boeken 200810

Ha! zo daagde het bij mij. Ik moet ook maar eens zo’n boek schrijven, dacht ik terwijl ik Vochtige streken las. Zoiets over seks en een beetje shocking, een beetje vulgair en met wat taboes erin verwerkt. Het enige probleem is dat ik geen vrouw ben –en al zeker geen jonge– en dat zo’n werk dan vlug als één van een perverse oude man zal worden gezien. Hoewel, Boon heeft het ook gedaan, met Mieke Maaike. Hm, which kinda proves my point natuurlijk.

Nee, nee, kijk, dan hebben we nog een tweede kans met Een vorm van vermoeidheid –dat kan ik ook. Alweer. Een paar dagen geleden werd een recensie-exemplaar onder mijn poort geschoven. Meteen een uitdaging om het boek nog in oktober uit te lezen, zodat het nog bij in de maandelijkse overzichtslijst kon. Ook de vorige twee boeken van de man, zijn debuutroman De onzichtbare en de verhalenbundel Thuisverlangen, werden destijds gelezen, maar helaas niet goed genoeg bevonden. Theunissen is germanist, was writer-in-residence van Yang, en het is vooral via de associatie met dat tijdschrift dat we zijn proza kunnen typeren. Het is eerder academisch, als een opeenvolging van stijloefeningen, dan een roman die het moet hebben van een degelijk en meeslepend verhaal.

In Een vorm van vermoeidheid voert de auteur Horacio Gnade op, een dertiger die wat verloren lijkt in het leven. De midlife crisis lijkt steeds vroeger te komen tegenwoordig, want in de veelheid van dingen des levens is Gnade niet alleen een levensdoel, maar vooral ook zichzelf kwijt. Hij gaat door het lint, en besluit vrouw en kind te verlaten om op zoek te gaan naar… erm tsja, naar wat eigenlijk. Gnade gaat naar niets op zoek, en vindt het vanzelfsprekend ook niet. Zijn bestaan was in zijn ogen conformistisch en zinloos, en het nieuwe bestaan dat hij tegemoet gaat blijkt niet veel beter. Misschien is dit typerend voor de generatie na mij, die overstelpt wordt met nog meer en aan nog veel meer wil deelnemen, en daardoor wel vermoeid moet achterblijven. Misschien daarom dat dit boek mij helemaal niet ligt. In elk geval, het bevat voor mij te weinig verhaal, te weinig schwung, te weinig “aanzet tot lezen”.

Al was het beter dan dat van Paul Baeten Gronda (Nemen wij dan samen afscheid van de liefde). Goh maat, waarom moeten die Vlamingen altijd zo hoogdravend / academisch / doorwrongen (maar zelden doorwrocht) doen? (Ik hoop op beterschap, want het volgende boek op mijn stapel is De heining van Van Loy, en diens vorige vond ik best te pruimen.)

Geef mij dan liever de beter pulp, zoals Ian Flemings James Bond: Moonraker. En meestal ook Karin Slaughter, maar Kisscut kon mij niet bekoren. Voor het genre te complex en met veel te veel verhaallijnen door elkaar, al worden die –want ik heb de boeken niet in volgorde gelezen– netjes opgevangen in haar derde boek.

“Hoezo ge gaat hem niet lezen?”, vroeg Walter licht verontwaardigd toen ik hem vertelde dat ik Philip Roth wat beu was. Als hij er zo sterk over denkt, kan ik dat boek toch maar moeilijk links laten liggen, dacht ik, en een halve week later had ik Indignation al gekocht én gelezen. Met plezier gelezen! Geen superboek, maar wel een zeer aangenaam boek waaruit toch maar weer eens de technische superioriteit van Roth blijkt. Klassiek, jawel, maar liever degelijk klassiek, dan slecht experimenteel.

  1. James Bond: Moonraker / Ian Fleming / 1955 / **
  2. Nemen wij dan samen afscheid van de liefde / Paul Baeten Gronda / 2008 / *
  3. Vochtige streken / Charlotte Roche / 2008 / (*)
  4. Indignation / Philip Roth / 2008 / ***
  5. Kisscut / Karin Slaughter / 2003 / *(*)
  6. Een vorm van vermoeidheid / Jeroen Theunissen / 2008 / *(*)

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

boeken 200809

Och, zowaar een half geslaagde maand, september, voor wat betreft boeken.

