fose IV

fose iv: mobiliteit
Elke dag leg ik het traject Gent-Brussel / Brussel-Gent af, goed voor een dagelijkse portie van 150 kilometerkens. Meestal met de Alfa (vebruikt toch ergens ts de 9-13 l/100km), soms met de Polo (verbuikt aanzienlijk minder, maar is ook aanzienlijk minder comfortabel). En elk seizoen –of liever na elke schoolvakantie– beginnen de files weer iets vroeger. In het begin vertrok ik nog rond 7u30, nu is dat al 6u (en ik vertrek terug op het werk om 16u) –ik heb er al genoeg over doorgedramd.

Dit jaar zie ik echter met veel genoegen de zomer (en vooral het goede weer) dichterbij komen. Geruime tijd had ik er al mijn zinnen op gezet –en vorig jaar was het bijna zover– maar ik had nooit een echt geldig excuus gevonden om de grote stap te zetten. Een excuus dat bovendien enig vermoeden van een mid-life crisis op een adequate manier kon maskeren.

Nu is het dus zover. In de Paasvakantie heb ik hem gekocht, de Triumph Sprint ST (bij BMC Ertvelde)

triumph, not to be confused with triumph

De foto hierboven is schaamteloos gepikt van motormaniacs (zie ook hun recente reviews)

Momenteel staan er nog maar een 350km op de teller –in volle rodage: max 3.500 toeren de eerste 160km, nu mag ik al naar 5.000 (goed voor zo’n 140km/h), en de toerenteller gaat tot boven de 10.000. Aan snelheid geen gebrek dus (bij geen enkele motor overigens).

Vanaf juni is het voor mij gedaan met filerijden (behalve tijdens de winter dan). Pas vanaf juni, jawel, want ik wil het ding eerst uit rodage hebben en een beetje beter kennen voor ik er mijn dagelijkse 150km mee afleg –tijdens het spitsuur bovendien. Begin juni ga ik dan ook eerst nog een cursus DRO Basic bij Motoren & Toerisme Aktief volgen (nadat ik eerder al de initiatiecursus had gevolgd).

Verder zijn alle kosten aan de motor volledig fiscaal aftrekbaar (itt tot de 0,40 EUR/km voor de wagen), inbegrepen de kledij (en ook de opleiding, als ik mij niet vergis). En het verbruik, tsja, 6-7l/100km ?

(wordt vervolgd)

verbouwingen

Ugh. Wij hebben ook zo eens een prijs gevraagd om ons ‘kot’ vanachter instapklaar te maken. Vroeger was daar een klein drukkerijtje in gevestigd, en het enige wat wij daar voorlopig in gedaan hebben is alle muren bloot gelegd en de rommel in een container weggesmeten. Toen we een architect aanspraken om ons ne keer nen prijs te maken (doel: guesthouse), wist hij ons te vertellen dat hij er voor zo’n zes tot acht miljoen (oude frankskens) wel iets zeer schoons van zou kunnen maken. Ongetwijfeld. Maar ik denk dat we daar nog even mee gaan wachten.

Ondertussen moet het dak op ons huis worden vervangen (was voorzien), en de verschillende (initiële) offertes plaatsen de kosten daarvoor tussen 13.000 en 26.000 EUR. Jaja. Dat het maar lang mooi weer blijft.

(En fose IV komt eraan –morgen.)

eternity

CriCri is een feit. Christel en Christophe zijn zaterdag getrouwd. In een druilerige regen, maar met een grandioos geslaagd feest. Heel eventjes hadden we nog gedacht dat Christel marginaal wat depri zou kunnen zijn door de regen op hun hoogdag, maar niks van dat alles natuurlijk. Christel een beetje kennende, heeft ze gewoon gedacht “Pffff. Wel, fuck die regen. I don’t need no stinkin’ sun op onze trouwdag, dit gaat over ons, en niet over het weer.” En gelijk had ze.

Henri was page –zoals zijn vader hem dat een jaar of 25 geleden had voorgedaan– samen met Femke. Een schoon koppelken, mag ik het zelf zeggen aub. ’s Ochtends had hij nog gezegd “nu wordt ik weel een beetje zenuwachtig”, maar hij heeft dat schitterend gedaan. Braaf en opgewekt, zich conscientieus van zijn zware taak kwijtend.

