zoektocht

(Vanochtend nog een beetje liggen maffen, morgen opnieuw naar het werk.) En nu mag ik terug beginnen puzzelen hé.

  • de motor: net de vervangmotor gaan afhalen, en een beetje besproken wat de opties voor de volgende zijn.
  • Mijn rugzak (bij Decathlon) hadden ze nog -gelukkig, ik heb er een paar geprobeerd, en dit bleek de enige te zijn die waterdicht was. (En wreed schappelijk van prijs.)
  • Mijn broek: zou geen probleem mogen zijn, maar ik wil eerst:
  • Mijn vest: niet meer te verkrijgen (ik heb een te kleine maat); en voor een andere die ik ook best te pruimen vond: idem
  • De helm: ik ben nog op zoek.

De botten (laarzen) en de handschoenen mankeren niks. Voor de rest ga ik nu vooral voor dingen die opvallen. Niet schreeuwelijk fluo, maar toch íets van kleur (vs zwarte helm, en bijna volledig zwarte vest). En de motor zelf: als het dezelfde wordt (Sprint ST), heb ik niet veel keus: terug zilver (andere keuzes zijn Brits Groen, of Baby Blauw). Maar naar ’t schijnt is geel de meest opvallende kleur op de baan (vandaar ook de gele ambulaces en ditto MUG), en dan heb ik mijn oog laten vallen op dit. Vast staat dat het een drie cilinder blijft.

amai zijn muile

Gisteren even langs geweest bij BMC om wat foto’s te nemen van mijn Sprintje, en wat zaken te bespreken.

Om de twee weken tot mijn vakantie (Gentse Feesten) te overbruggen mag ik een motor lenen (diezelfde die ik ook bij onderhoud meekrijg). Volgens zowel de verzekeringsagent als BMC, zou ik bovendien tegen het einde van de maand opnieuw over een motor moeten kunnen beschikken.

Voor de nieuwsgierigen, hieronder een fotootje (klik voor groter –niet voor gevoelige zielen).

sprintje met zijn muileken open

la boum deux

Bedankt voor het medeleven. De bestuurder van de wagen was overigens een mevrouw, en ze was er echt het hart van in (al had ze beter gewoon haar spiegels gebruikt –tsja). Normaal gezien vertrekt ze later naar het werk, maar omdat ze morgen met vakantie vertrokken, had ze speciaal de namiddag vrij genomen om alles in orde te brengen, en daarom was ze dus vanochtend iets vroeger naar het werk getrokken. Ik ben vriendelijk gebleven tegen de mevrouw, conform het aanrijdingsformulier (grapje): het heeft toch geen zin om u daarin op te winden, en zoals ik al zei, ze was er echt het hart van in.

Hopelijk wordt de motor perte totale verklaard, en heb ik snel een nieuwe. Perte totale, want de kuip en de cockpit aan voorkant zijn volledig weg, de voorvork is krom, de linkerkant ziet er ook niet te best uit (volledig geschaafd), er lekt olie, etc.

Ik zie het allemaal nog zo in slow motion gebeuren: de wagen plots voor mij, de bumper van die wagen, het normale gezichtsveld dat plots wegdraaide, mijn hoofd toen ik het asfalt raakte, hoe zacht het asfalt voelde, hoe ik stil lag en de motor bleef door glijden, een spoor van brokstukken achter zich meeslepend. Ik had zin om te blijven liggen, maar iets in mij heeft me doen beseffen dat de rest van het verkeer misschien niet was gestopt, en ik ben rechtgeveerd nog voor de motor tot stilstand kwam. In het zog van de motor een spoor van vernieling, stukken windscherm, kuip, versnellingspedaal, linkerspiegel, glas van de lichten.

Een paar motards reden gewoon voorbij, maar al gauw stopten er drie anderen, waarvan één dus een politieagent (in burger) op weg naar het werk. Hij stopte achter de motor, en regelde het verkeer, en legde –samen met de mevrouw van de politie (in burger) die al eerder was gestopt– het verkeer stil zodat we naar de pechstrook konden uitwijken. Ik kan die mensen niet genoeg danken.