We beginnen met het minder goede nieuws: ‘zwaar’ ontgoocheld in Paul Auster, die wel twee geheel losstaande novelles aaneen lijkt te hebben gelijmd in zijn Man in the Dark. Komende van een auteur die bekend staat om zijn kunde de meest uiteenlopende plotlijnen tot een schitterend en aanvaardbaar geheel te verweven, kan dit niet anders dan als teleurstellend worden omschreven. Spijtig.

A Case of Exploding Mangoes had eigenlijk iets helemaal voor mij moeten zijn. Het is een mengeling van fictie en feiten –ik lees niets liever– maar dan op zo’n saaie manier verteld, dat ik me door de pagina’s heb moeten sleuren. Heel jammer, laat het er ons op houden dat de schrijfstijl van de auteur mij gewoon niet ligt.

Lege jurken kwam mij voor als het schrijfsel van een auteur die iets te verwerken heeft, en daar dan maar een boek over schrijft. Vermoedelijk sla ik de bal helemaal mis, maar de cringe-factor is iets te groot om het nog genietbaar te maken. Voor de rest is het ook iets te voorspelbaar.

Nee, geef mij dan maar een klassieker als The Day of the Triffids. Ik had dat ooit –ergens in mijn illustere jeugdjaren– wel al eens in een Nederlandse vertaling gelezen, maar dit boek bleef onderhoudend van de eerste tot de laatste bladzijde. Sommige ideëen zijn zelfs voor deze tijd redelijk confronterend of juist rollenpatroonvast, maar daarin schuilt een deel van de charme.

Na Lee Child ben ik bezig alles van Karin Slaughter te consumeren. Dat blijft aangename pulp, en ook voor deze maand staat er weer minstens één Slaughter op het menu.

Verplichte lectuur voor iedereen die meent iets van doen te hebben met of een mening te hebben over socialisme en/of populisme, is Pleidooi voor populisme van David Van Reybrouck. Geen zwaar politiek-theoretisch boek, maar een vlot leesbaar pamflet van amper 78 pagina’s. Doén!

  1. The Day of the Triffids / John Wyndham / 1970 / ***
  2. Pleidooi voor populisme / David Van Reybrouck / 2008 / ***(*)
  3. Man in the Dark: A Novel / Paul Auster / 2008 / *(*)
  4. Lege jurken / Christophe Vekeman / 2008 / **
  5. Blindsighted / Karin Slaughter / 2002 / **(*)
  6. A Case of Exploding Mangoes / Mohammed Hanif / 2008 / *(*)

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

boeken 200808

Ah, mja, ik had gedacht net één boek meer uit te hebben, deze maand. Niettemin, elk van onderstaande boeken heb ik met plezier gelezen –niet dat het allemaal meesterwerken zijn. Frequente lezers weten echter dat ik een stukje pulp vaak met veel plezier tot mij neem, tenzij de schrijfsels zo schabouwelijk slecht zijn dat ze zelfs niet meer bij de kitsch of camp kunnen worden ondergedeeld.

Karin Slaughter leest heel vlot. Weinig fantasie, zeer vrouwelijk (niet dat beide omschrijvingen iets met elkaar zouden te maken hebben), een beetje de tegenhanger van Lee Child, maar dat houdt mij wat in balans, denk ik dan maar.

Murakami moest ik gewoon lezen. Ik loop, en ik ben redelijk fan van zijn fictieboeken. Ondertussen is zelfs Tessa aan Murakami begonnen: vorige week heeft ze Dans, dans dans uitgelezen, en ze was er, geloof ik, zeer over te spreken. Pretentieloos leesplezier, murmelde ze –als ik mij niet vergis. Ik heb die hier ook ergens rondslingeren, in het Engels, maar ik begin zo stilletjesaan wanhopig te worden over de boeken die ik nog dringend wil gelezen hebben. Het beste stuk van What I Talk About When I Talk About Running werd reeds voorgepubliceerd in The New Yorker (het staat echter niet online), en het (gans het boek dan) biedt een redelijk interessant inicht in het leven van de schrijver, hoe hij denkt over lopen én over schrijven. Een beetje minder interessant soms voor mij, want ik merk dat ik op bepaalde vlakken enorm –maar dan ook: enorm– gelijklopend over bepaalde zaken blijk te denken. Allemaal lezen dus!

