Big Bend wordt omschreven als één van de grootste en minst bezochte National Parks van de USA. Er is nochtans veel te doen, van hiken, er met de wagen door rijden, tot de rivier afdalen met kano of raft. Niks te exotisch voor ons, dankuwel, zelfs niet de lange trektocht die we eigenlijk voorzien hadden. Het was er snik en snikheet, meer dan 40 graden celsius en vak geen klein stukje schaduw. Liters water hebben wij er gedronken, en één miezerig pakje chips al limone –hebben ze dat al in België?
We zijn tot het meest zuidelijke punt met de wagen afgedaald, om er op ons gemakje de korte Santa Elena Canyon Trail af te wandelen. De ingang van de canyon staat op de foto hierboven, de trail leidt langs de rechterkant, en dat was toen gelukkig de schaduwkant.
“You guys are tough“, glimlachte één van de locals waarbij we in Terlingua dat pakje chips hadden gekocht. “Nobody comes here at this time of the year. Doesn’t get mucht hotter.”
Kwestie van uw weg niet te verliezen, hadden ze op dit pad zelfs houten matten gelegd, opdat uw schoenen niet vol zand zouden zitten tijdens de wandeling naar de Rio Grande.
Het lijkt wel een exotisch strand –het was er in elk geval de juiste temperatuur voor.
De Rio Grande vormt de natuurlijke grens tussen de USA en Mexico. Links: USA, rechts: Mexcio.
Henri wandelt in i.p.v. naast de Rio Grande. Het is illegaal (en beboetbaar) om de grens naar Mexico over te steken.
Maar kijk, er was geen Border Patrol te bespeuren, dus zijn wij toch eventjes naar Mexico getrokken. Tessa en Henri steken alras de rivier terug over naar de USA, terwijl ik hun overmoed vastleg… vanop Mexicaanse bodem.
Wegens tijdsgebrek zijn we met de wagen nog even door het park gereden, waar toch een aantal fantastische landschappen te zien waren. Op de foto hierboven: de ocotillo, die vaak wordt gebruikt als omheining voor huizen (stond te lezen in de parkbrochure). We zagen er ook arenden, zwaluwen, een kangaroo rat, een soortement gier (met een rode kop), en road runners (coyotes lopen er ook rond naar het schijnt).
—