Het ventje moest de ringen van het bruidspaar meedragen, op een fluwelen kussentje. De ringen waren met linten stevig (?) vastgemaakt, en er was hem verteld dat hij die alleen aan meneer pastoor mocht afgeven.

(Een detail dat men ten andere tegen mij was vergeten zeggen. “Brunooken, ge moet die ringen mooi meedragen, en ge moogt die aan niemand afgeven, hé.“. Wat ik –mij zeer bewust van de ernst van mijn taak– dan ook niet gedaan heb, ook niet toe de priester probeerde de ringen van mijn scharlaken rode kussentje te nemen om ze te zegenen.)

Christel was de kalmte zelve. Ze genoot. Bij het binnenkomen van de kerk, pagekes voorop, de bruid en haar vader erachter, ontdekte ze plots een glanzend voorwerp op de rode loper. “Er ligt daar een ring,” fluisterde ze beheerst, en tot groot jolijt van de omstaanders. (De ring van de bruidegom.)

Christophe heeft zijn aanzoek gedaan op de top van het Belfort in Gent. Hij kon geen betere plek bedenken om dat te doen, dan op een van de hoogste punten van Christels geliefde stad. De tranen zijn toen ongetwijfeld rijkelijk gevloeid. Ze zijn echt wel een mooi koppel, die twee.

lentilles

Inderdaad, ik herinner mij nog een Michel die tijdens de les op zijn lenzen zat te ‘kauwen’. ‘Om ze proper te krijgen,’ was steevast het antwoord toen we informeerden naar het waarom. En altijd weer waren er een paar die vol afgrijnzen het hoofd wendden toen hij ze provocerend rechtstreeks van zijn mond op zijn oogbol plaatste. Om vervolgens aan de andere lens te beginnen. Spectakel gegarandeerd.

Geen idee of ik die harde lenzen zou kunnen verdragen. Ik hoor er eigenlijk alleen maar slechte dingen over. Ook Tessa heeft lang (harde) lenzen gedragen –wonderwel genoeg is ze die nooit kwijtgeraakt. Maar op een bepaald moment ging het niet meer. Ik weet niet of het een allergische reactie was, of enkel irritatie, of beide, maar plots kon ze die lenzen niet meer verdragen. En sindsdien brilt ze terug.

(Al heeft ze vorige week ook een paar zachte proeflenzen –daglenzen– meegekregen om eens te proberen. Maar ’t is er nog niet van gekomen.)

Ondertussen krijg ik er ook al wat handeling in blijkbaar. Vanochtend kreeg ik ze er allebei van de eerste poging in. Laat ons inderdaad hopen dat ik ze kan blijven verdragen.

kijkfile

Daarnet file vanaf Affligem. Niet de dagdagelijkse invoegfile, maar een stapvoetse, met-horten-en-stoten file. Ongewoon dus, en ik was me dan ook al een beetje aan ’t voorbereiden op het aanschouwen ener spectaculair ongeval.

Edoch niets van dat. Een op/afrit verder, bij Ternat hadden (ik vermoed) de mensen van VTM er niks beters op gevonden dan een paar ballontjes op te laten. Met daaraan bevestigd foto’s van de gezichten van de overblijvende kandidaten voor… idool 2003. Toen ik passeerde ging net de vierde ballon naar boven.

(Eenmaal de ballonen voorbij, lag de weg volledig open. Maar ondertussen begint de kijkfile al vanaf Aalst.)

(anti-climax)

Och. Ondertussen zijn het vier metamorfosen geworden. Al was het maar omdat ik dinsdagochtend echt wel onder de indruk was van het frisse lentegroen. En, after all, als lente niet De Groote Metamorfose is (hier gaan we weer, die twee o’s).

