appeltjes

…om de dorstigen te laven.

Om te beginnen is er het album Extraordinary Machine van Fiona Apple. De volledig studio-afgewerkte masters worden al sinds 2003 door Sony in een kluis bewaard; Sony bleef de release date van het nieuwe album steeds uitstellen (van september 2003 naar februari 2004, naar ergens in 2004, naar februari 2005). Ondertussen werd er hevig, en vaak ludiek, geprotesteerd tegen de schabouwelijke praktijken van Sony, tot het volledige album eind februari werd geleaked op internet. (In een formaat waarvan de MP3-generatie u wil laten geloven dat ze CD quality is.) U vindt ze via google, maar nog beter gebruikt u de torrent die te vinden is onderaan de wikipedia entry (u leest er meteen ook het hele verhaal nog eens op na).

Een paar klassiekers, ideaal voor het try-before-you-buy principe: opendir, the MP3Blogs Aggregator, en Daan was hier.

Tot slot: Radio-C (“Een tijdverdrijf om bezig te blijven met muziekjes.”). Zeer interessant.

Enjoy!

100 procent illegaal

Het legaal downloaden van muziek raakt in België niet van de grond. Dat stelt Marcel Heymans, de directeur van de Belgische afdeling van IFPI, de Internationale Federatie van de muziekindustrie, woensdag in L’Echo. Op wereldvlak is 90 procent van de gedownloade muziekfiles illegaal. In België is dat bijna 100 procent.

Proper, Marcel. Maak ons nog wat meer uit, daarmee vergroot ge waarschijnlijk de kans dat de Belg zijn mentaliteit zal veranderen. Verplicht een Belg, en hij zal het tegenovergestelde doen. Dat ligt nu eenmaal in de aard van ons volkje, dat het al überhaupt niet makkelijk heeft met autoriteit. Confronteer ons nog wat meer met pancartes, warning labels, copy protection, en afschrikwekkend belachelijke teksten in de cinema.

In 2004 werden iets minder dan 250.000 liedjes aan Belgische internauten verkocht via webplatformen voor het legaal downloaden. Hoewel het om een stijging met 500 procent tegenover 2003 gaat, is het slechts 0,1 procent van de totale muziekverkoop. Internationaal ligt het gemiddelde op 1,5 procent. IFPI stuurde vorig jaar 200 bedrijven naar internauten waarbij deze in gebreke worden gesteld. Bij muziekverspreider OD2 luidt het dat de cijfers van IFPI niet kloppen en dat ze in werkelijkheid hoger liggen. [mijn bold]

En nog sjoemelen ook! Dat gaat niet echt de goede richting uit, Marcel.

[bron:Belga, via DM telex]

gecatalogeerd

Op verzoek heb ik de scriptjes achter mijn catalogus site on-line geplaatst. Wie ze hebben wil, die kan ze downloaden vanop de info pagina aldaar: catalogus.zip

Deze zipfile wordt aangeboden as is, en volledig open. Doe ermee wat ge wilt, credits zijn niet nodig. Slechts één caveat: u gebruikt deze ‘software’ op eigen verantwoordelijkheid. Alle aansprakelijkheid, direct of indirect, wordt afgewezen.

Verbeteringen zijn welkom, maar niet noodzakelijk. Ik ben mij ervan bewust dat het geen hoogstaande PHP is, but it does the trick.

krak

Niet alleen zit ik (weer) thuis uit te zieken, maar zonet heb ik de vulling van mijn tand op een stuk (malse) korst stukgebeten. En het is helaas niet de eerste keer, dus ik vrees dat hij er wel eens zou kunnen aan zijn voor de moeite.

Mijn tandarts zal content zijn.

batoosjantant

Zaterdag nog, had ik het genoegen op de persvoorstelling van Batoosjantant aanwezig te mogen zijn. Batoosjantant is een rondvarend café chantant, waarin u wordt getrakteerd op volkse liedjes in ons sappige Gentse dialect.

batoosjantant

Laat mij u alvast vertellen, de batoo in kwestie biedt een vreselijk gezellige meerwaarde aan het gebeuren. Getuige daarvan tevens de passanten die in dit prille lenteweer ons met veel enthousiasme vanop elke brug stonden toe te wuiven.

