Fuji Superia, 200 ISO, 50mm objectief
[zie ook: zo ziet het er een maand later uit (het lijkt wel herfst)]
Fuji Superia, 200 ISO, 50mm objectief
[zie ook: zo ziet het er een maand later uit (het lijkt wel herfst)]
Waarom het mij verbaasde, ik weet het niet, want tenslotte werden concerten en andere optredens reeds door hele generaties fotomensen op analoge wijze vastgelegd. (Deze post is in wezen dan ook redelijk belachelijk te noemen.) Maar goed, de foto’s die ik heb kunnen maken op ParkJazz met de Leica zijn –tot mijn verbazing dus– mijn verwachtingen overstegen.
Tot nog toe zag ik de Leica niet meteen als een kandidaat voor concertfotografie, en wel om drie redenen: (1) geen spotmeting (2) (kleuren)film op hoge ISO geeft vervelende korrel, en op z/w film moet ik te lang wachten (3) 90mm is mijn grootste tele –dat kan toch niet genoeg zijn.
Geen spotmeting: waarom ik daarmee in zat, is mij ondertussen een raadsel. Met de D70 doe ik helemaal geen meting, ik stel gewoon in op ongeveer 1/60s – ISO500 – f/2,8. De rest kan ik aanpakken met de grote exposure latitude van het digitale negatief. Blijkt dat mijn geliefde Fuji Superia een vergelijkbare wide latitude heeft.
De korrel: ik heb met 200, 800 en 1600 ISO kleurenfilm gewerkt –allemaal Fuji Superia. Op 1600 ISO vind ik de korrel niet mooi meer. 800 is zeer goed te doen, wat zeg ik, ik heb er geen enkel probleem mee om met de 800 te werken. De 1600 gebruik ik niet meer. Als ik dan toch een hogere ISO moet hebben, dan gebruik ik wel z/w (alweer Fuji: Neopan) en wacht ik wel op de ontwikkeling (getuige daarvan de 6 of zo onontwikkelde filmpjes die sinds vorig jaar ongeduldig in de kast liggen te wachten).
De tele: tsja, mijn analoge beelden zijn onmiskenbaar anders dan mijn digitale –los van scherpte en toestanden. Ze zijn klassieker, met veel ruimte rond het onderwerp (ik ga nogal graag dicht met de D70), maar ik denk dat beide systemen complementair zijn. En dat is de manier waarop ik ze ook ga gebruiken, van nu af aan.
(Note to Tessa: gelieve over de volgende zin heen te lezen.) Ik zal de filmpjes + ontwikkeling maar budgettair beginnen in te plannen voor BNRF zeker?
(Binnenkort post ik een selectie van de foto’s.)
Betreffende onderstaande post, en meer bepaald de categorie die ik eraan heb vastgehangen: ik ben niet meteen van plan om (opnieuw) een photoblog te beginnen. Wel ga ik terug een beetje meer ‘een fotopost plegen’; ttz een verdere selectie van foto’s die ook op mijn flickr account komen. Frequenter dan een PAW (Picture A Week), maar ook niet meteen een PAD (Picture A Day), al zal het in het beginnen wel eerder naar PAD neigen.
Nu we het toch over fotografie hebben, mijn RSS lezer bevatte de volgende informatie:
Today, even the lowest price new car on the market is far more reliable than my trusty old Volvo. What this means is that the average young person today has no need to be knowledgeable about how to fix their car, hence limited need to use hand tools, so those skill required to build a cabinet and assemble a crossover are rare.
What these straight-A kids wanted was for me to set the terms of their success for them. They wanted me to set up the hoop so they could jump through it for me. They wanted to be told how they could be certain of success.
Veel leesgenot. (Had ik al gezegd dat Mike Johnston iemand was om in de gaten te houden?)
Goed zo. Wij zijn ermee weg, naar ParkJazz. Prettige zondag allemaal!
Een tijdje geleden mocht Henri paardrijden bij (meter) N. Ik had toen vermeld dat de foto’s waarschijnlijk nog zouden volgen, dus bij deze.