The Avengers is helemaal pulp, maar fantastisch ontspannend. Buitenwerelds hoe in dat boek wordt gehandeld, veel meer nog dan James Bond, maar echt zoiets om helemaal tot rust te komen.

Vrije val ten slotte, had kunnen omschreven worden als literaire thriller, maar gelukkig is Juli Zeh geen Johanna Spaey. Dit boek leest gewoon goed, en zit beter ineen dan de gemiddelde Aspe. Een enthousiaste fan sprak mij erover aan toen ik in de Mokabon aan het lezen was, en raadde mij aan om toch ook maar Speeldrift op mijn ’te lezen’ lijstje te plaatsen. Ik houd het in gedachten.

  1. A Faint Cold Fear / Karin Slaughter / 2004 / **
  2. What I Talk About When I Talk About Running / Haruki Murakami / 2008 / **(*)
  3. The Avengers: The Magnetic Man / Norman Daniels / 1968 / **
  4. Vrije val / Juli Zeh / 2008 / **

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

boeken 200807

Ge ziet dat ik terug mijn bezigheid heb: amper drie boeken deze maand (edoch: wacht tot ge de strips moogt tellen).

Step on a Crack is dan nog een zeer dun verhaal –dat helaas 416 pagina’s te veel telt– en waarvan ik al moest opzoeken waarover het nu weer ging. Laat dat boek gerust op de verste hoek van de tafel liggen, en besteed uw geld liever aan Blasphemy, als u er toch per se één van Preston wil lezen.

Big Sur kon mij na Dharma Bums eigenlijk niet bekoren, mogelijks omdat het gewoon meer van hetzelfde is, maar dan in een verdere episode van Kerouacs leven, waarin hij veel verder ontspoord is. Ofwel miste ik de locale inspiratie. In elk geval wacht ik nog even met On the road.

Verrassing van de maand is Live and Let Die, een heel leesbare Fleming, zonder pretentie. Geen Bondgadgets, in dit boek, maar een stevige, redelijk stereotiepe, ouderwets-mannelijke verteltrant vol heroïek en andere altmodische genoegens. Ik ga de rest van de boeken ook kopen, denk ik –terwijl ze nog in de reclame zijn.

  1. Step on a Crack / James Patterson, Michael Ledwidge / 2008 / *
  2. Live and Let Die / Ian Fleming / 1954 / ***
  3. Big Sur / Jack Kerouac / 1962 / **

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

boeken 200806

Kerouac is gestorven twee maanden voor ik ben geboren. The Dharma Bums is geschreven in twee weken tijd (26/11-7/12/1957), op een rol TTY (teletype, een soort telexmachine) papier zodat hij geen vers papier in de tijpmachine hoefde te steken en zo ongestoord kon verder schrijven. Stel u voor hoe content die mens zou geweest zijn met een computer. Ik vond The Dharma Bums heel erg aangenaam om te lezen, ik was er waarschijnlijk voor in de juiste mood, daar in Seattle, niets eens zo ver van waar het zich alemaal afspeelde (op weg naar zijn berg passeert hij overigens door Seattle). Het is allemaal heel vloeiend, heel zen of “la vie est un longue fleuve tranquille“. Ik ben deze maand begonnen in Big Sur, wat een beetje in het verlengde daarvan ligt, en dan ben ik stilletjesaan klaar voor On the road denk ik.

