… vroeg Laurens, geheel terecht, naar aanleiding van mijn vermelding van de wreed wijze bochtjes
. Zo één
, die te pas en (vooral) te onpas waaghalzerijen/stoerdoenerijen
uithaalt.
Wel ba neen gij (trouwens, voor waaghalzerijen moet je een publiek hebben). Meestal (95%) blijf ik ergens tussen de 130-140, en eenmaal van de autostrade af, houd ik me al hélemaal aan de snelheidslimieten. Zelfs in de zone 30, al is dat vreselijk moeilijk met de moto; niet omdat een motor nu eenmaal zou aanzetten tot hard rijden, maar omdat 30 km/u (in eerste versnelling dus) eigenlijk te laag in de toeren draait (vanaf 40 zit het goed). Gewoon even de Voskenslaan doorrijden, en de motor chauffeert al (105°C).
De bochtjes, waarvan sprake, nodigen inderdaad reeds bij de legale snelheden aan tot plezier (al is sneller (bijna) altijd nog leutiger). Als er drie (of één) auto’s voor mij zitten in zo’n (eenbaanvaksbocht) ga ik ze ook niet langs de pechstrook voorbijsteken; als er twee baanvakken zijn, én ik kan ver genoeg in de bocht vooruit kijken, én er zit niemand anders op het tweede baanvak, én het is veilig genoeg, tsja, dan zal ik voorbijgaan natuurlijk. (Ge moet u niet heiliger voordoen dan de paus.)
Maar ik heb niks te bewijzen. Ik rijd met de motor omdat ik het leutig vind, niet omdat ik mijn leven of dat van anderen in gevaar wil brengen. En als ik me wil uitleven, dan ga ik op circuit.
(En steevast kom ik daar tot de vaststelling dat er (veel) anderen zijn die het beter (en sneller) kunnen, en dat ik nog veel te leren heb.)