vraag en aanbod

In het artikel Ook kleinere biljetten uit de automaat (DS 31/08/2006) peilt (kdr) naar de reactie van de banken op het initiatief van Dexia dat, net zoals bij de ING, het mogelijk zal maken om voortaan ook biljetten van 10 euro uit de automaat te halen.

“Onze automaten hebben weliswaar ook drie laden,” zegt de woordvoerster van KBC, “maar er is toch nog het meeste vraag naar biljetten van twintig en van vijftig euro.”

Het aanbod bepaalt bij KBC duidelijk de vraag.

geen warm hart

– Hallo, met Bruno Bollaert, met wie spreek ik alstublieft?

“Spreek ik met Bruno Tessa?”, klonk het van de andere kant. Duidelijk niet, dacht ik, ik heb u net mijn naam gezegd. Want als ik de (vaste) telefoon beantwoord, ben ik altijd zeer beleefd. En ik verwacht van u hetzelfde, met als minimumvereiste dat u zichzelf identificeert, vooral wanneer de caller IDwithheld‘ vermeldt.

– Nee, met Bruno Bollaert, maar met wie spreek ik alstublieft.

“Dan heb ik de verkeerde naam gekregen, sorry daarvoor. Mag ik u iets vragen, Bruno?”

Oeps. Dubbele fout mevrouw. Ten eerste hebt u mij nog steeds niet verteld wie u bent, en ten tweede, ondanks het feit dat ik niet weet wie u bent, spreekt u mij bij de voornaam aan. Noem mij oudbollig ende conservatief, maar voor de rest van uw verhaal zal u van goeden huize moeten komen als ik u nog ter wille zal moeten zijn.

– Dat mag u, mevrouw, maar wie bent u?

“Wel, Bruno, misschien kent u de organisatie Child Focus?”

En dan steekt ze van wal:

“Kan ik u optekenen voor een post-it pakket, Bruno?”

– Nee, mevrouw, dank u.

“Of misschien heeft uw bedrijf CDs nodig?”

– Nee, mevrouw, dank u.

“Of misschien briefpapier?”

– Nee, mevrouw, dank u. Ik denk niet dat ik op uw verzoeken ga ingaan.

“Of een muismat, misschien, Bruno?”

– Nee, mevrouw, echt niet.

“Dat begrijp ik hoor, maar misschien dat het volgend jaar wel zal lukken, Bruno?”

– Nee, mevrouw, ik zou liever hebben dat u niet meer belt.

“Het is natuurlijk wel voor het goede doel hé Bruno. Draag je het goede doel geen warm hart toe?”

Waarop ik toch maar de verbinding heb verbroken.

welopgevoed

Een kind moet kunnen spelen; rondlopen, in de plassen springen, met andere kinderen rotzooien, vuil worden. Dat staat buiten kijf. Maar als uw kind gedurende een half uur met een stok op alles loopt te slaan wat het op zijn weg tegenkomt –van tafels tot stoelen en bomen en tentzeil– en daarna op hetzelfde élan alle andere kinderen opjaagt, en ei zo na met stenen naar de mensen begint te gooien, dan had u al drie kwartier eerder moeten optreden.

Kijk, makker, ik heb zelf een kind, en ken een hoop mensen met evenveel kinderen, met twee, met drie, en zelfs met vier. En zij slagen erin hun kind(eren) in de hand te houden. De opvoeding ligt bij de ouders, niet bij de maatschappij. Zelfs niet als u insisteert dat zij tijdens hun puberteit uw huishouden overnemen.

overbrugd

De tunnels van het Gentse Sint-Pietersstation waren leger dan op een zondag, en op perron 10 waren de mensen voor de P-trein naar Brussel op twee handen te tellen. In Noord was het hetzelfde verhaal. Bovendien waren alle broodjeszaken gesloten, enkel l’amourette, waar het ’s ochtend tijdens de normale werkweek altijd aanschuiven is, draaide op 1/10e kracht, en bood maar liefst vier (van de anders twintig of zo) verschillende koeken aan.

