Timing is belangrijk. We hadden onze buurvrouw al een paar keer stiekem vanop haar plat dak bij ons zien binnenkijken. We hadden eerst nog gedacht dat ze ons op iets wilde betrappen (we leven tenslotte al 15 jaar in zonde), maar blijkbaar had ze grootsere plannen.
“Ze zijn tóch thuis,” moet ze dan telkens tegen haar man, een befaamd arts, hebben gezegd, om vervolgens met een grote pruillip hun huis opnieuw binnen te vluchten. Contact moet vermeden worden, of toch op zijn minst tot een minimum beperkt. “Ils ne parlent même pas le français. Et cela pour un docteur. Quand même.”
De buurvrouw draagt hakken, en de buurman waarschijnlijk ook. ’s Avonds spelen ze spelletjes. Tikkertje, of 1-2-3-piano, of overlopertje. Henri weet al goed welk spel wanneer wordt gespeeld; of het tak-tak-tak gaat, of takkedetakkedetak. Hoe later op de avond hoe wilder de spelletjes worden, en dan horen we ook al eens een gilletje. Of het klakken van een zweep, of objecten die één na één vallen. Al weten we niet goed wat dat dan is. Henri kunnen we het niet meer vragen, want die slaapt dan al, en wij eigenlijk ook, zo rond half een. Maar niet buurman en buurvrouw.
Dit weekend zag ze haar kans schoon. Terwijl wij in London tikkertje speelden met onze vrienden, hebben zij hun plat dak gekuist. (Hun plat dak is een annex, een oude koer die ze hebben overdekt, nog voor wij ons huis hebben gekocht, zeven jaar geleden.) Vorig jaar ben ik begonnen de klimop van onze zijmuren te verwijderen; dat móest, want een van de zijmuren stond letterlijk gebukt onder het gewicht van die klimop. Met de (rechter-)buurman had ik daarover een babbeltje geslaan, en hij had sowieso al geen probleem met de klimop, maar evenmin met de mogelijkheid dat die zou worden verwijderd. “Als de klimop te ver over de muur komt, snoei ik die gewoon bij,” had hij geopperd. “En als die muur moet herzet worden, dan betalen wij vanzelfsprekend mee.”
De andere buurman viel niet te pakken te krijgen. Dus hebben wij gewoon de klimop aan onze kant verwijderd, en wat bij hem hing, laten hangen. (Die klimop, zo heb ik toen bij het snoeien ontdekt, kwam overigens niet uit ónze tuin, maar bij hem vandaan.)
“Chou, ils sont partis. Et ils portaient des valises. Allons-y.” Ik zie ze al, op hun hoge hakken, alletwee: hij, met een borstel stevig in beide handen gekneld; zij, met een snoeimes, strategisch her en der een paar takken doorknippend. Met de handen haalt ze de delen uit elkaar, waarop hij ze, met een laatste nijdige duw, over de rand en in onze tuin helpt.
Het was de wind, voorwaar.
een goed gesprek bij een mok koffie en een krat wijn kan wonderen doen: praten is alles! Communicatie! Als je hulp nodig zou hebben: je weet me te vinden.
Ik ben (vanaf 30 juni, fingers crossed) dan ook een afgestudeerde communicant. Meester in het communiceren.
Hoewel, meester. Met dat nieuwe systeem heeft het meer iets van “vrijgezel in de reklam”. En dat is nu niet direct iets om mee uit te pakken.
Maar dus: hulp wordt geleverd vanuit A’pen per 150g. Bijbestellen kan natuurlijk ten allen tijden.
PS: hulp ook te verkrijgen in het frans (si nécessaire)
Wachten tot de zomer. dokter en madam op reis naar Saint tropez. Camionneke steengruis bestellen.
De rest laat ik over aan je eigen verbeelding.
Klimaf, ha! 🙂
Ah, wat een heerlijk verhaal. Helaas, zo herkenbaar. Waarom ga niet eens bij die kerel op consult ? Dan moet hij wel naar je luisteren !
Knap schrijfwerk, absoluut genietbaar.
Hilarisch. Vooral dat Franse accent. Ik zie ze levendig voor me.
Wij hebben ook zo van die types. Aangrenzend aan ons tuintje ligt hun voetbalveld… sorry… tuin.
a. hij is notaris, zij is advocate
b. ze spreken frans
Ik heb ze één keer horen ruzieën. Best wel beestig omdat ze dat deden in het plat West-Vlaams. :p
Verder verdenken wij ze ervan dat ze het dierenasiel hebben gebeld. Er stond een hele tijd geleden een medewerker aan onze deur met de melding dat er “overlast” was.