Voor de goede orde, de tweede metamofose was het haar; de derde dus de lenzen. De vierde is geen verhuis, geen kindje, geen werkplaatsverandering en niet naar het buitenland –sorry Michel, je loopt nog steeds het risico me ooit nog eens tegen het lijf te lopen in Gent 😉

De tuin. Het leuke aan een vlinderstruik is dat je die zo kort kan snoeien als je wilt, na een halve maand staat het ding er weer, en bijna groter dan voordien. Bij ons wordt die zo’n twee-drie keer (grondig) gesnoeid per jaar.

Klimop is ook nog zoiets. De linkermuur van de tuin (zuidkant, dus ligt bijna altijd in de schaduw) is volgegroeid met klimop. En die moet er allemaal af. Grondig nazicht van de muur (voor zover dat kon) heeft immers aangetoond dat het (on-)ding zowaar in en onder de muur begint te groeien, en ik heb geen zin om die muur plots te zien instorten. Dit weekend gaan we de klimop op een aantal plaatsen doorsnijden, zodat hij tegen de muur verdort (miljaar dat klinkt sadistisch).

Tegen de rechtermuur staan rozen. Die ook nog moeten worden ingesnoeid. (Hopelijk zijn we daar niet te laat mee.) Kortom, we weten weer wat te doen dit weekend –en bovendien is Henri page op de trouw van CriCri (Christel en Christophe). Ongetwijfeld meer daarover maandag. (Maar, jawel, eerste nog fose IV morgen; don’t set your expectations too high.)

fose III

fose III: a sight for sore eyes
Na zeven-acht jaar brillen heb ik er mij eindelijk aan gewaagd: yours truly gaat tegenwoordig met lenzen door het leven. Proeflenzen weliswaar, maar geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt terug naar die bril te keren.

De reden is velerlei. Ik zit momenteel aan mijn vierde bril –dat is een gemiddelde van 1 bril elke twee jaar; de eenarmige lijken liggen ergens in een schuif. Eentje is door Henri (onopzettelijk) van mijn hoofd geklopt (oortje afgebroken), op een ander heb ik zelf mijn (lompe) voet gezet (oortje afgebroken), en de allereerste, tsja, daar zitten zodanig veel krassen op, dat ik er bijna niet meer kon door zien.

De huidige bril is er ondertussen niet veel beter aan toe: goed bekrast, en het montuur springt alle twee dagen los. Om dan nog maar te zwijgen over de vingerafdrukken die zo gemakkelijk op het (kunst)glas achterblijven.

(Om foto’s te trekken is het ook al makkelijker, zonder bril –tenzij je een digitaal toestel met een LCD schermpje hebt natuurlijk. Ook fose IV heeft er lichtjes mee te maken. En ik kan terug een zonnebril dragen.)

Het is wel nog een beetje wennen, die lenzen. Ik heb ze pas sinds zaterdag; zelfs de (huidige) proeflenzen dienden besteld te worden; ik heb geen zware optiek nodig, maar ik heb wel zowat alles wat mis kan zijn aan het zichtsveld: verziend, bijziend, en astigmatisme.

Uithalen is absoluut geen probleem, en ook insteken wil best al vlotten. Behalve gisteren: thuis had ik er na een kwartier maar 1 lens in gekregen (rechteroog), en ik zag de autostrade naar Brussel in mijn geest zo dichtslibben. Dan maar die ene lens uitgehaald, de bril aan, en op weg. Op het werk (een half uur later dan gewoonlijk) ook nog eens een kwartier gespendeerd, en dan zaten ze er eindelijk in. Vanochtend heeft het slechts een minuutje geduurd.

Zaterdag terug naar de opticien, voor lichte correcties. Wegens mijn astigmatisme zitten er zogenaamde cilinders in de lenzen, en die zitten/liggen steeds onder een bepaalde hoek op de oogbol. Blijbaar is die hoek niet volledig correct, want ik zie (voorlopig nog) niet zo scherp als met de bril. Maar dat was normaal, zo had men mij verzekerd, en dat kon gecorrigeerd worden.

