ondertussen in ’t stad

De medemens zorgt altijd voor licht amusement op zaterdag. Een kleine selectie:

Op het half uur dat wij in Bloch zaten, zijn er twee mensen in geslaagd, de deur, die met zo’n verpakkingtouwtje was vastgemaakt om ze open te houden, toch maar te sluiten. En dan vraag ik mij toch af wat mensen bezielt, die, door een reeds geopende deur, een winkel binnenstappen, vervolgens vol ijver de deur proberen te sluiten, en wanneer die deur niet meegeeft, met dergelijke kracht aan de deur staan te rukken dat uiteindelijk het touwtje breekt.

Wat gaat er om in een man, die, terwijl hij een microfoon meesleurt (zo een die wordt gebruikt voor TV-intervieuws, ‘een worst met haar op’ heet dat waarschijnlijk in het vakjargon), de straat oversteekt op een kruispunt waar de mevrouw van de politie net het verkeer voor de andere richting heeft opengesteld. En waarom weigert die man pertinent de orders van de agent op te volgen, en roept hij integendeel maar wat obsceniteiten (o.a. ‘kakmadam’) wanneer zij hem terechtwijst. Tot tweemaal toe (zowel de obsceniteiten als het terechtwijzen). Waarna de agent wel niet anders kan dan hem op de bon te slingeren.

Hoe vriendelijk zijn de mensen niet voor elkaar: wordt een met pak en zak beladen heer gepasseerd door een vrouw, die dermate tervreden was over haar aankoop (een nieuw paar schoenen), dat ze wild met haar zak-cum-schoendoos over straat loopt te zwaaien. Zo wild, dat ze erin slaagt een paar pakken uit de heer zijn handen weg te slaan, dan “kunde nie uit uw ogen kijken, dwazerik,” naar hem toeschreeuwt, waarop ze haar weg met onverminderde zwierigheid verderzet.

En dan nog de man, van Oosteuropese origine, dwangmatig in een GSM sprekend, een uur stinkend in de wind (naar alcohol), zich onstabiel voortbewegend op een fiets, die halt houdt aan de voordeur van elke winkel in de Elizabethlaan waarop hij naar binnen schreeuwt “change 500 euro please?”

Zeg dan nog eens dat er nooit iets te beleven valt…