fez

FES ft. Uri Caine bevatte voor mij te veel verwachtingen om links te laten liggen. Maar had ik maandag de zone 09 niet in handen gekregen, dan had ik het nog gemist ook.

De theaterzaal van de Vooruit was zo goed als uitverkocht, en de lege plaatsen waren (zoals vaak) bijna uitsluitend te wijten aan de afwezige genodigden. (“Ik dacht eerst, waar ben ik nu terecht gekomen,” hoorde ik één zulk iemand achteraf proclameren.)

De muziek van FES (Peter Vermeersch, X-Legged Sally) is heel eclectisch, en kan daardoor soms nogal chaotisch overkomen, in het slechtste geval kakofonisch –ik weet het, ik heb dat nog al geschreven, maar het is de waarheid, en het is een dunne lijn, die grens tussen wel of niet.

Het optreden gaf de indruk heel ontspannen te verlopen. Het leek wel alsof de muziekanten een jam-session hielden. (BTW Peter Vermeersch is een goed entertainer, en tussen de stukjes door werden we getrakteerd op een paar goede one-liners.)

De muziek was heel luid, overweldigend, maar de lijnen en het ritme bleven duidelijk te onderscheiden. Mijn favorieten waren Psycho Scout, en Waterman (een sterk minimalistisch (repetitief) stukje), en het bisnummer –een interpretatie van Caravan.

Ik wacht met ongeduld op de CD (en het FES verzamelalbum van Mike Patton). Ondertussen grijp ik nog even terug in mijn discotheek naar X-Legged Sally, John Zorn en Dave Douglas. En Uri Caine –met de schitterende Goldberg Variations en Mahler interpretaties.

Zie ook de bespreking in DS (10-11/11/2004): Amerikaanse pianist Uri Caine ontmoet eigenzinnig Flath Earth Society (76 KB PDF)

lassus

Het is mij nog geen enkele keer gegund: een ganse dag in mijn bed vegeteren, enkel vergezeld van de computer, de tv, en een stapel boeken en DVDs. Pas op, de intentie was er, en even zag het ernaar uit, zondag, dat het ging lukken.

De vorige keren was er telkens iets tussen gekomen, zoals: een huis gaan bekijken (waarvoor ik mij een halve week van tevoren had geëngageerd), een uitstap naar de DIV, een (bijna) vergeten afspraak.

Ook nu kon ik het niet laten. Tessa was met haar ouders, en Henri op blitzbezoek naar haar grootouders vertrokken, maar nu dropten ze mij toch geen vrijkaarten in de schoot voor de Lassus-dag op de Bijloke (in het kader van het Festival van Vlaanderen).

Drie redenen waarom ik die niet zomaar kon laten liggen:

  1. ik had eerder al de kaarten voor het B-A-C-H-festival laten liggen (doodzonde)
  2. de Lassus-dag interesseerde mij echt (het B-A-C-H-festival ook; ik zei het al: doodzonde)
  3. donderdag had ik het er met mijn schoonmoeder nog over gehad, hoe prijzig de kaarten voor klassieke (in de ruimste betekenis van het woord) concerten zijn, en dat men beter de kaarten goedkoper zou maken dan een Gents Forum bekostigen (misschien nog voer voor een andere entry)

Lassus dus (en subtiel binnenrijm alweer). Een rehabilitatie van de laatste grote Nederlandse ployfonist, volgens de flyer met het programma. Een programma met grote P; alle registers werden opengetrokken. Voor het eerste deel, met Marco Beasly en Guido Morini was ik te laat, maar ik mocht om 14u45 meteen met het Collegium Vocale olv Philippe Herreweghe beginnen. Die stemmen, dat is gewoon onbeschrijflijk. (En voor één keer geen electronische versterking. De ganse dag niet.)

Als dat eerste stuk al goed leek, het (voor mij) tweede was de overtreffende trap: Le Poème Harmonique olv Vincent Dumestre. (Perfecte muziek om een boek bij te lezen –nog goed dat ik voorbereid was.) Het was echt zeer goed, de instrumenten, de stemmen perfect (er was een zware basstem bij; beeldt u de stem uit de soundtrack van Eyes Wide Shut in –de scene met het ritueel). (En dan moest ik ’s avonds naar het gekweel in Idool luisteren. Al is die vergelijking misschien niet echt eerlijk.)