Iemand schreef vorige maand dat Palahniuk niet meteen zijn/haar ding was. Lees anders deze Fight Club eens. Tenminste als u de film nog niet hebt gezien, want ik heb zelden zo’n letterlijke verfilming gezien. De schrijver bracht overigens net een nieuw boek uit, en dat heb ik dan meteen ook maar gelezen. Snuff moet het op het eerste gezicht hebben van het controversiële onderwerp, maar bij lezing wordt dat helemaal niet zo uitgespeeld. Tuurlijk, het is niet meteen een alledaagse situatie –t.t.z. ik heb toch nog niet deelgenomen aan een poging het wereldrecord gang-bang te verbreken– maar het verhaal zit heel leuk in elkaar en blijft verrassen op een verhaal technische –en dus niet louter inhoudelijke– manier.

The Monster of Florence is een true crime novel van Douglas Preston en Mario Spezi. De Italiaanse moordenaar was een bron van inspiratie voor Thomas Harris, de auteur van de Hannibal Lecter boeken (zoals Silence of the Lambs). Al werd Pietro Pacciani in 1994 en 1996 voor de moorden veroordeeld, is men nog steeds niet zeker of men daarmee wel de echte moordenaar te pakken had. Het verhaal laat denken aan de Zodiac-moorden uit de late jaren 60 (het monster pleegde zijn eerste moord in 1968). Een iets kortere (en dus leesbaarder ?) versie van het tweede deel van het boek “The Story of Douglas Preston” is te lezen in het artikel The Monster of Florence is te lezen in het artikel dat Preston in 2006 voor The Atlantic Monthly heeft geschreven (lees ook het aansluitend interview). Niet onverdeeld goede lectuur.

Van de twee McEwans is zonder enige twijfel The Child in Time het beste. Enduring Love is veel meer een stijl- of schrijfoefening; Nothing to Lose is vlot leesbare, maar niet noodzakelijk sprankelende Child; en terwijl I Am Legend leuk om lezen is, is de recente verfilming met Will Smith eer zeker een geïnspireerde interpretatie te noemen. The Dark River ten slotte, was de moeite van het wachten waard (let op, dit is deel twee uit een cyclus van drie).

  1. I Am Legend / Richard Matheson / 1954 / **
  2. The Dharma Bums / Jack Kerouac / 1958 / ***
  3. Nothing to Lose / Lee Child / 2008 / **
  4. Fight Club / Chuck Palahniuk / 1996 / ***
  5. The Child in Time / Ian McEwan / 1987 / ***
  6. Snuff / Chuck Palahniuk / 2008 / ***
  7. The Monster of Florence / Douglas Preston / 2008 / *(*)
  8. Enduring Love / Ian McEwan / 1999 / **
  9. The Dark River / John Twelve Hawks / 2008 / ***

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

boeken 200805

Het gebrek aan film en televisie –die paar episodes van Bones op Hulu even niet meegerekend– zorgt er duidelijk voor dat er meer boeken worden gelezen. Ik kan natuurlijk niet achterblijven op Henri, die er hier het ene na het andere boek van Artemis Fowl doorjaagt.

let me be

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

Bon. De eerste twee waren van een matige kwaliteit. A Simple Plan is meer slapstick dan spanning, en mogelijks werkt zoiets wel in een film (het boek is verfilmd, maar ik herinner mij niet dat ik hem gezien heb); geschreven is het vooral ongeloofwaardig. La ligne noire was redelijk, behalve dan dat de de lezer de afwikkeling al van mijlen ver ziet aankomen. Ik ben beter gewoon van Grangé, maar het bleef gelukkig ontspannende lectuur.

Over Bad Luck and Trouble hoef ik niet veel te zeggen –zoals gewoonlijk over een boek van Child. Het is goed, volgt het gewone patroon en is dus weinig echt verrassend, maar geruststellend. En in tegenstelling tot wat vaak gebeurt in zo’n series, gaat de kwaliteit voorlopig nog niet naar beneden. Hoe blijft hij het interesant houden, vragen ze zich ook bij de NYTimes af, zie ik net (Tough Guy at the Border of Hope and Despair).