De liedjes worden gekoppeld aan de plaatsen waar men voorbij vaart, zoals de Minard, de Opera, ’t Dreupelkot, etc.; de teksten worden uitgedeeld en zijn humoristisch opgevat. Meezingen is trouwens niet verboden! (Geen probleem voor kinderen, mogelijks aanstootgevende fragmenten blijven heel onderhuids en ludiek.)

Het scenario wil hulde brengen aan de Gentse auteurs, zangers en componisten van het volkse parimonium. Batoosjantant werd geschreven door Freek Neirynck, geproduceerd door het Gentse theater- en muziekplatform TEM vzw, en wordt uitgevoerd door de Koenfreerie van de Gensche Kuipmeziek.

Batoosjantant vertrekt aan de Korenlei, en vaart rond elke avond tussen 15 en 24 april en van 29 april tot en met 1 mei (zaterdag en zondag ook overdag). Reserveren is ten zeerste aan te raden en kan via Uitbureau Gent Toegang: 15 EUR, inclusief dreupel.

(Dit artikel staat ook op gent.blogt)

gehoord

Citaat van de dag: internet is gelijk Engels. En dat is een verdomd toepasselijke vergelijking.

Waarmee wordt bedoeld: aan de oppervlakte lijkt het simpel. Want iedereen die twee woorden Engels kent, is ervan overtuigd dat hij (m/v) beter spreekt dan de gemiddelde native speaker, en met gemak ganse weblog entries (om maar iets te noemen) in de taal van de bard kan spuien. (Terwijl hij (m/v) vaak nog niet eens van de van Dale of de ANS heeft gehoord. Laat staan van de OED of de CMS.)

Net zo voor internet.

feitelijk

Het is niet altijd even gemakkelijk voor de moderne journalist. Het internet is dan wel een zeer aanlokkelijk medium, met een schier oneindige bron aan informatie, berichten over dat medium zélf lijkt maar al te stroef te verlopen. De controle van de gemeenschap is snel, en onverbiddelijk.

Het is ook niet vanzelfsprekend. Gemeenschappen rijzen uit de grond als paddestoelen op een herfstnacht, mensen groeperen zich, en hergroeperen zich, en doen ondertussen ook nog eens hun eigen ding voort. Er zijn gemeenschappen per provider, per software, per onderwerp, en nergens is daarin een duidelijk aanwijsbare leider of voortrekker. En laat het dat nu net zijn wat het internet voor de insider zo aantrekkelijk maakt, maar voor de buitenstaander verschrikkelijk moeilijk maakt om te volgen.

Vooral voor de journalist lijkt het een onmogelijke taak van alles op de hoogte te blijven. De symbiose tussen oud en nieuw lijkt maar niet te werken, en pogingen van de oude media om de nieuwe te omhelzen worden met argusogen gadegeslaan, en elke misstap wordt sneller afgestraft dan hij werd gemaakt. Hoewel.

Want bij dat alles blijkt het wel bijzonder vaak mis te gaan wat betreft de fact checking. Dat een krant niet louter objectief bericht, maar ook duidt of in zekere mate politiek gekleurd is, mag niet meteen problematisch zijn. Maar een feit is nog altijd een feit, een naam is een naam; het verschil tussen tx of XL is net zo groot als tussen XS en XXL. Weten wie een oprichter van een initiatief is, kan worden geverifieerd met een simpele telefoon of een e-mail.

En feiten zijn belangrijk. Het hoeft niet meteen voor iedereen belangrijk te zijn, zoals wanneer iemand in een recensie zou schrijven dat Johann Wilhelm Hertel zwaar beïnvloed is door Maurcio Kagel, en dat enkel door mensen die met klassieke muziek bezig zijn naar waarheid kan worden ingeschat. Niettemin is de bewering foutief, en kon ze worden vermeden. Meer zelfs: voor de insiders is een dergelijke bewering gewoon absurd (Kagel is 200 jaar na Hertel geboren), maar voor een buitenstaander is ze –aan de oppervlakte– van weinig belang. (Herhaling is belangrijk, dus:) daarom is het nog niet minder foutief!

Een echte samenwerking tussen de ’traditionele’ media en de nieuwe (in casu de blogosfeer) kan er pas komen wanneer beide partijen elkaar respecteren. De parameters voor internet (de rolverdeling) zijn anders dan voor pakweg de krant, waar steeds wordt gewerkt met (of gezocht naar) een duidelijk aanduidbaar hoofdpersonnage. Op internet is er veeleer sprake van voortdurende stromingen en wisselwerkingen, een dynamisme dat niet past in de eerder statische wereld van de geschreven pers. Er zijn meer personnages en minder leiding, meer invloeden en minder vaste regels.

