reclame

De –overigens uitstekende– website motornet.be heeft recent het Motornet Racing Team opgericht. Hun piloot, Bob Wilms, heeft er net het eerste raceweekend op zitten, en daar hoort een verslagje bij.

Boeiend om lezen, maar dan:

Naarmate de race naderde voelde ik mij steeds beter in mijn vel. En daar had ik ook alle reden toe. De Yamaha R6 presteerde perfect, de Pirelli banden boden de grip die ik nodig had en in mijn nieuwe uitrusting voelde ik me kiplekker. De speciale set ondergoed van Katatec die ik onder mijn Spidi pak droeg zorgde ervoor dat ik ondanks de stralende lentezon niet of nauwelijks transpireerde waardoor ik zowel psychologisch als fysisch in een optimale staat aan de start kon verschijnen.

Huh?

Tot ik onderaan een aantal sponsors vermeld zie, en ook in de tekst het volgende staat: en geniet hij ook de steun van Yamaha, Pirelli, Spidi, Sidi, AGV, HP Motoren, Motorsportschool Zolder en Katatec

Een publireportage? (zoals dat heet in boekskens)
Grappig 🙂

Fahrvergnügen

Op mijn du(i)zenden gemakken naar het werk gereden, vanochtend. Helemaal geen zin om te snel te rijden (niet dat ik mij anders niet aan de legale snelheden hou op de autosnelweg –*kuch*), en blijkbaar heeft het karma in mijn voordeel gewerkt.

Normaal gezien zijn er geen snelheidsmeters in de wijde omtrek te bekennen –de veldwachters beginnen hun werk pas als het echt goed weer wordt– maar soms sluipt er wel eens zo’n witte volvo tussen de vrachtwagens op het eerste baanvak. Zo ook vandaag. Ik had me net terug op het eerste gezet, toen de anders zo gezapige stroom van wagens ontaardde in een rij remlichten. En voorwaar, vier auto’s voor mij, ook al op het eerste, de Witte Volvo.

En even later, als bonus leek het wel –ter hoogte van Wetteren– was het net alsof we in een wolk reden. Niet zomaar een paar nevelslierten, maar een watt(er)ige substantie ( de toutes les matières, c’est la ouate qu’elle préfère), die evenveel neerslag achterliet op mijn vizier als was het dat het echt aan het miezelen was. Zeer aangenaam.

En nee, ik heb geen rare champignons gegeten bij mijn omelet deze ochtend.

ei

“Ik heb trouwens nog een eitje met u te pellen.”

Oh-oh. Niet goed. Bad boy, dacht ik nog.

“Ge zijt toch wel voorzichtig hé, op de motor. Wat ik nu weer gezien heb…”

Het is één ding om de tragische berichten van de motor-ongevallen in de krant te lezen, het is geheel iets anders wanneer je partner van MUG-wacht is en de slachtoffers van wel heel nabij mag ontmoeten.

Alle zin die Tessa mogelijks nog mocht hebben om zelf met de motor te rijden, is haar na dit weekend ontnomen. Ik hoef geen verdere details te geven (we zijn tenslotte geen sensatieblad), maar laten we het erop houden dat ook de beste protectie (helm, kledij, etc) nog geen garantie is voor overleving, als de discipline in de rechterpols er niet is.

Ik ga alvast mijn noodstops nog eens oefenen.

lessen

“De eerste is enkel om te vertrekken. Eenmaal vertrokken gaat ge gewoon naar tweede en dan komt ge naar die eerste niet meer terug.”

-Maar kunt ge ook uit een andere vertrekken?

“Tuurlijk. Kijk: tweede. Hoger toerental, trager loslaten. Derde: nog hoger toerental, nog trager loslaten. Enzovoort.”

Drie mensen hebben mij leren autorijden. Aanzetten heb ik vooral van nonkel Mark geleerd, mijn oorspronkelijke rijstijl heb ik dan weer van mijn moeder geërfd, en met mijn vader zijn wagen heb ik vooral veel mogen oefenen.

