Hoe lang ik nog ziek schik te zijn, vraagt mijn persoonlijke dokter T. Ze luistert met een stethoscoop via mijn rug naar mijn longen, en besluit dat ik een zware bronchitis heb.
Het is al veel beter, zeg ik nog. Ik heb vrijdag in het orkest kunnen spelen, voeg ik er vol trots aan toe. Dat ik de rest van de week met moeite uit mijn bed ben gekomen, en dat ik er gisteren ook voor het grootste deel van de dag heb in gelegen, laat ik maar even weg. Ze hoeven ook niet alles te weten, de dokters.