Maar feiten blijven feiten.

Ich habe deinen Mund geküßt

Ah! Ik heb je mond gekust, Jochanaän. Ah! Ik heb hem gekust, jouw mond, er lag een bittere smaak op je lippen. Smaakte het naar bloed? Nee! Het smaakte misschien naar liefde. Ze zeggen dat liefde bitter smaakt. Maar wat zou ’t? Wat zou ’t? Ik heb je mond gekust, Jochanaän. Ik heb hem gekust, jouw mond.

Het zijn meteen Salomes laatste woorden, gericht aan het hoofd van Johannes de Doper, dat ze slechts even daarvoor door koning Herodes van zijn romp liet scheiden.

Het libretto van Salome is een door Richard Strauss bewerkte versie van het gelijknamige toneelstuk van Oscar Wilde. Wilde had het oorspronkelijk in het Frans geschreven voor Sarah Bernhardt, en Strauss had het leren kennen in een Duitse vertaling via een Berlijnse produktie van Max Reinhardt. Veel werd er aan het toneelstuk niet gewijzigd; Strauss nam bijna integraal Wildes tekst over, en de opera gaat dan ook de geschiedenis in als een schoolvoorbeeld van de ‘literatuuropera’.

Het verhaal kent zijn oorsprong in de Bijbel, maar werd door Wilde uitgediept tot een tragedie over het verlangen naar het onbereikbare. In Strauss’ opera wordt Salome voorgesteld als een lolita (avant la lettre), wiens begeerte schril contrasteert met de kuisheid van de profeet Joachanaän (Johannes). Het conflict is onvermijdelijk.

Zoals het een lolita betaamt, windt ze vervolgens Herodes om haar vinger, die haar verzoekt voor hem te dansen. (Wildes Salome wordt niet voor niets met het Hooglied vergeleken.) Salome wilt enkel op zijn verzoek ingaan, nadat de vorst haar beloofd heeft eender welke wens in te willigen. Na de (zwoele) dans eist Salome het hoofd van Joachanaän. Wanneer het hoofd haar, tot afschuw van de aanwezigen, op een zilveren schotel wordt gebracht, neemt ze het in haar handen, en kust ze vol overgave Joachanaäns lippen, die haar even voordien door de profeet zelf werden geweigerd.

Ah! Ich habe deinen Mund geküßt, Jokanaan. Ah! Ich habe ihn geküßt, deinen Mund, es war ein bitterer Geschmack auf deinenLippen. Hat es nach Blut geschmeckt? Nein? Doch es schmeckte vielleicht nach Liebe. Sie sagen, daß die Liebe bitter schmecke. Allein was tut’s? Was tut’s? Ich habe deinen Mund geküßt, Jokanaan. Ich habe ihn geküßt, deinen Mund.

Herodes veroordeelt haar ter dood, maar eerder dan –zoals in het originele stuk– door de soldaten te worden omgebracht, laat regisseur Willy Decker haar het eigen leven benemen.

Strauss muziek is bijwijlen erg vlak, maar duidelijk merkbaar zijn de invloeden van Wagner. Net zoals vorige keer overstemde het orkest vaak de stemmen van de zangers, maar het leek mij ook niet bepaald een gemakkelijke partij om te brengen. De scène was duidelijk gebouwd om de duurdere plaatsen te behangen, want ze liep hoog en stijl naar achteren op, waardoor wij, op hogere en goedkopere plaatsen stukken theater moesten missen. De aankleding was sober, zodat alle aandacht op de tragedie kom worden gericht.

De ontvangst door het publiek was –eigenaardig genoeg– maar matig te noemen; ik heb me in elk geval geen moment verveeld.

Salome, van Richard Strauss; een bewerking van het toneelstuk van Oscar Wilde in een vertaling van Hedwig Lachmann. Nog op 6 en 9 april in de Vlaamse Opera te Gent.

(Dit artikel staat ook op gent.blogt)

vanalles vandaag

Ik ziek uit. Wij zieken uit. Het broeit al een tijdje in ons gezinnetje; vorige week had ik migraine, en zat Tessa met een serieuze bronchite, die zich eigenlijk tot vandaag nog steeds manifesteert. Met dat verschil dat ik het sinds vannacht ook serieus zitten heb. Had ik mij ten andere niet geëngageerd om vandaag naar een persvoorstelling te gaan, dan was ik mijn bed niet uitgekomen. Al ben ik ten zeerste verheugd dat ik dat wel heb gedaan. Zo’n schone dag (waar ik mij doorheen heb gesukkeld).