Mijn moeder had het geduld niet om mij te leren beide voeten gesynchroniseerd te laten werken. Met de linkervoet langzaam –maar toch snel genoeg– de koppeling laten opkomen, met de rechtervoet net genoeg het gas induwen zodat de wagen niet stilviel. Maar ook weer niet te veel, want dan vertrok je met piepende banden. En viel je toch opnieuw stil van het schrikken.

Mijn vader liet je dan weer gewoon doen. Twintig keer stilvallen? Geen probleem: al doende leert men.

De wagen van mijn vader was een Rover SD1 Vanden Plas, met een dieselmotor. Handgeschakeld, al maakte dat voor mijn vader niet veel uit, want echt veel schakelen deed hij niet. Eerste, en dan derde of hoogste, en wat ertussen lag was niet echt belangrijk. Een noodzakelijk kwaad op weg naar hoger.

Bij een dieselmotor was het erg belangrijk dat je wachtte tot de motor opgewarmd was voor je startte, en daartoe diende je het verklikkerlichtje op het dashboard in de gaten te houden. Eerst de sleutel twee klikken draaien, waarop het electrisch circuit aanging, dan wachten tot het lichtje uit was, en dan pas mocht je starten. Toen ik tijdens mijn officieuze rijlessen (ik was 14 of 15), vanop de Antwerpse Steenweg in Lochristi de Stationstraat wou indraaien, viel de motor stil (slecht gekoppeld). Op de toen razend drukke steenweg (nu is er een snelheidslimiet) heb ik nooit meer een dieselmotor zo snel gestart als toen. Mijn vader bleef bij dat alles stoïcijns kalm, terwijl de zenuwen van mijn moeder het bijna begaven.

de maestro

De wagen van mijn moeder was een benzine (vanzelfsprekend!), een Austin Maestro 1,6 (British Leyland, later overgenomen door Rover). Een grasgroen vinnig ding, waar ik later in no time de plastic wieldoppen van had afgereden (te snel optrekken). En dat was overigens niet het enige dat ik eraf heb gereden.

(Daarvoor had ze een Princess (ook al van Leyland) of twee versleten, in diezelfde groene kleur als de Maestro, en nog daarvoor een Opel Manta A (ik denk een gele).)

Later heb ik nog zo’n jaar rondgereden met een camionette (ik ben al vergeten welk merk), en daar heb ik vreselijk veel fun mee gehad. Vervolgens kwamen er nog een Renault R5 Prima en een Volkswagen Polo (van Tessa), de Alfa 156, en nu de Lancia Y.

Maar het is allemaal begonnen met het (on)geduld van mijn moeder, de kalmte van mijn vader, en de uitleg van nonkel Mark. Dat, en de Golf GTi van de vader van een buurjongen, die bij Volkswagen werkte en telkens de nieuwe modellen mee naar huis kon nemen. Nonkel Mark had het nog niet goed uitgelegd, of we zaten stiekem met ons zessen op 15-jarige leeftijd om beurten de binnenwegjes van Lochristi en Destelbergen onveilig te maken tussen 2 en 4 uur ’s nachts. Het is een wonder (1) dat we er nooit een in de prak hebben gereden en (2) dat we nog leven. (Maar ik denk niet dat zijn vader het ooit ontdekt heeft.)

water

Hm. Het KMI zit er niet vaak naast. Gisterenavond was het dan ook prijs: miezelen vanop de ring, een ware zondvloed op de autostrade. Levensgevaarlijk.

