) –ik moet dringend aan The Yiddish Policeman’s Union beginnen, dat hier al meer dan drie maand op lezing ligt te wachten– en een ontbrekende Murakami (Dance Dance Dance) meegebracht. En de usual suspects: Jeroen Brouwers’ Datumloze dagen, Annelies Verbekes Groener gras en de winnaar van de Poirot Prijs, Bob Van Laerhovens De Wraak van Baudelaire.
Genoeg lectuur tot het einde van ’t jaar, vermoed ik.
Ah, en ter afsluiting, een interessant interview met Paul Verhaegen (Omega Minor) in Bookslut (geen angst, ondanks de titel van de site, is dit geheel Safe for Work).
Made in Italy staat bovenaan mijn lijstje van must have kookboeken, maar ik overweeg om eerst in Ikea te passeren voor een (kook)boekenkast. Ik kom stilaan in de buurt van 100 kookboeken dus het wordt hoog tijd dat die allemaal eens in een kast terecht komen ipv op stapeltjes (zeg maar stapels) op het bureau te liggen.
Omega minor !
Ik vond dat zo’n fantastisch boek, en toen het uit was, zag ik in dat ik er niks van had gesnapt. Maar bleef het fantastisch vinden.