Er volgen dus nog een recensie van de opera gisteren (Salome van Strauss), en een verslag van de persvoorstelling (voor gent.blogt).

Ik biedt u nog de volgende observaties, voor ik mij omdraai en de slaap vervat:

  1. De Nikkor AF-S VR 24-120 f/3.5-5.6G IF-ED begint hoe langer hoe meer een noodzaak te worden. Heel zeker in het licht van verslaggeving. Mijn AF 18-35 f/3.5-4.5 is te breed voor portretten (maar goed voor de zeldzame groepsfoto); mijn AF 70-300 f/4-5.6G is te eng voor portretten dichtbij (vergeet niet, de 70 wordt 105 voor de D70 chip). Bovendien is voortdurend lenzen wisselen niet altijd mogelijk, en als het wel mogelijk is, verschrikkelijk veel gepruts.
  2. Hier (en hier; bij beide vooral de commentaren) vindt u de reden waarom ik mij niet heb opgegeven als medewerker voor struikgewas (dat ik overigens voor de rest een zeer puik weblog vind). De polemiek rond gent.blogt was voor mij al genoeg geweest. Voor de rest weet ik over mogelijke struikgewas ‘problemen’ enkel wat publiek beschikbaar is, en dat is dus niks. Vandaar lijkt het mij logisch dat ik mij er voor de rest mijlenver vanaf ga houden. Van die polemiek, bedoel ik dan; de RSS feed zit al van het eerste moment in mijn newsreader. Puike artikels, so far.
  3. Niet alleen moet ik nog die twee artikels schrijven, hierboven vermeld, maar ik heb ook nog geen tijd gehad mijn mail te beantwoorden. Bepaalde mensen hebben nog een mailtje van mij te goed; ik ben u niet vergeten!

That’s it from me for today, folks. Slaapwel.

stranger than fiction

Het is niet alleen een cliché, maar het is bovendien de waarheid: truth is often stranger than fiction. De inspiratie ligt overal voor het rapen, en het openbaar vervoer is er de ultieme bron voor. Neem nu de volgende situaties:

de penis maakt de man

De man die mij enige tijd geleden nog met rood afgewende kop op de trein passeerde heeft een eigenaardige tic. Ik heb het pas vanochtend opgemerkt, omdat het de eerste keer was dat hij schuin tegenover mij zat. Met gelukkig het gangpad tussen ons beiden in. Hij nam vrolijk zijn krant door, onderwijl keuvelend met het vrouwelijk gezelschap, dat nu reeds enige weken zijn vierzitter deelt. Niks bijzonders, maar toen zag ik plots, hoe zijn hand, onzichtbaar voor zijn metgezel, want verborgen achter de krant, maar helaas des te duidelijk langs het gangpad, hoe zijn hand dus, met twee-drie-vier snelle bewegingen, zijn mannelijkheid beroerde, door zijn broek heen.

Hij zit even gekneld, denkt men dan, en ook bij een volgende keer wil men zulks voor ogen nemen –niet te letterlijk dan wel. Maar een derde en een vierde en een vijfde en een zesde keer lijkt er mij toch iets anders aan de hand te zijn.

vrouwen en bloed

Vorige week nog, zat er een juffrouw op de trein. Dat gebeurt wel meer, maar deze juffrouw zag verschrikkelijk bleek. En toen ze ging zitten, bibberde ze zo erg dat het leek alsof de ganse trein daverde. De trein daverde ook op dat moment, bij het vertrekken, maar dat doet niks af aan het beeld. Tijdens de rit naar Brussel probeerde ze te slapen, maar door haar stokkende ademhaling, gevolgd door een hevig gekuch, schrok ze, als bij een apnoe, telkens weer wakker.