Benieuwd met hoeveel collega’s ik het zal moeten stellen, vandaag.

geduld is een schone zaak

Schrijft Bert, in reactie op L’importance du jazz:

Die paar zinnen scheppen een heel mooi beeld van hoe het zou kunnen zijn. Als (relatief) jonge fotograaf vind ik het vaak frustrerend dat er zo weinig mensen hun ervaring willen delen.

Een goed vakman zal er niet mee inzitten zijn ervaringen met aankomend talent te delen. Dat wil daarom niet zeggen dat hij alle vakgeheimen meteen zomaar prijs zal geven –dat heeft ook geen zin. Kennis delen, verloopt in gradaties, en naarmate je zelf meer ervaring opdoet, zal je ook meer informatie en tips ontvangen die relevant zijn voor de fase waarin je je bevindt –en die je dus ook zal kunnen toepassen.

Vakmanschap is een process; een in deze tijden bovendien veel te onderschat process. Mensen zijn te snel prosumers: ze zien de professionelen aan het werk met materiaal dat in onze maatschappij binnen hun –financieel– bereik ligt, en denken met de aanschaf van de tools meteen ook het métier in huis te halen. De verschillende stappen die nodig zijn om die tools te (leren) gebruiken worden overgeslaan, terwijl paradoxaal genoeg diezelfde tools ook steeds complexer worden. (Verwar overigens de prosumer niet met de pro-am, die veel dichter bij de pro aanleunt, maar zonder de commerciële dwingelandij.)

Hm. Waar was ik. Vakmanschap. Delen. Leerschool. Dat ik een groot voorstander ben van kennis delen. In fotografie komt het trouwens veel minder aan op het beheersen van die paar essentiële technische trucjes (diafragma, sluitersnelheid, en filmgevoeligheid; en de correlatie daartussen), maar voornamelijk op kijken én zien. Want dan mag je nog alle kennis delen, als het oog er niet is, heeft het allemaal geen zin. Een goede fotograaf zal ook niet klakkeloos de techniek van een leermeester overnemen: niemand zit te wachten op een tweede Dorothea Lange, Henri Cartier-Bresson, James Nachtwey, of Martin Parr. Maar onthou bijvoorbeeld van Cartier-Bresson het concept van le moment décisif, en verwerk het in uw eigen methodes.

Uiteindelijk gaat het erom je eigen weg te vinden met die kennis als basis. En dat vraagt –in de meeste gevallen– tijd.

(Hm. Niet echt een antwoord of reactie op wat Bert heeft geschreven, merk ik nu.)

0110

Allemaal schoon en wel, het 0110-initiatief. Maar zonder verdere ‘campagne’ of aandacht hebben die concerten maar weinig of geen nut. Pas op, een concert is altijd mooi meegenomen (zeker als het gratis is), maar of het iets aan de mentaliteit zal veranderen? Muzikanten tegen racisme! Concert voor verdraagzaamheid! Feest van de democratie! Preaching to the converted.

Het wordt tijd om het eens wat grootser te zien, met randinfo, media coverage, allemaal aan hetzelfde zeil trekken, ego’s opzij, en écht gaan voor dat goede doel. En voor het goede doel, voor verdraagzaamheid, en niet tegen extreem-rechts (hoezeer je daar ook tegen mag zijn). Een positieve boodschap uitdragen!

Laat er ons de politiekers buitenhouden. De verkiezingen zijn slechts het doel op korte termijn, maar niet de eindbestemming, mag ik hopen. Verdraagzaamheid, tolerantie, samen-leving! Tijd om het engagement van weleer van onder het stof te halen.

schoolfactuur

Naar aanleiding van Een schoolfactuur van 205 tot 1.287 euro per jaar (Guy Fransen in DS 20/06/2006) wou ik wel eens zien hoeveel wij jaarlijks mogen ophoesten om Henri naar school te sturen (en dan heb ik het enkel over de schoolfacturen, niet over bijvoorbeeld de uniformblauwe kledij).

Het artikel voorspelt het als volgt:

De eerste kleuterklas kost gemiddeld 205 euro per jaar, het eerste studiejaar is goed voor 389 euro. Het laatste jaar in het secundair onderwijs kost 1.265 euro. De kosten stijgen jaarlijks forser dan de index.