En dan heb ik mij met The Other Boleyn Girl ook maar eens aan een kasteelroman gewaagd. Compleet met historische figuren, al blijkt Philippa Gregory het met de echte gebeurtenissen niet zo nauw te hebben genomen. Dat vinden wij niet erg, faction is leuker, en in een roman moet met de zaken al eens wat naar de hand kunnen zetten. Leuk om lezen, het is ook verfilmd, maar de trailers die ik van de film heb gezien, maken het verhaal tot een heuse farce. Het boek telt dan ook meer dan 700 bladzijden, maar dat mag geen excuus zijn om het geheel te vermangelen.

Hoogtepunt van de maand was zonder enige twijfel The Cement Garden van Ian McEwan. Ook in deze vroege roman is zijn meesterschap al merkbaar; de aanpak is –schrijftechnisch– traditioneler, maar inhoudelijk gedurfd. Zeker in 1978. En ik ben ook benieuwd naar de film (ja, ook dit boek werd verfilmd), met Charlotte Gainsbourg.

Choke was mijn eerste Chuck Palahniuk, en ik ben er nog niet uit hoe goed ik het vond. Slecht was het in geen geval, al was mijn eerste reactie: dude, what are you on? Verfrissend. Ik ben benieuwd –alweer benieuwd; het is goed als boeken u benieuwd maken– naar Fight Club. Waarvan ik dan weer wel de film heb gezien, maar het boek nog niet heb gelezen.

Over Working for the Devil kunnen we heel kort zijn: belabberd is een te groot compliment. Zeer slecht geschreven.

Blasphemy is er één van dertien in een dozijn. Technisch heel goed, maar inhoudelijk nogal mager. En toch, dit is een beetje een belangrijk boek. Het zal door veel mensen worden gelezen, en het rekent op niet-belerende en niet-betuttelende manier af met een aantal vooroordelen. Fanatisme is slecht, of het nu religieus (christelijk) of wetenschappelijk is. Preston gaat in de aanval tegen het radicaal-conservatieve christendom –dat welig tiert in Amerika, weliger dan u denkt– en tegen scientology. Zonder een gematigd christendom te onderschrijven, laat hij evenwel het pad daarvoor open, en hopelijk helpt dat om zijn waarschuwingen te laten doordringen bij het doelpubliek.

De echte ongoocheling was Breakfast at Tiffany’s, dat ik een grotendeels lofty, arty-farty gedoe vond dat meer om stijl dan vorm of inhoud draaide. Ik heb ook In Cold Blood gekocht, dat naar verluidt geheel anders leest. Hopelijk. (De situatie met Holly Golightly, het hoofdpersonage uit de novelle, deed mij sterk denken aan de heisa rond Emily Gould, waar ik toevallig net over had gelezen.)

En dan was er Bond, James Bond. Om Ian Flemings 100e verjaardag te vieren, geeft uitgeverij Penguin niet alleen alle (Fleming) Bondboeken opnieuw uit (presentatie inclusief speciale website). In 2006 werd ook reeds aan schrijver Sebastian Faulks gevraagd een Bondboek te schrijven, en dat werd een paar dagen geleden gepubliceerd. Devil May Care is echter het eerste Bondverhaal dat ik lees –ik moet maar eens op zoek naar eentje van Fleming (of zo’n herdruk kopen). Ik kan Faulks’ Bond dus enkel vergelijken met de filmversies, en naar ik heb gelezen verschillen die nogal wat van de Bond uit Flemings boeken.

Bond blijft voor mij in eerste instantie (maar niet exclusief) Roger Moore, een humoristische maar verfijnde flegmatische gentleman, die onder alle omstandigheden het hoofd koel houdt. Dat beeld past perfect in het boek dat Faulks heeft neergepend, al zien we daar een duidelijk oudere en zachtere Bond. Faulks introduceert bovendien een aantal elementen die laten hopen dat hij nog een Bondboek schrijft –redelijk intrigerend hoe dat verder kan uitgespeeld worden. Het boek is heel aangenaam om lezen, met plenty of verbs, not many adverbs or adjectives –zoals Faulks laat optekenen in de NYTimes (That License to Kill Is Unexpired ).

(Hm –ik haal de NYTimes nogal vaak aan, merk ik. Daar hoeft u niks achter te zoeken.)

