Wie (ook) mijn facebook wat volgt, die had het eerder deze week al gelezen. Dinsdag om half zeven des ochtends, wanneer mijn ogen nog dichtplakken met slaap, had Henri mij gevraagd of we niet zo’n twee-drie keer per week, een half uur vroeger zouden opstaan om samen te gaan lopen. De Fransen hebben daar een uitdrukking voor: bouche bée. Comme frappé de stupeur ou d’étonnement. Ik heb mijzelf genepen om te zien of ik wel wakker was. En ik heb het hem, een half uurtje later aan het ontbijt, een paar keer laten herhalen.
Vanochtend zijn we voor de eerste keer gaan lopen. Onze wekkers stonden op 6 uur, en mijn iPhone marimba werd luttle seconden later overstemd door whatever melodietje waarover de android gebruikers beschikken. Over de Albertbrug, langs de Neermeerskaai, over de Europabrug, langs de Gordunakaai en terug naar huis. Goed voor 1,57 km die we hebben gelopen in 8’30”. Zondag gaan we opnieuw, en dan waarschijnlijk dinsdag. (En als we die frequentie volhouden dan loop ik zes dagen op zeven.)
Dank zijn onze eerste loop ben ik trouwens van blauw naar purper gesprongen in mijn Nike+ level. Goed voor 2.500+ kilometers, sinds ik mijn loopactiviteiten met Nike+ registreer. De eerste keer was op 3 juni 2007, toen ik iets meer dan 4 km in 20 minuten had afgelegd. Er zitten er paar gaten in (een sprong van 7/12/2007 tot 26/02/2009 bijvoorbeeld) wanneer ik een paar maanden niet gelopen heb wegens een knie die niet meer wou meewerken, of ook omdat ik met een ander systeem werkte (ik heb zowel Suunto als Garmin geprobeerd).
De zoon was wreed content en vol energie. Nog meer dan gebruikelijk, als hij een half uur langer in zijn bed ligt. Pourvu que ça dure, aldus Letizia Bonaparte (de moeder van —, jawel).
Een tienerzoon die speciaal vroeger opstaat om vóór het begin van de schooldag te gaan lopen met zijn vader?
Ja lap, de aliens hebben het menselijk ras dan toch eindelijk geïnfiltreerd.