Mijn ticket vermeldde helaas ‘namiddagvoorstelling’, waardoor ik wel nog het tweede deel van het Collegium Vocale heb mogen beluisteren, maar voor het Huelgas Concert naar huis gestuurd werd. Eigenlijk wou ik best de 15 EUR ophoesten voor het avondconcert, maar in mijn haast was ik enkele uren tevoren vergeten mijn portefeuille in mijn vestzak te steken. *zucht*

Ik ga toch nog eens serieus over een Bijloke-abonnement nadenken.

ariane

Zoals eerder bericht, heb ik voor het seizoen 04-05 een abonnement op de opera genomen. Donderdag was het de eerste voorstelling in de Bijloke. Een concertante uitvoering van Ariane & Barbe-Bleue, gedicht door Maurice Maeterlinck (Belgiës Nobelprijswinnaar literatuur) en op toon gezet door Paul Dukas.

Even citeren uit het programmaboekje (6,20 EUR –de afzetters):

De rol van deze onversaagde vrouw, dit symbool van de jeugd en de hoop, was op het lijf geschfreven van Maeterlincks levensgezellin Georgette Leblanc. Maeterlinck trachtte haar tevergeefs aan Debussy op te dringen als eerste vertolkster van Mélisande; ze creëerde wel de rol van Ariane in Dukas’ opera, die op 10 mei 1907 in première ging in de Opéra-Comique.

Dat was in 1907, dus vijf jaar na Pelléas. Maar in tegenstelling tot Pelléas, dat een toneelstuk was vooraleer het opera werd, was Ariane & Barbe-Bleue speciaal geschreven om op muziek gezet te worden. Men zegt dat Maeterlinck aan Grieg dacht had, maar toen Dukas in 1899 om zijn toestemming vroeg, gaf hij die. Met zijn ouverture van Polyceute, zijn Symphonie in c en vooral zijn Apprenti sorcier had de componist naam gemaakt bij het grote publiek én werd hij erkend door de kritiek.

Mooie uitvoering, met in de compositie duidelijk merkbare invloeden van Wagner. Eigenlijk heb ik maar weinig theatraliteit gemist, ware het niet dat ik me toch meer dan éénmaal de bedenking heb gemaakt dat dit perfect zou zijn als soundtrack. (Een beetje zoals Philip Glass’ operaversie van Cocteaus La Belle et la Bête; en die link is nog niet eens zo vergezocht.)

Enig minpuntje: de versterkte muziek –het is altijd hetzelfde, en normaal zou ik het zelfs niet meer vermelden (zo wanhopig ben ik). Deze keer echter waren de luidsprekers zo ‘slecht’, dat bij elke climax van pauken of koperblazers, de conussen verscheurend gingen trillen (“oei, de boxen zijn gesprongen,” zou ik vijftien-twintig jaar geleden gezegd hebben).

Oh, en in het derde bedrijf werden ganse stukken tekst overgeslaan. Ik weet niet of dat de bedoeling was, en hoe ze dat met de muziek hebben gerijmd, maar in elk geval, ongeveer vier van de zestig kolommen libretto werden niet gezongen. En ik heb voorlopig nog geen verwijzing naar een alternatieve versie gevonden.

blind

Gisteren mogen genieten van het MAX!MAL BL!NDMAN concert in de Handelsbeurs (met dank aan de sponsors).

Bijna mijn concert laten vergallen door een heikneuter van een portier die bij het binnengaan van de zaal insisteerde dat ik mijn vest en tas ging afgeven bij de vestiaire. (Yeah, right.) Zelfs toen ik er hem vriendelijk op wees dat er madammen met grotere sjakosjen binnengingen, hield hij voet bij stuk.
Ik word duidelijk heel oud, want ipv van de confrontatie aan te gaan, ben ik gewoon langs een andere deur naar binnen gewandeld, alwaar een vriendelijke juffrouw langs geen kanten problemen maakte van mijn attributen. (Ongetwijfeld als troostprijs voor goed gedrag mocht ik daarna plaatsnemen naast onze burgemeester.)

Soit, het concert. Ik heb Bl!ndman ontdekt via de Ictus Live CD met daarop Terry Reily’s In C, en daarna werd het alleen maar beter met Bl!ndman Plays Bach en Multiple Voice.

Het optreden was heel visueel, met als hoogtepunt Musique de Tables van Thierry De Mey (compositie voor drie paar handen op drie tafels). Een volledig verduisterde zaal, drie mannen vooraan gezeten op de rand van het podium, drie tafels met een wit blad en een partituur erop, en dan maar muziek maken met handen, vingers, vingertoppen, in een schitterende choreografie.
(Een of andere gelukzak mocht gewapend met fototoestel en statief het hele gebeuren vastleggen. En ik kan u verzekeren dat er kansen genoeg waren voor money shots.)