Je zag geen hand voor de ogen. Bijna letterlijk. Mijn zicht werd bemoeilijkt door:

  1. Mijn zonnebril: voor ik op het werk vertrek, doe ik mijn lenzen uit. Ik laat ze in hun potje op het werk, zodat ik ze niet kán vergeten thuis. Doordat die lenzen de ganse dag op mijn ogen hebben geplakt, zijn mijn ogen wat gevoelig. Als ik geen zonnebril draag, worden mijn ogen geïrriteerd en tranen ze. (Niet zozeer door de zon, maar door een combinatie van uitlaatgassen en wind.)
  2. De regendruppels op het vizier. Af te vegen met de handschoen (goed voor twee seconden onbelemmerd zicht).
  3. Aanslag: de damp aan de binnenkant van het vizier. Remedie: het vizier een ietsiepietsie openzetten.
  4. Als gevolg: de regendruppels aan de binnenkant van het vizier. Remedie: geen.
  5. De douche: opspattend water van vrachtwagens. Fucking hell; die mensen kunnen er ook niet aan doen, maar wat een water displacement

Huh. Niet grappig.

geleerd

Maartse buien en aprilse grillen. De regen val best mee –voorlopig slaag ik er nog in tussen de buien door te rijden. Maar de wind. Best gevaarlijk. En op de laatste 12 uur heb ik toch weer een aantal dingen bijgeleerd wat betreft de motor.

  • Wind: de gemiddelde windstoot heeft best de kracht om de motor van onder je uit te blazen. Gisterenavond heb ik me de ganse rit van Brussel naar Gent door de wind laten meedragen, maar eenmaal bovenop de arfrit aan de Zuid gekomen was er een windstoot die ik van de verste verte niet had voelen aankomen. Bijna onderuit, en bijna tegen de auto op het baanvak naast mij gewaaid. Bijna.
  • Angst: een gezonde dosis angst maakt je alerter. Je mag niet bang zijn natuurlijk, want dan kan je niks meer. ’t is een fijne grens.
  • Kracht: 100Nm torque en 120pk zorgen voor een grote versnelling en een pak kracht die op het asfalt wordt neergezet. Bij een droog wegdek wordt dat door een (bijna letterlijke) samensmelting van rubber en asfalt opgevangen, maar bij een natte baan is er behoorlijk minder grip. Bijna een tweede keer onderuit.
  • Afstand houden. Dat is iets wat de meeste mensen nog steeds niet doorhebben. Een motorfiets remt snel. En remt niet alleen als de rem wordt ingetrokken, maar er kan –en er wordt vaak– ook op de motor geremd (door naar een lagere versnelling terug te schakelen). Bijna zat die BMW in mijn gat.

Maar ik ga veel liever met de motor dan met de wagen. Veel meer opties, veel meer uitwijkingsmogelijkheden, veel alerter rijden. Nu het weer nog.

the call of the wild

…zullen we dan maar zeggen. Ik dacht nog zo dat ik –behalve aan vrouwen, chocolade en alcohol– nergens aan verslaafd was. Maar ik kan het niet meer aan. Ik kan het niet meer horen. Dat heerlijke geluid van een twin of een triple –of als het echt moet, een vier cilinder.

In de straat woont er iemand met een duc, een knalgele 749, en ik word gewoon gek van het geluid. Ik wil zelf op die machine rijden. Ik wil terug op circuit gaan rijden, al heb ik het nog maar twee keer gedaan en is het nog maar de eerste echte zonnige dag. Dat belooft.

crack of dawn

Heel erg aangenaam. Wreed plezant. En ik was me net op een lyrische ontboezeming aan ’t voorbereiden over het ochtendgloren tegemoet rijden (serieus, van Gent naar Brussel, van West naar Oost, komt zo stilletjes aan de zon op tussen mijn vertrek rond zes en mijn aankomst rond zeven uur).

Edoch vanaan de af/oprit Merelbeke stond all in grote flitsende letters *FILE* (zou die <BLINK> tag nog werken) op alle overhangende borden te prijken. Al dan niet vergezeld van een onheilspellende “10 km” aanduiding. En voorwaar: net voorbij Wetteren was het prijs. Stilstaand verkeer. Tot een beetje voor de afrit Aalst. Met de motor geen probleem natuurlijk, netjes tussen de file door laveren. Aan 50 per uur, maar dat is nog altijd 100 keer sneller dan 0,5 per uur.