In Zuid stond ze met moeite recht, om vervolgens naar de uitgang te wankelen. Eenmaal uit de trein gesukkeld, had ze nergens geen houvast meer, waardoor ze met een smak, die zelfs míjn tanden deed rammelen, op de grond terecht kwam. Gezien ik op de benedenverdieping van een dubbeldekker zat, was het perron amper lager dan ooghoogte, en haar gezicht kwam op ongeveer dertig centimeter van mijn raampje neer. Terwijl langs alle kanten mensen tegemoet schoten (toch nog behulpzaamheid in de maatschappij), en onze trein opnieuw aanzette, zag ik nog net het beetje bloed op haar lippen, en de druppels op de tegels bij haar mond.

mon coeur qui fait boum boum

Plots commotie achter mij, in de wagon. Dit is ongeveer een maand geleden –ge ziet, er zit een chronologie in mijn relaas. Twee mensen veren recht, terwijl op datzelfde moment het onmiskenbare geluid van vomitus weerklinkt. Een man zakt scheef in zijn stoel, vrouwen gillen, de controlleur wordt gehaald (waar die plots zo snel vandaan kwam, is mij een raadsel). Al gauw weerklinkt door de PA de vraag naar een dokter of verpleegster (jaja, voor sommigen het rollenpatroon bevestigd).

Aangekomen aan Zuid (alles gebeurd bij Zuid), stormt een Medisch Urgentieteam de wagon binnen, doet een snelle check voor vital signs, en draagt, onder een respectvolle stilte, de man op een brancard naar buiten. Hartaanval.

yussouf islam

Op de trein zit, altijd op dezelfde plaats, en steeds alleen, een man met earplugs in beide oren. Dertien in een dozijn, maar de man luistert niet naar CDs of MP3s, maar naar stemmen. Één of ander duidingsprogramma op de radio, zo dacht ik eerst, tot ik er eens vlak naast zat (alweer met dat gangpad tussen ons beiden in). De stemmen bleken geen nieuws te verkondigen maar spraken in eigenaardige toonaarden. Bij momenten sloot de man zijn ogen, en wiegde hij zachtjes zijn hoofd heen en weer. Soms lijkt hij wel in trance te komen. Een beetje voor Zuid (wanneer hij een herkenningspunt terugvindt) veert hij recht, om zich met enige dwingendheid richting uitgang (of toiletten) te begeven. Ik zeg u, er is iets aan de hand met die man.

broekaf

Daarnet stond ik bij Julien (de Gouden Saté), toen twee juffrouwkes na mij hun bestelling kwamen doorgeven.

“Ja, doet dat hier maar hé, zegt hij. ’t Is toch rood,” verkondigde de zwartharige met luide stem. “Dus ik doe mijne riem los en…” waarop ze abrupt stopt, betrapt rondkijkt, en het volume van haar stem drie streepjes naar beneden haalt.

“Ik doe mijne riem los” –nu fluistert ze bijna– “steek mijn broek naar beneden, en een stuk van mijn onderboek erbij, en wat peist ge?”

Haar blonde vriendin kwam al niet meer bij.

“Het wordt groen! Dus ik met mijn broek op mijn enkels, mijn onderbroek half uit, en Joris tussen mijn benen kijkend, geef gas. En zo zijn we daar toegekomen. Al ben ik natuurlijk eerst nog effekens verder gereden om dan eindelijk mijne rok aan te doen.”

mijn salome

Ik was bij Julien, omdat ik voor de opera vanavond geen tijd had gevonden om te eten. Bij het verlaten van het opera-gebouw had ik achter een koppeltje moeten aanschuiven aan de vestiaire. Ze hadden zich volledig opgekleed, hij in kostuum en das, zij in een wild zijden avondjurk. Heerlijk om zien, al heb ikzelf noch het geduld noch de goesting om mij voor een opera-voorstelling in vest te hijsen.

Toen ik mijn weg verderzette na Julien, kwam ik ze terug tegen. Ik had nog net gezien dat hij haar iets had toegefluisterd, en ze was een beetje rood aangelopen:

“Watte?” vroeg ze hem zijn ontboezeming te herhalen.

“Jij bent mijn Salome,” vertrouwde hij haar toe, terwijl hij zijn blik verlegen afwendde.

Hij had er duidelijk niets van begrepen.

to wrap it up

Waarmee ik maar wil zeggen: al die dingen zijn echt gebeurd. De inspiratie is er, nu de tijd vinden om er iets mee te doen. En och, ik mag dan wel schrijven dat hij er niets van had begrepen, maar wat is mooier dan die steeds weer ontluikende liefde bij het begin van de lente? En hij mag dan misschien Salome niet geheel begrepen hebben, zijn gevoel is er alvast eentje dat perfect in de lijn van Walter Paters leer ligt.