Bij momenten werd het een beetje kakofonisch; vooral tijdens De Meys Balatum werd de gluidsknop iets te ver open gedraaid (op het pijnlijke af), maar voor de rest niets dan lof. In een uitgebreide bezetting bracht Bl!ndman werk van Thierry De Mey, Peter Vermeersch, Eric Sleichim en Walter Hus, stuk voor stuk uitvoeringen die hier in de komende weken vaak zullen beluisterd worden (op voorwaarde dat ze de CD al hebben in de fnac).

de bijloke 2004-2005

De seizoensbrochure 2004-2005 voor De Bijloke is er. (Als ik niet oplet, schaf ik mij een tweede abonnement aan –hoewel ik nog steeds niets van de Vlaamse Opera heb gehoord.)

What can I say? Het ziet er weer spetterend uit. Openingsconcert voor het Blue Note Festival (Joe Lovano), De Canto General van Neruda, op muziek gezet door Mikis Theodorakis (van Zorba the Greek, jaja, ik ben oud), de East of Eden cyclus, veel Philippe Herreweghe en het Collegium Vocale, een aantal String Quartets (met o.a. Iannis Xenakis, Tan Dun), twee maal John Adams, Scelsi (mijn allereerste klassiek CD was er een van Scelsi –mijn moeder draaide er dol van), Van Immerseel.

En dan zit ik nog niet eens aan de helft, en doe ik gewoon aan name dropping. Ik moet wel zot zijn om mij niet minstens op 1 cyclus te abonneren.

Eventjes nog El Dorado van Adams eruit lichten:

Naar aanleiding van de 500ste verjaardag van de ontdekking van het continent Amerika componeerde John Adams ‘El Dorado’ – een ode aan het Amerika van vroeger en nu. Dat poëtische oer-Amerika van voor de conquistadores horen we in het 2de deel: weidse prairies bevolkt door bizons, de mens één met de natuur, kortom een plaatje dat voor altijd verloren is gegaan. In het 1ste deel evoceert Adams het chaotische Amerika van de goudzoekers, bontjagers en vrijbuiters. Norman Perryman zal tijdens de uitvoering van ‘El Dorado’ de muziek vertalen in een schilderij. Hij visualiseert niet alleen de klankkleur en cadans van de muziek, maar integreert ook de artiesten en hun instrumenten in het geheel. Het gaat om een figuratieve weergave van Perrymans emotionele reactie op de muziek die hij hoort. Via een projectie op groot scherm kan het publiek het hele creatieproces live volgen.

Gaat dat zien (horen), gaat dat bewonderen (beluisteren).

kustmuziek

Altijd hetzelfde liedje: waarom moeten de instrumenten tijdens een klassiek concert in godsnaam versterkt worden. Het antwoord lag deze keer een beetje voor de hand: het ging tenslotte om het Sportpaleis, en niet om de Hollywood Bowl of the Sydney Opera House. But what a waste.

Voor een dergelijk concert kan je eigenlijk bijna evengoed thuisblijven, de CD opleggen, en luisteren. Als je over iets of wat stereo-installatie beschikt, zal de klank trouwens veel beter geweest zijn dan tijdens onze ‘live’ versie. (Maar ik val ongetwijfeld in herhaling.)

De akoestiek was nochtans OK. Helaas kan niet hetzelfde worden gezegd van de geluidstechniek: schelle pieken her en der tijdens de opvoering, snel gecorrigeerd waardoor het daarop volgende gedeelte plots veel te vlak en dof uit de luidsprekers kwam.

Wel overtuigend, was de ambiance. Het publiek was weg van Howard Shore, en de man kreeg dan ook telkens weer een overweldigende ovatie, vergezeld van hysterisch geroep, een rockconcert niet vreemd (of The Night of the Proms –in datzelfde Sportpaleis overigens). We hadden schitterende plaatsen: de rode zone blijkt inderdaad de beste zone zijn (we zaten links van het midden –achter het ritmisch wiegende hoofd Roel van Bambost).

Conclusie: zeer goede sfeer, goed concert, slecht geluid. Oh, en hoewel het publiek het Sportpaleis zowat afbrak, weigerde Howard Shore een encore te geven. Jammer, maar het concert had ondertussen wel zo’n 150 minuten geduurd (inclusief een pauze van een half uur).

serendipity

Ik heb Rachmaninov leren kennen via Broussaille, in het album Les sculpteurs de lumière (ik weet het, het staat nog niet in mijn mediatheek).

