Mijn noodstop blijk efficiënt te zijn. Als je elke dag ongeveer een uur tussen (bijna) stilstaande auto’s doorrijdt, ben je op heel wat voorbereid. (Richtingaanwijzers blijken bij veel wagens een onbetaalbare optie.)
Maar goed, hoewel de naald van mijn snelheidsmeter op de autsnelweg wel eens met de grens van de legaliteit durft te spelen (*kuch*), kan ik met de hand op het hard beloven dat die grens nooit of te nimmer (zeg nooit nooit) wordt overschreden eenmaal de snelweg verlaten.
Gisterenavond heeft het maar weinig gescheeld. Locatie: de hoek van de Kortrijksepoortstraat, waar de Charles de Kerchovelaan overgaat in de Ijzerlaan. Situatie: groen licht, op de brede scheiding tussen meegaand en tegemoetkomend verkeer, staan een heleboel auto’s te wachten om het kruispunt over te steken. Aan de lichten staan in beide richtingen flitspalen, dus het verkeer houdt zich daar (sowieso) aan de regels.
Net op het moment dat ik voorbij het groene licht rij, besluit een van de wachtende auto’s, dat het nu wel eens een geschikt moment zou kunnen zijn om het kruispunt over te steken.
Mijn noodstop werkt.
Alles stond plots stil. In gedachten belde ik al naar mijn verzekeringsmakelaar, terwijl ik terzelfdertijd het zachtste plekje van de overstekende auto probeerde uit te zoeken. Want die wagen stak niet alleen het kruispunt over, nee, hij stond stil pal op de twee baanvakken in mijn rijrichting (het verkeer in de Kortrijksepoortstraat stond immers stil).
Rechts van mij kwam een Range Rover met piepende banden tot stilstand. De motor slipte op de tramsporen, en even leek het alsof hij onder mij vandaan ging glippen. Net op het moment dat ik mij schrap zette voor de klap, stond ik stil. Recht en wel.
Terwijl De Omstaanders de meest obscene gebaren naar de onvoorzichtige automobilist maakten, zette deze onverstoorbaar zijn weg verder, als van geen kwaad bewust. (Als ik mij niet vergis, sloeg een juffrouw met een fiets zelfs met haar hand op het dak van de wagen.) Eigenaardig hoe je zo al die details onthoudt.