(Oh ja, het zijn zachte lenzen, maandlenzen. Elke maand heb ik dus nieuwe nodig, maar dat zal nu niet meteen het probleem zijn. It’s a keeper.)

fose II

fose II: wieden
Er groeit een vreemdsoortig onkruid in onze tuin. Het is een algehele bodembedekker, het blad ziet er een beetje uit zoals het blad van een klimop. Volledig uniform groen, en als ik zeg bodembedekker, bedoel ik wel degelijk bodembedekker. Op het gras na, is de ganse tuin ermee bekleed. Zo erg, dat een hele hoop laaggroeiende, pas uitkomende plantjes er volledig door overwoekerd zijn, en waarschijn het daglicht niet meer zullen zien.

Zondag heeft Tessa een gedeelte met de hand verwijderd, en een gedeelte met onkruidverdelger besproeid (ik weet het, ik weet het, niet meteen ecologisch verantwoord, maar we zijn ten einde raad). In het met de hand vrijgemaakte stukje hebben we opnieuw tijm en munt geplant (die was volledig overgroeid).

Het ergste van al was eigenlijk dat we rond de vijver (vijvertje !) een prachtige zilvergrijswitte plant (legitieme bodembedekker) hadden staan. Normaal gezien wordt dat elk jaar tot een prachtig wit bloemenveld herschapen (heerlijk geurend, een beetje naar vanille), maar er blijven, geloof ik, nog een drie- viertal takjes over. Echt zonde; ik ga die overblijfsels dringend in een pot overbrengen, zodat we nadien kunnen herplanten.

En nu nog het gras afrijden –hoewel het grasveld ondertussen ook al meer een bodembedekker-onkruidveld begint te worden.

(Kwestie van onkruid verdelgen en gras af te rijden, dan hebben Henri en ik maar meteen ons haar laten knippen. Henri ziet er weer schitterend uit, maar ik ben niet helemaal tevreden. Ik was net aan het sparen om weer de helmboswuivende Paris uit het begin van de jaren negentig te worden, maar dat zag er niet uit. Misschien moet het maar nog wat korter. Of -meer waarschijnlijk– is het gewoon hopeloos.)

fose I

(metamor)fose I
Vanochtend, op weg van Gent naar Brussel, viel het echt op. Het was meer dan een week geleden sinds ik het traject nog eens had afgelegd, en bovendien was ik lichtjes te laat (reden: zie fose III).

Welk een schakeringen van groen. Op die 10 dagen hadden alle bomen blaadjes gekregen (het leek wel een liedje van Jan de Wilde), en in het beginnende ochtendlicht was het een weldaad voor het oog. Het is wel degelijk lente.

Annex A
Lente is meestal ook het tijdstip voor de Grote Kuis (wat, geen twee o-s in grote deze keer ?). Zo ook op het werk. Tegen eind mei verlaten twee collega’s de werkplek. De ene gaat naar Brighton, de andere gaat voor de Europese Gemeenschap werken.
(En voor alle duidelijkheid: met Grote Kuis bedoel ik in dit geval absoluut niet good riddance. Best of luck with your new jobs!)

Annex B
(Is het enkel bij mij? Sinds Telenet anti-spam software geïstalleerd heeft, heb ik nog nooit zoveel spam gekregen via mijn pandora.be-account. Ik heb hun software overigens uitgezet, want je hebt er als gebruiker veel te weinig controle over, en de ingebouwde anti-spam in Apple Mail werkt meer dan behoorlijk.)
(Het zou mij overigens niet verbazen als het ganse pandora.be-bestand ofwel verkocht, ofwel gekraakt werd, en ze nu die anti-spam hebben ingeroepen als pleister op de wonde. Arrg. Complottheorie nr. 1)

des choses et d’autres

Deze week, om u te vermeiden, de Drie Groote Wijzigingen, van niks naar midlife crisis materiaal. Niks om u zorgen over te maken, het ene is al leuker dan het andere, en het geheel heeft an sich absoluut niks te betekenen.

Ondertussen heb ik het laatste deel van Lanoyes trilogie uitgelezen, en ik ben een beetje ontgoocheld door het einde. Hoewel het zich spectaculair genoeg aankondigde, vind ik toch dat er een beetje voor een te zware anti-climax werd gezorgd. (Misschien mis ik hier nu net de boodschap.) En daarmee heb ik bijna vier maand over een boek gedaan. Een absoluut record.