(Een andere absolute aanrader in die reeks is La nuit du chat, maar evengoed Les baleines publiques, enfin, de ganse reeks, al zijn de laatste twee niet echt overtuigend.)

Maar goed, Rachmaninov. Leren kennen via Arnold Böcklin. En Böcklin komt nu net uit Les sculpteurs de lumière. Ik heb me nog lam gezocht naar een referentie over Böcklin, en heb die uiteindelijk gevonden in een librairie in Brussel in de buurt van het Centraal Station (tussen het Centraal Station en de Grote Markt, nog voor dat plein waar de achterkant van de Méridien is).

Rachmaninov alweer, maar ik kan niet aan Böcklin ontsnappen (zoek ook eens op google). Zwitser, symbolist, romanticus. Ik weet eigenlijk niet of de twee elkaar ontmoet hebben (volgens de jaartallen zou dat in elk geval moeten kunnen).

Maar ik houd er over op. Als ik blijf doorgaan ga ik immers zoeken naar verbanden tussen Rachmaninov en Wagner (?), of Tchaikovski (zou moeten lukken).

En zo komen we dan tot het verband tussen Rachmaninov en Böcklin. Böcklin heeft immers het meest bekende CD-hoes vergezellende schilderij geschilderd voor Die Toteninsel (Isle of the Dead). Meteen ook de inspiratie (het doek dan) voor Rachmaninov.

die toteninsel

To the point: het is een van mijn favoriete stukken, en ik was er daarnet naar aan het luisteren. Uitvoering van het Concertgebouw Orchestra olv Vladimir Ashkenazy. En het klonk plots zo tam, dat ik me afvroeg of er geen versie van Mavrinsky zou bestaan, of eentje aangepast door Wojciech Kilar (de mens van de soundtrack van Dracula, en Death and the Maiden, The portrait of a lady, en dan heb ik hem niet meer gevolgd), enfin, met meer schwung.

I must be in a foul mood.

kiss

How about this for a fairytale:

Once upon a time a young magician and a young Empress hoped to marry, but her parents forbade the match. Both young people married others. But the magician, Dispacus, hot for revenge against the Empress, whom he wrongly blamed, brought up his only daughter, Tormentilla, on poisons, so that the first man she kissed would die. He knew that the Empress had a son and he planned that his daughter should be the cause of her son’s death.

The Empress, cleverer than he, knew of this and brought up her son, Amaryllus, on antidotes, so that when fate brought the young people together and inevitably made them fall in love, the first kiss was not fatal, though at first it seemed so, for Amaryllus fainted from pure joy. When he was brought home he did nearly die from the pain of being separated from his love.

Eventually the Empress relented and allowed Tormentilla to see him. Amaryllus’s happiness was so great that his mother was touched to the heart. She summoned Dispacus –long a widower as she had long be a widow– and all differences were healed. Not only did he and the Empress marry, but also her ladies-in-waiting married his hobgoblins. The prince, of course, married Tormentilla, while her faithful companion, Angelica, married his friend and squire, Gallanthus. And they all lived happily for ever after.

My four year old son, Henri, is getting rather fond of Ralph Vaughan Williams’ The Poisoned Kiss –and prefers listening to that rather than watching the telly. And honestly, who am I to go against him?

album cover
The Poisoned Kiss
Ralph Vaughan Williams
» buy the album @ amazon UK

Conducted by: Richard Hickox
Performed by: BBC National Orchestra of Wales

rendez-vous

[Wie de jaren ’80 bewust heeft meegemaakt, begrijpt ongetwijfeld de associatie uit de titel van dit stukje.]

Tijdens (of vlak voor) de kerstvakantie had ik met Henri naar Madama Butterfly (Puccini) geluisterd. Of toch naar de Act I en het eerste deel van Act II. Niet altijd gemakkelijk om de verhaaltjes te vereenvoudigen, en dan nog: twee verliefde mensen, worden gescheiden, er is een kindje, papa komt kindje halen, mama sterft (eugh tragisch, ik weet het, maar herlees eens de gebroeders Grimm of Charles Perrault).
Henri wilde in elk geval de opera horen, en ik moest hem op tijd waarschuwen als de mevrouw ging sterven, want daar moest ik stoppen. Hij heeft er nog een paar keer naar gevraagd, maar hij wou absoluut de sterfscène niet horen. Fair enough.