  1. La ligne noire / Jean-Christophe Grangé / 2007 / **
  2. A Simple Plan / Scott Smith / 1993 / *(*)
  3. Bad Luck and Trouble / Lee Child / 2007 / **(*)
  4. The Other Boleyn Girl / Philippa Gregory / 2001 / **(*)
  5. The Cement Garden / Ian McEwan / 1978 / ***(*)
  6. Choke / Chuck Palahniuk / 2001 / **(*)
  7. Working for the Devil / Lilith Saintcrow / 2006 / 0
  8. Blasphemy / Douglas Preston / 2008 / **(*)
  9. Breakfast at Tiffany’s: A Short Novel and Three Stories / Truman Capote / 1958 / *(*)
  10. Devil May Care / Sebastian Faulks / 2008 / ***

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

boeken 200804

Geheel tegen alle verwachtingen in, heb ik toch nog twee boeken gelezen, deze maand. Het moet zijn dat we onze draai toch al een beetje hebben gevonden, hier in het verre Amerika.

Wat mij een klein beetje tegensteekt aan Murakami’s schrijfsels, is de bijna kinderlijk-onschuldige manier van vertellen, dat ik lange tijd als een gebrek van de vertaler heb aanzien. Ik heb de auteur nu echter al door drie verschillende vertalers gelezen, en allen vertalen ze op dezelfde manier. Spijtig dat ik geen Japans ken (hey, anders kon ik ook tattoos vertalen). Maar misschien schuilt ook daar ook ten dele de kracht van Murakami in. De meest gewaagde (nu ja) zaken kan hij zo op vanzelfsprekende manier beschrijven, of het nu gaat om sex of iemand de kop in slaan.

Van dit boek heb ik in elk geval genoten. Het is nogal groot in omvang, maar elk blad leidde tot noodzakelijke vooruitgang in het verhaal. Oorspronkelijk eindigde het boek met het tweede deel, achteraf heeft de auteur er nog een derde deel aan gebreid, waardoor de omvang meteen ook verdubbelde. Aanzie het als een lange wandeling met vreemde gebeurtenissen, laat u gewoon meedrijven en geniet.

The Ruins is zo commercieel als maar kan zijn. Zonder enige twijfel geschreven met een verfilming in het achterhoofd, getuige daarvan die paar gratuite en niets ter zake doende sexachtige scènes (die door heel bevreemdend over komen –het past er gewoon niet in), en de knulachtige aanloop tot een sequel (het einde is goed, maar die paar laatste zinnen staan er enkel om eventueel een vervolg te kunnen schrijven). Maar het boek/verhaal is wel meeslepend. Ik heb het in ongeveer één weekend uitgelezen, zaterdag gekocht, maandagochtend was het uit, en dan alleen omdat ik zondag te moe was om dan verder te lezen. En ik heb meteen het ander boek van Smith gekocht.

  1. De opwindvogelkronieken / Haruki Murakami / 2007 / ****
  2. The Ruins / Scott Smith / 2008 / **

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

boeken 200803

Een ontgoochelende lectuurlijst, in maart. De grootste teleurstelling was Michael Chabons The Yiddish Policemen’s Union, waar ik echt niks aan vond. Maar naar het schijnt, wordt het boek verfilmd, dus het verhaal krijgt misschien een tweede kans om mijn interesse op te wekken.

On Chesil Beach is een beetje steriel, en laat mij maar weinig in het verhaal inleven; en De stad der blinden komt nogal verouderd over –hoewel het boek nu ook weer niet zo lang geleden werd geschreven.

Ten slotte: een van de verhaaltjes uit The Elephant Vanishes is de opening van De Opwindvogel kronieken, een boek waar ik met veel geestdrift in aan het lezen ben, maar te dik is gebleken om op tijd uit te krijgen. Het vliegt met mij de oceaan over.