Van september tot juni bedroegen de rekeningen, waarin telkens middagmaal en (de weinige: tot 17u) naschoolse opvang zit verrekend, in totaal zo’n dikke 600 EUR. Voeg daar nog eens 90 EUR aan toe voor de zeeklas; een abonnement op Leesleeuw; en de bijdragen in allerhande (pseudo-)verplichte acties (Sport op School, Damiaanactie, etc).

En ik zie dat Stevenn zich ook aan vergelijkbare rekensommen heeft gewaagd. Volgend schooljaar sturen we Henri waarschijnlijk naar de muziekschool (op eigen verzoek). In de VEM werken ze met drie periodes; voor de eerste twee wordt telkens 245 EUR lesgeld gevraagd, voor de derde 120 EUR.

(En dan kunnen wij voor de opvang op woensdag en vrijdag nog rekenen op de (groot)ouders.)

glorie

Om het er hem gemakkelijk vanaf te maken, zegt hij.

Wat is uw opperste moment van glorie geweest in het leven dat u nu leidt?

Het concept glorie verbind ik tot het einde van mijn dagen met het Sint-Barbaracollege. Nee, niet met de helmboswuivende Hector, maar met het AMDG dat bovenaan elk geschrift diende te prijken. Ad Majorem Dei Gloriam, tot meerdere eer en glorie van God; de leuze van Ignatius van Loyola, stichter der Jezuïeten.

Glorie past niet meteen in mijn levensfilosofie, tenzij als een concept van handelen naar eer en geweten, of om te proberen van alles het beste te maken. Maar goed, ik wil u graag ter wille zijn. Mijn glorie is niet tastbaar, vrees ik, en liefst had ik ze (zoals het cliché, maar daarom niet minder waar) verbonden aan het gezin. Maar dat zal weer niet tellen, waarschijnlijk.

Laat ik het houden op de overtuiging ‘what doesn’t kill you, makes you stronger‘, en elk zo’n moment dat je overleeft is een moment van glorie. En daar zal u het mee moeten stellen.

(Zou ik het doorgeven? Voel u niet verplicht, maar nu de examens achter de rug zijn, heeft Sara er misschien wel tijd voor?)

grote enquête

Vrijdagavond vond ik –ondanks de aangekondigde staking– een dikke enveloppe van inra in mijn bus. Dat ruikt naar reclame, was mijn eerste gedachte.

Geachte Mevrouw, Geachte Heer,

Net zoals zoveel Belgen, ondervindt ook U zondertwijfel soms hinder van het steeds drukker wordende verkeer in ons land.

U werd toevallig geselecteerd om deel te nemen aan een grote studie die op een gedetailleerde manier de verplaatsingen binnen België in kaart zal brengen.

Uw deelname is voor ons zeer belangrijk.

Mogen wij U vriendelijk vragen om:

  • bijgevoegd dagboekje elke dag in te vullen, beginnend vanaf de dag die er vooraan in vermeld staat
  • de instructies die in het begin van het dagboekje staan aandachtig te lezen

Wanneer (na 7 dagen) het dagboekje is ingevuld, vergeet het dan niet terug te sturen in de omslag « Port betaald door bestemmeling ». U hoeft dus niets te betalen.

Bovendien maakt u kans om een mooie prijs ter waarde van € 500 te winnen!

Indien u verdere vragen heeft, kan u tussen 9u en 20u, steeds terecht op het gratis telefoonnummer 0800 xx xxx.

Wij danken u voor uw bereidwillige medewerking.
Hoogachtend,

Nathalie Robin –Senior Manager

Wel beste Nathalie, ik zal uw verzoek met veel graagte inwilligen (volgens uw schrijven vertegenwoordig ik bovendien 300 Belgen). Ik zal bovendien mijn best doen om mijn reisweg naar Brussel zo verscheiden mogelijk te maken, met trein en –als het weer een beetje meezit– motor. U mag een keurig ingevuld dagboekje terug verwachten.