(Fuji Superia, ISO 200, 50mm lens –klikken voor de grotere versies op flickr.)
(Binnen een paar dagen volgen er nog een twee-, drietal foto’s, maar die pasten niet meteen in deze ‘reeks’.)
50mm sucks. Het is te groot, het is te klein. Op mijn Nikon is het de 75mm die ik nooit nodig heb: te groot voor dichtbij, te ver voor close-ups; en wegens de 50mm rechte lijnen biedt het mij niet het gewenste perspectief. Op mijn Leica is het te saai, want ik moet te ver staan om er genoeg op gevuld te krijgen, en als ik dichtbij wil dan moet ik op 70mm afstand blijven, want dichter wil hij niet focussen. Ik wil af van die optiek.
Mijn 17-35 op Nikon is een barslechte lens. Chromatisch en andere aberraties zijn haar deel, en hoewel het de lens is waarmee ik mijn digitale SLR tocht ben begonnen, heeft ze in bijna een jaar geen deel meer van mijn equipement uitgemaakt. Wijd op de huidige 1,4x digitaal werkt niet voor mij. De 10,5mm fisheye wil ik nog wel graag op mijn toestel vijzen, maar alles tussen dat en de 70-200 heeft voor mij geen nut. De vijftig mag dan nog full time als body cap dienen, echt gebruikt wordt hij daarom niet. Digitaal is voor tele. En voor snelle resultaten. Crop factor sucks. Veel meer dan vijftig millimeter.
Zondag, op ParkJazz, zal mijn standaard uitrusting bestaan uit de D70 + 70-200 (op ISO500), en de Leica met 50 en 90mm. Net zoals Perre zal ik een twee-, drietal films meehebben, de Fuji Superia 800 (of 1600) en de Fujij Neopan 1600; en misschien de Kodak T400CN. De Neopan heeft zijn degelijkheid al lang bewezen; de T400CN ook, maar daarvan ligt de gevoeligheid te laag (lees: onbruikbaar op BNRF); de echte test zal de Superia 800 zijn. Als ik daar behoorlijke resultaten mee krijg, dan zou ik wel eens op BNRF de helft digitaal, en de helft analoog durven werken. Het voordeel van T400CN en Superia is dat ik ze bij het lab kan binnengeven, en de volgende dag reeds ontwikkeld terugkrijg; bij de Neopan moet ik of een paar dagen wachten –en dat gedul heb ik niet– of zelf ontwikkelen. Ik heb nog een tiental rolletjes van BNF en Middelheim van vorig jaar liggen, die op ontwikkeling wachten. Niet alleen tijdgebrek, maar voornamelijk ‘nut’ is daartoe de reden. Eenmaal ontwikkeld, kan ik met de negatieven niets aanvangen: geen doka om af te drukken, geen scanner om te digitalizeren.
Waarom is er geen labo-service voor z/w als die voor de C41 (kleur en T400CN)?
Niet alleen op de (Oude) Beestenmarkt valt er ’s zondags iets te beleven, als je een beetje verder doorsteekt, kan je meteen ook naar de rommelmarkt op Sint-Jacobs!
Allez, rommel; brocant noemen ze dat, geloof ik (al staat het woord niet in van Dale). Voor elk wat wils: van Jommekes aan dumpprijzen tot vazen van Gallé. (De prijzen zijn ondertussen wel goed gekend, maar toch, er zijn zeker nog buitenkansjes.)
(En voor wie het zich mocht afvragen: ik heb wel degelijk de smaak van het analoge gebeuren opnieuw te pakken.)
Zondag kan een mens al eens een marktje meepikken in Gent. Een tijdje geleden bezochten we de Oude Beestenmarkt.
“Zijde gij van de pers?”, vroeg een van de standhouders op de Beestenmarkt mij –niet zonder de nodige argwaan– toen ik met mijn fototoestel ook zijn erf bestreek. Gerustgesteld door het antwoord hield hij zich niet langer in: “Ze willen alleen sensatie, die journalisten. Maar ons ne keer een deftige vraag stellen, vergeet het maar!”
(Gisteren reeds gepost als ‘Foto van de dag‘ op Gentblogt.)