Het is echt jammer, want ik was behoorlijk gehecht geraakt aan mijn Sprintje. (Daniël van BMC stond er ook meewarig naar te kijken, toen ik de motor met de takelwagen binnenbracht.) Bovendien was ik niet in de fout, en had het ongeluk helemaal niet kunnen vermeden worden. Iedereen heeft het er maar over hoeveel geluk ik heb gehad. Ik weet het niet; ik reed absoluut niet te snel, heb goed gereageerd, en had de goede kledij aan (belangrijk, belangrijk, belangrijk!!!). Ik reed bovendien niet tussen de file door, maar had een volwaardige plaats op het derde baanvak.

Och, als de afhandeling met de verzekering e.d. wat meezit, ben ik al tevreden.

boem! pets! patat!

Het moest er eens van komen. Bij de motorrijders zeggen ze altijd, er zijn twee groepen motards: zij die al eens gevallen zijn, en zij die nog moeten vallen. Ik denk dat ik gepromoveerd ben.

Wie daardoor in een extra file heeft gezeten richting Brussel (aan de op- en afrit Affligem), sorry!

Oorzaak.
Er is altijd file aan Affligem. Er wordt altijd traag gereden. Er was deze keer net iets minder file, dus ik reed mooi op het derde baanvak (zo’n 70 per uur), toen plots, letterlijk in één oogopslag, op de lege plaats vóór mij, een wagen opdook. Zonder richtingaanwijzers, zonder te kijken, van een file van 50 per uur, naar eentje van 70 per uur.

Gevolg.
Mijn helm is bekrast, mijn vest is kapot, evenals mijn broek, en mijn motor, tsja, die is nu een naked geworden. Meer dan ooit ben ik overtuigd van het nut van goede kledij –ze hadden mijn linkerschouder van het asfalt mogen schrapen, net zoals het vel van mijn linkerdij.

Voor alle zekerheid maar naar ’t spoed getogen, waar men foto’s heeft gemaakt (ik kende de weg nog van met Henri, een week geleden), en zelfs een EEG heeft afgenomen. Alles in orde, behalve dan dat ik een lichte hersenschudding heb. Wat betekent minstens tot maandag of dindsdag thuis, lichten gedimd, concentratieproblemen, helse koppijn (en ik schrijf al een uur aan dit stukje tekst, telkens vijf minuten, en een onderbreking van tien).

Met dank aan de twee vriendelijke motards die gestopt zijn, en de mevrouw van de politie op weg naar haar werk, waardoor we snel de wagen en de motor naar de pechstrook konden overbrengen.

Enfin, ik ga wat rusten.

scraaaaaatch

Griezelig. Tussen twee bestelwagens door, of erger, tussen twee vrachtwagens door rijden, waarbij je net genoeg plaats hebt om net dat te doen: rechtdoor rijden. Als een van beide voertuigen ook maar iets meer naar de binnenkant afdraait ben je, in het beste geval, een spiegel kwijt, in het slechtse een vinger, een hand, een been. Adrenaline.

Hoewel het bewolkt is, en de regen dreigt, is het behoorlijk warm. Niet te warm waardoor het zweet van je afdruipt als je in de file moet vertragen, en niet te koud, zodat je geen extra thermische laag onder je motorvest meer moet dragen. Het is gewoon heerlijk rijden.

Zo moet ook die ene motorrijder gedacht hebben, toen hij na mij, de corridor tussen twee (lichte) vrachtwagens in reed. Ik zag de man in het rechtse voertuig nog in zijn spiegel kijken, kwaad, als een visser die zijn beste vangst door de mazen van het net zag glippen. Even op het gas en ik was erdoor.

De motorrijder achter mij had minder geluk. Hij twijfelde net iets te lang tussen gas geven en remmen, waardoor de rechtmuur van de gang hem insloot. Gelukkig heeft hij toen niet geremd, en gelukkig ging de linkerkant van de muur verder naar links, waardoor hij ongehavend uit de strijd terecht kwam.

Niet zo de vrachtwagenchauffeur. Niet alleen moest hij in zeven haasten op zijn rem gaan staan (bijna een kop-staart aanrijding), maar in het voorbijrijden gaf de bestuurder van de motor nog snel een mep op de spiegel.

Hij gebruikt hem toch niet. Ik zag het hem zo denken.

long way

(Ik moet eens wat minder cryptische titels beginnen gebruiken; ik vind met moeite mijn eigen dingen terug, en ik heb natuurlijk niet eens een search geïnstalleerd. Er is natuurlijk altijd google; gebruik site:.volume12.net gevolgd door de zoekterm –ik zal binnenkort een search toevoegen. Al was het maar voor mijn eigen gemak.)

