schoon vlaams(ch)

Hoeft het gezegd? Ik ben groot voorstander van Schoon Vlaams. Bij overdrijving wil ik daar wel eens de totaal verouderde -(s)ch uitgang aan toevoegen –men moet immers altijd hoger mikken dan het doel, want de pijl zakt bij het vliegen.

Nederlands uit de mond van een Vlaming klinkt bekakt. Taalhoeren die zich met veel nederigheid onderwerpen aan de grootsheid van het Noordnederlandse taalimperialisme zijn net zo nuttig als contemporaine feministen die nog steeds hun bustiers verbranden omdat het dragen ervan hun in een door mannen gedomineerde maatschappij wordt opgedrongen.

(Heb ik in deze twee zinnen geschreven dat ik tegen de Noordnederlandse invloeden ben in onze Schoonvlaamse taal? Heb ik geschreven dat ik tegen feministen ben? Als u deze vragen positief kan beantwoorden, raad ik u ten zeerste aan die alinea opnieuw te lezen. En opnieuw. En opnieuw! Hooguit kunt u mij verwijten enige gematigdheid aan de dag te leggen.)

Taal is een organisme; ze is levend, en wordt in stand gehouden, niet door de schrijftaal, maar de spreektaal of ommegangstaal, waaraan de schrijftaal zich zonder uitzondering dient te conformeren. De schrijftaal hinkt steeds achterop, net zoals de grammatica-regels. (Niet de grammatica zelf, want ook die is levend, als is men er zich niet (altijd) van bewust dat men spreekt volgens regels.)

Tussentaal is het resultaat van de ontkenning van het Schoon Vlaams.

Hoe sta ik tegenover een A(B)N of Standaard Nederlands? AN is een theoretische taal. Het wordt op zijn slechtst gebruikt als een krampachtig vasthouden aan Eén Enkele Nederlandse Taal, die wordt gesproken en geschreven door op zijn minst de inwoners van Nederland en van het Vlaamse Gewest. Op zijn best is het een richtlijn, een gemeenschappelijke basis waarop beide ‘varianten’ zich kunnen beroepen voor een theoretische grondslag. Veel beter dan het vervallen in een tussentaal zou men moeten erkennen dat Noordnederlands en Vlaams in een eigen richting zijn geëvolueerd (een vergelijking met Amerikaans en Brits Engels is absoluut niet uit de lucht gegrepen; er zijn verschillen in uitspraak, woordenschat, syntaxis, etc.). Twee standaarden met een gemeenschappelijke basis lijkt mij (momenteel) een ideale situatie. En de beste manier om de verwatering naar resp. Poldernederlands en Verkavelingsvlaams in te dijken.

Televisienederlands en Schoon Vlaams?