Nog niks te zien op de krantensites, maar wel op de site van radio1: E40 File tussen Erpe-Mere en Aalst. Takelen van vrachtwagen. Wat er juist gebeurd is weet ik niet (mijn aandacht was bij het verkeer –zei hij met uitgestreken gezicht), maar het zag er nogal aan- (of eerder: uit-) gebrand uit.

jaargang twee

Zaterdag heb ik hem dan van stal gehaald, de motor. Proper afgestoft, geschrokken van de te lage bandenspanning, en naar buiten gerold. Om vervolgens gedurende toch wel een vijf/tiental minuten te proberen hem aan de praat te krijgen.

…wat uiteindelijk ook gelukt is. Maar niet zonder toch wel geruime tijd binnensmonds te vloeken terwijl bijna het angstzweet op mijn rug verscheen. Maar hij startte.

Daarna gaan tanken, en de banden op spanning gebracht (ook een first). Een beetje onhandig, want het procédé daarvoor verschilt nogal vs het slangetje van de gemiddelde fietspomp op een ventiel te vijzen. Hier viel niks te vijzen, maar een soort ‘dop’ werd gewoon op het ventiel geplaatst (ik hoorde al lucht ontsnappen –paniek!) waarna je een hendel indrukt. Iets te lang geduwd bij de voorband, want de drukmeter toonde plots 2,8 ipv de benodigde 2,5.

Vanochtend naar het werk vertrekken was zalig.
(Al is mijn lichaam duidelijk de zithouding niet meer gewoon, en al evenmin de druk op de polsen.)

de nieuwe verkeerswet

Er wordt veel spel gemaakt van de nieuwe verkeerswet en de bijhorende ‘superboetes’. Gezien mijn dagelijks traject Gent-Brussel-Gent van zo’n 150km ben ik vanzelfsprekend benieuwd naar wat dit juist inhoudt.

Allen naar de site van de BIVV (die vanochtend tot 8u ‘plat’ lag, maar dat kan altijd wel eens gebeuren).

Weinig te zien over de nieuwe verkeerswet, behalve dan de persberichten van 17/12/2003 en 31/12/2003, en een brochure De straatcode, de straat voor iedereen.

In DM van vandaag staat nochtans: Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) lanceert een informatiecampagne. Edoch ook onder ‘Campagnes’ op de site is er niks te zien (behalve de lopende campagne “Voetpad is geen parkeerpad”). Onder ‘Toekomstige Campagnes’ staan de campages van 22/9-26/10/2003 (‘snelheid’) en 01/12/2003-15/01/2004 (‘alcohol’).

Naast de informatiecampage naar de ‘burger’ blijkt ook de politie niet goed op de hoogte gebracht: Politie mist software voor nieuwe verkeerswet (DM 24/02/2004).

Kortom de overheid heeft het allemaal weer eens goed gecoördineerd.

En het enige wat ik wou was een document met een overzicht van de overtredingen en de boetes (er is er wel eentje met de tarieven van de snelheidsovertredingen (PDF) op de site van de Lokale Politie).

Ik zal wel weer te kritisch zijn zeker?

[update]: Jawel: http://www.verkeerswet.be/. Net verschenen op de site van de BIVV (het voetgangerslicht rechts onderaan is een link; net boven ‘BOB & the gang’). Proper en schoon uitgelegd, met een brochure die te downloaden is als PDF: Sta even stil bij de nieuwe verkeerswetgeving (173KB).
En het stond ook al prominent op de site van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Die overheidssites lijken wel één grote doolhof.

[update 25 feb 2004] DM publiceert een artikel met een overzicht van de nieuwe verkeerswet. Zware overtreding, hoge boete (PDF 129KB).