How’s that for an introduction (die verder niks met deze entry heeft te maken).

Het viel mij vanochtend op hoezeer ik al met de motor begin vertrouwd te raken (na +20.000 km). Vroeger werd ik al snel zenuwachtig als ik tussen de auto’s door moest rijden –en dan vooral als er van die dikke witte stippellijnen liggen, die een centimeter hoger zijn dan het wegdek, waar je wielen steeds afglijden. Nu aanvaard ik dit als gewoon, en word ik zelfs niet meer nerveus als de motor even een centimeter of drie verglijdt. (Note to self: niet te optimistisch worden.)

Van zo goed als geen ervaring met een motor, naar een initiatieles, de aanschaf van een motor, een basiscursus, een RECE opleiding, en een dag vrij rijden op het circuit van Zolder, en 20k km op de teller. En dat alles in amper een jaar tijd. In augustus doe ik nog eens een RECE opleiding (met BMC in Folembray), en hopelijk ergens in juli ook nog één (ik zou graag nog eens terug naar Croix gaan).

Ik zou het niet meer kunnen willen missen.

…is half gewonnen

Om de twee dagen moet ik benzine tanken met de motor. Met mijn Gent-Brussel-Gent trajekt rijd ik om de twee dagen 285km, en daarvoor verbruik ik gemiddeld iets meer dan 15 liter.

Normaal gezien vergeet ik zoiets niet. Het is een soort tweedaags ritueel, waarbij ik de ene dag ‘volle gaz’ voorbij Wetteren kan doorrijden, en de andere even een korte pauze neem bij het benzinestation. De motor is dan net goed opgewarmd, dus tegen dat ik weer van de oprit op de autosnelweg zit, ben ik al de 110 voorbij (een goed verstaander etc). Terwijl de automobilisten, die hetzelfde proberen eerst heel goed moeten opletten of ze niet voor de wielen van een vrachtwagen terecht komen.

Vandaag was een voorbij-rij-dag. Dat dacht ik toch, tot ik plots, tussen Wetteren en Aalst, een verklikkerlichtje zag oplichten. Benzine. Shit. In gedachten zag ik me al op de pechstrook –met de helm op (dat is bij wet verplicht)– de motor een paar tientallen kilometers voortduwen tot het volgende pompstation (Grootbijgaarden?).

Ugh. Snelheid naar beneden, toerental naar beneden, lossen die gashendel. Tot ik het Texaco station in Grootbijgaarden zag. Nog even op het gas, en 10 liter bijgetankt (ik ben nogal gehecht aan mijn vaste benzinepomp in Wetteren). Ik ben het vergeten na te kijken, maar ik moet ongeveer 330km afgelegd hebben op één tank.

Wedden dat ik morgen weer vergeet in Wetteren te stoppen?

thruxton

Ja maat, wreed wijs.

Vanochtend naar BMC gereden, om een paar Triumphs te testen. Ik dacht vroeg genoeg te vertrekken (ik was er stipt op het aanvangsuur: 10), en dat er ’s ochtends wel niet te veel gegadigden zouden zijn. Hm. Ik was echter maar net op tijd om nog twee slots te kunnen vullen: met de Thruxton 900 en de Bonneville.

Triumph Thruxton

De Thruxton (70pk, 72Nm) heeft dezelfde motor als de Bonneville (62pk, 60Nm), maar met iets grotere inhoud (865cc vs 790cc). Niet alleen is de motor krachtiger, ook de zithouding is radicaal anders. Terwijl de Bonneville een cruiser is (houding: rechtop gezeten), wordt de Thruxton gedefinieerd als een café racer. De zithouding is sportief, benadrukt door de erg naar achter geplaatste voetsteunen, en de laag geplaatste clip-ons (stuur). En toch is de zithouding net zo comfortabel als op mijn Sprint ST; alleen de zit is wat harder.

Maar jongens, stuurt dat ding goed, en gemakkelijk. En het remt verschrikkelijk goed. De motor valt als het ware in de bochten, en boezemt verschrikkelijk veel vertrouwen in.