(BTW de versie die ik heb is dezelfde waarvan een fragment te horen is in de film Fatal Attraction, met Pavarotti, Freni, von Karajan, & de Wiener Philharmoniker)

opera

Vandaag heb ik The Poisoned Kiss (Vaughan Williams) opgelegd. Onmiddellijk een hit. Hij kreeg de keuze om ofwel een beetje naar de opera verder te luisteren, ofwel om nog wat naar tv te kijken. Geen twijfel: de opera. (En hij is nogal gehecht aan zijn tv-minuten: een paar minuten (letterlijk) ’s ochtends, en een kwartiertje ’s avonds.)

En nu mag ik dit verhaaltje vertellen:

Once upon a time a young magician and a young Empress hoped to marry, but her parents forbade the match. Both young people married others. But the magician, Dispacus, hot for revenge against the Empress, whom he wrongly blamed, brought up his only daughter, Tormentilla, on poisons, so that the first man she kissed would die. He knew that the Empress had a son and he planned that his daughter should be the cause of her son’s death.
The Empress, cleverer than he, knew of this and brought up her son, Amaryllus, on antidotes, so that when fate brought the young people together and inevitably made them fall in love, the first kiss was not fatal, though at first it seemed so, for Amaryllus fainted from pure joy. When he was brought home he did nearly die from the pain of being separated from his love.
Eventually the Empress relented and allowed Tormentilla to see him. Amaryllus’s happiness was so great that his mother was touched to the heart. She summoned Dispacus –long a widower as she had long be a widow– and all differences were healed. Not only did he and the Empress marry, but also her ladies-in-waiting married his hobgoblins. The prince, of course, married Tormentilla, while her faithful companion, Angelica, married his friend and squire, Gallanthus. And they all lived happily for ever after.

Als dat geen sprookje is.

reflections

By sheer coincidence I’d found out yesterday that the Bijloke had a concert scheduled –that same night– by the Cello Octet Conjunto Ibérico. The fact that the concert hall is only minutes away from where I live, quickly removed any doubt that might have been there re: attending the performance.

The architecture of the building itself is still impressive, though the room acoustics tend to be rather bland (even though a lot of research went into improving this). Last time I’d been there, was for the Kronos Quartet performance on their Nuevo tour (in 2002, see also this entry). From the first notes on, the Cello Octet performance promised to become equally good.

Unfortunately the instruments were electronically amplified, and there was a tape accompanying the cellos to fill in for any missing instruments. Completely unnecessary as the performance and sound of the eight cellos proved to be powerful and diverse enough to handle all melody and rythm, but also a bit annoying since –due to the difference in prerecorded sound and the warmth of the live cellos– this made the tape tracks float in front and superimposed on the rest of the performance. Bit of a shame, really.

Unfortunately things got rather bad during Attack and Fall (from the opera Akhnaten). Even though it might have been the intention of Philip Glass to make the music seem chaotic and overwhelming, the chaos was uncontrolled and the sound cacophonic. Fortunately this was due to a technical error, which was corrected in time for the second part from Akhnaten (after the break).

Apart from that, the performance was very good. The Octet gave prime renditions of e.g. parts from The Secret Agent and the String Quartets, and an overall impressive Funeral of Amenothep (a second piece from Akhnaten). At the end we received an encore, introduced by the charismatic Spanish conductor, Elias Arizcuren (in flawless Dutch, no less): Met zulk een prachtige stemmen kunnen we natuurlijk geen kleine stukjes brengen. Dus u krijgt de hele Funeral opnieuw. (With such beautiful voices [referring to the seven singers necessary for the bits from Akhnaten] it is quite impossible to perform a smaller piece. Therefore we bring you the entire Funeral again.). Yes, please.

(De Bijloke offers quite a few concerts by contemporary composers. I’ll try to up the frequency of my visits.)

album cover
Glass reflections
Cello Octet Conjunto Ibérico
» buy the album @ amazon UK

Conducted by Elias Arizcuren
Cellists: Robert Putowski, Artur Trajko, Kepa de Diego, Atie Aarts, Hanneke van de Bund, Esther Iglesias, Fanny Bray, Mikolaj Palosz
Singers: Astrid Lamers, Ilona Stokvis, Ronald Aijtink, Martijn de Graaf Bierbrauwer, Robert Kops, Bert Visser, Jean-Paul van Spaendonk

Programme included:
Parts from The Secret Agent
Façades
Attack and Fall (from Akhnaten)
-break-
Parts from String Quartets 1 & 2
Symphony for eight
Funeral of Amenhotep (from Akhnaten)