  1. On Chesil Beach / Ian McEwan / 2007 / *(*)
  2. The Elephant Vanishes / Haruki Murakami / 2001 / *(*)
  3. The Yiddish Policemen’s Union / Michael Chabon / 2007 / *
  4. De stad der blinden / José Saramago / 1995 / **

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

boeken 200802

Twee boeken slechts, deze maand, en dan nog twee boeken waarvan de verfilming recent in de zalen werd losgelaten. Deze maand ga ik beide films zeker bekijken, in de hoop daarmee twee projecten van dienst te kunnen zijn (euh… en zelf ook een beetje te kunnen genieten natuurlijk).

Atonement is nog beter dan Saturday (en dat vond ik al zo goed). McEwan biedt meteen wat inzicht in het schrijfproces –zonder zijn verhaal daarmee te vervelen– en weet de emoties en tragedie zodanig samen te ballen dat ze er alleen maar krachtiger van worden. Ook het einde ontgoochelt niet, en de manier waarop alles samenkomt, weer uitdeint en verder blijft pulseren doorheen het hele boek, maken dit verschrikkelijk meeslepend om lezen. Wie dit graag leest zal ongetwijfeld ook geïnteresseerd zijn in Un long dimanche de fiançailles (ook al verfilmd), al haalt die niet hetzelfde niveau.

Het boek van McCarthy vond ik veel minder aangenaam –en dan heb ik het niet over de inhoud. Ook McCarthy’s schrijfstijl kan mij zeer bekoren, maar wat voor mij een enorme afknapper is, dat is het gebruik van dialect in de schrijftaal. En dan heb ik het niet over wat colour locale, maar over het constante dialectische gedreun in conversaties (en in dit geval ook beschrijvingen), waardoor lezen vaak meer ontcijferen is dan beleven. Ik ben een grote fan van dialect en tussentaal (jaja), maar dat heeft slechts in beperkte mate een plaats in literatuur. Zaken zoals dit:

I wish you hadnt of even told me, he said.
I know, said Bell. I knowed what you’d say fore you said it.

Tsja. In de film werkt zoiets wel, en ik heb dan ook zo het gevoel dat de film beter zal zijn dan het boek in het geval van No country for old men –maar omgekeerd voor Atonement.

  1. Atonement / Ian McEwan / 2001 / ****
  2. No country for old men / Cormac McCarthy / 2005 / **

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

boeken 200801

Waar Kostbaar bezit eigenlijk gewoon veredelde chiclit is, heeft Tahir gigantische vooruitgang gemaakt met Eenzaam heden. Hoewel het thema en het genre absoluut mijn ding niet is/zijn, heeft dit boek mij van begin tot einde geboeid. Zonder dat het boek ontaardde in geëngageerde flutpraat, denk ik bovendien toch een paar inzichten te hebben gekregen in de problematiek die wordt beschreven. Daarnaast is dit ook een schitterende ontwikkelingsroman van een opgroeiend tienermeisje, op zoek naar een eigen identiteit. En het is vooral door op dat laatste de nadruk te leggen, dat dit boek een goed boek is geworden.

Voor The Bell Jar heb ik alleen maar superlatieven. Beangstigend semi-autobiografisch (faction dus); Plath stak haar hoofd in de oven (letterlijk) ongeveer een maand na publicatie. De roman werd eerst onder een pseudoniem gepubliceerd, en pas in 1971 onder haar eigen naam. In het boek snijdt ze een aantal taboes aan, zoals de rol van de vrouw in de maatschappij, en homofilie. Het begint heel braaf en bijna stichtend, maar al gauw krijgt dit boek een dramatische wending, wanneer het hoofdpersonage aan depresssies of bipolariteit blijkt te leiden. In 1979 werd het boek verfilmd, en blijkbaar zijn er plannen om het boek opnieuw aan een verfilming te onderwerpen –met Julia Stiles in de hoofdrol. Ik denk dat ik –in afwachting dat Ted Hughes de laatste twee delen vrijgeeft– The Unabridged Journals of Sylvia Plath maar eens ga aanschaffen. En Sylvia ga bekijken (ik heb de dvd hier ergens liggen).

  1. The Woods / Harlan Coben / 2007 / **(*)
  2. The Bell Jar / Sylvia Plath / 1963 / ****
  3. Eenzaam heden / Naema Tahir / 2008 / ***

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)