Zeggen dat ik eerst nog had getwijfeld of ik wel met die tests ging doorgaan. Ik rij nog maar een jaar met de motor, en om dan meteen op een paar wildvreemde dingen te stappen. Maar dat viel dus verschrikkelijk mee. De Thruxton zit gewoon goed, en voelt goed aan.

Het tempo van de rit lag tamelijk hoog –op weggetjes waar ik nog nooit was geweest; de mensen van BMC hadden een goed ‘parcours’ uitgestippeld. Op geen enkel moment heb ik moeite gehad om de anderen bij te houden –behalve dan in de echt snelle accelleraties, waar de grotere power van de Daytona (600 en 955) en de Speed Triple heel duidelijk waren.

Hoewel de Thruxton geen lichte motor is (205kg drooggewicht), krijg je dat gewicht op geen enkel moment te voelen (zelfs niet als je stilstaat). Deze motor is echt serieuze fun, en als ik in de markt was voor een nieuwe, zou hij heel zeker hoog bovenaan mijn verlangenlijstje staan.

(De Bonneville is totaal anders: comfortabeler, braver, maar zeker behoorlijk –ook voor het bochtenwerk. Rechtop zitten op een motor is duidelijk niet voor mij: laat mij maar naar voren leunen op de clip-ons, voeten naar achter, en benen tegen de tank.)

lente

’t Is wel degelijk lente. Of goed weer. Zo’n goed weer zelfs dat de file op het twee-en-een-halve baanvak in gebruik wordt genomen. En ik vermoed dat er na dit weekend waarschijnlijk nog meer motards hun ros van stal gaan halen –zoals dat dan heet.

Niet dat ik daar iets op tegen heb –hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Zolang het maar rapper blijft gaan de file van de vierwielers.

Morgen ga ik waarschijnlijk langs bij BMC (Ertvelde): gisteren, vandaag en morgen kan (kon) je daar immers proefrijden op een aantal Triumph modellen (neen, ik ga er geen flauwe grapjes rond maken). En ik wil best eens op de Daytona 600, de Speedmaster, en als het even kan, de Thruxton stappen.

Kwestie van het verlengd weekend goed te beginnen.

otomoto

Mijn noodstop blijk efficiënt te zijn. Als je elke dag ongeveer een uur tussen (bijna) stilstaande auto’s doorrijdt, ben je op heel wat voorbereid. (Richtingaanwijzers blijken bij veel wagens een onbetaalbare optie.)

Maar goed, hoewel de naald van mijn snelheidsmeter op de autsnelweg wel eens met de grens van de legaliteit durft te spelen (*kuch*), kan ik met de hand op het hard beloven dat die grens nooit of te nimmer (zeg nooit nooit) wordt overschreden eenmaal de snelweg verlaten.

Gisterenavond heeft het maar weinig gescheeld. Locatie: de hoek van de Kortrijksepoortstraat, waar de Charles de Kerchovelaan overgaat in de Ijzerlaan. Situatie: groen licht, op de brede scheiding tussen meegaand en tegemoetkomend verkeer, staan een heleboel auto’s te wachten om het kruispunt over te steken. Aan de lichten staan in beide richtingen flitspalen, dus het verkeer houdt zich daar (sowieso) aan de regels.

Net op het moment dat ik voorbij het groene licht rij, besluit een van de wachtende auto’s, dat het nu wel eens een geschikt moment zou kunnen zijn om het kruispunt over te steken.

Mijn noodstop werkt.

Alles stond plots stil. In gedachten belde ik al naar mijn verzekeringsmakelaar, terwijl ik terzelfdertijd het zachtste plekje van de overstekende auto probeerde uit te zoeken. Want die wagen stak niet alleen het kruispunt over, nee, hij stond stil pal op de twee baanvakken in mijn rijrichting (het verkeer in de Kortrijksepoortstraat stond immers stil).

Rechts van mij kwam een Range Rover met piepende banden tot stilstand. De motor slipte op de tramsporen, en even leek het alsof hij onder mij vandaan ging glippen. Net op het moment dat ik mij schrap zette voor de klap, stond ik stil. Recht en wel.

Terwijl De Omstaanders de meest obscene gebaren naar de onvoorzichtige automobilist maakten, zette deze onverstoorbaar zijn weg verder, als van geen kwaad bewust. (Als ik mij niet vergis, sloeg een juffrouw met een fiets zelfs met haar hand op het dak van de wagen.) Eigenaardig hoe je zo al die details onthoudt.