(ignore) (ii)

’t Is toch een serieuze opstoot, deze keer. In de scharnieren van het kaaksbeen, onder de tong, aan de zijkanten van de lippen, op het verhemelte: ze eisen zich weer overal territorium toe. (En neen, vermoeidheid heeft daar niks mee te maken, maar seizoenswissels wel.)

Pijnstillers helpen niet, enkel eten helpt, en dan vaak nog alleen tijdens het eten zelf. Lauwe soep (zonder brokjes), of ijsjes, of iets coherents waarop valt te kauwen (ttz dat niet afbrokkelt, zoals brood) is nog het beste. Maar ik kan moeilijk constant zitten eten (ik zou plots wel aan veel punten geraken).

Zeer vervelend, vooral tijdens meetings waarin voornamelijk ík dan nog het woord moet voeren. (De meeting van gisterenavond werd overigens –zoals verwacht– uitgesteld. Een goede zaak, gezien de helft van de deelnemers door griep waren geveld.)

Met Henri gaat het ondertussen beter. Ttz we weten nu wat er aan de hand is, want de schoonouders zijn even voor de middag met hem naar ’t spoed getrokken. Ja, dank u, het was ook voor mij een aangename verrassing. Nog steeds 39+ (zelfs met koortswerende middelen), en hij vroeg er zelf achter, om door een dokter te worden gezien. Gezien we geen huisarts hebben (tsja, dat zou nogal dwaas zijn met een madam die zelf dokter is), en na eerst een aantal andere opties hebben geprobeerd, bleek –tot onze collectieve geambeteerdheid– spoed de enige mogelijkheid. Enfin, het is een zware angine met zware koorts.

Vanavond doen we van fotografie, eerst tijdens een interview, en nadien tijdens een concert. En vandeweekend doen we niks (behalve foto’s afhalen, en naar Jef Neve gaan luisteren), wegens dringende recuperatienood. Neenee, niks. U hoeft niet aan te dringen. Echt niet. Serieus. Toe, niet doen.

hypodinges

Het kwam onlangs nog te pas, die hypochondrie. Zondag ga ik wat van die kruiden opzoeken die ik bij Vits-Staelens heb gekocht, en dan lees ik:

Deze plant is door de Belgische overheid op de lijst met gevaarlijke planten geplaatst. Net als Peru-peper, bevatten sommige leden van de Rhusgenus allergenen van het urushiol-type (cumarine), wat bij sommige mensen heftige allergische reacties veroorzaakt bij contact met de huid of slijmvliezen.

En ziet, ik heb net twee dagen achtereen van die sumak gegeten (over tomaten, in couscous), en ik heb last van aften en mijn keel voelt vernauwd aan. Dat kan geen toeval zijn.

Of toch? Want ik lees nog een beetje verder:

Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de comissie hier voor de makkelijkste oplossing gekozen heeft: omdat er verwarring is tussen de Toxicodendron familie en de Rhus familie verbiedt men gewoon de hele zwik! Toxicodendron staat ook bekend als gifboom en is echt wel gevaarlijk, maar Rhus coraria is al duizenden jaren veilig in de handel.

Psychisch, zeg ik u. Het zit allemaal in dat kopke. (Of er is een andere reden waarom ik aften heb natuurlijk.)

de voorbije week

De voorbije week is allemaal een beetje vaag. Van dinsdag herinner ik mij zo goed als niks. Ik herinner mij dat ik opstond toen de wekker afliep (om 6u15), de badkamer ben ingelopen, en quasi onmiddellijk terug in bed ben gekropen. Woensdag ging het plots heel wat beter, en donderdag zakte ik weer ineen. Vrijdag ben ik dan toch maar wat pijnstillers beginnen nemen, en gisteren heb ik mij zelfs buitenshuis gewaagd voor Henri zijn eerste ‘optreden’.

Henri is overigens verschrikkelijk lief geweest. Zijn grootouders dropten hem hier elke avond aan de voordeur –op mijn uitdrukkelijke vraag, omdat ik de rust nodig had. Dinsdagavond –ik herinner mij niet veel, maar dit wel– kwam Henri boven met een potje waarin hij druiven had gelegd, en een mandarijn. De druiven waren van de tros gehaald, en de mandarijn gepeld (iets waar hij een hekel aan heeft), en ertussen had hij brokjes chocolade gestrooid. Ik kon er niets van eten, dus heeft hij het na een half uurtje maar zelf opgegeten, maar ik vond het ongelooflijk lief. De ganse week heeft hij van de kleine dingetjes gedaan ‘om zijn papa te verzorgen’.

Ondertussen voorzag mijn (t)huisarts mij van alle mogelijke medicatie om de pijn te bestrijden en de misselijkheid te laten overgaan –de eerste dosis heb ik uitgekotst, en pas vrijdag durfde ik echt de medicamenten te gebruiken.

Het was –zo wordt mij verteld– een combinatie van een beetje vanalles: uitputting, migraine, virale infectie, en daar bovenop die aften en een verkoudheid. ’t Is er ’t seizoen voor, nietwaar.

tradonal

Tradonal is eigenlijk wel fun. Pijngewijs helpt het mij niet bijzonder vooruit (laten we zeggen op een schaal van 1 tot 10 helpt het mij anderhalf punt), maar het heeft wel een aantal neveneffecten. Volgens de bijsluiter:

Tradonal® kan misselijkheid en duizeligheid veroorzaken.

Nee, ja. Van die misselijkheid had ik gisteren wel last, maar nu niet meer. Duizeligheid daarentegen: I feel the earth move under my feet!

Af en toe werden volgende effecten gemeld: braken, constipatie, hoofdpijn, transpiratie, droge mond, verwarring, slapeloosheid en sufheid.

Nee, nee, ja, nee, ja, ja, ja, ja. Hoofdpijn, jongens toch, al is ook dat al veel beter dan gisteren. Droge mond, jawel, maar ik hoop een beetje dat dat die aften gunstig beïnvloed. Verwarring en sufheid, al zou men durven zeggen dat het niet erger is dan anders. Slapeloosheid: helaas. Geen oog dichtgedaan vannacht. Ik dacht nog gauw een pilleke of twee te pakken gisterenavond om makkelijker in slaap te geraken (wegens iets minder pijn), maar dat had averechts effect. Dus zit ik hier nu duizelig, suf en verward, maar niet in het minst vermoeid.

Zeer zelden werden gemeld: een gevoel van zwakte bij bepaalde bewegingen, eetluststoornissen, gezichtsstoornissen, problemen bij het urineren, evenals gedragswijzigingen en humeursveranderingen.

Ja, ja, nee, nee, nee, ja. Geen honger, absoluut niet. Humeursverandering: normaal gezien krijgen aftes mij serieus down, maar dit maakt mij absoluut hyper. Vanochtend stond ik te zingen onder de douche, en met meer dan gezwinde tred ging ik naar het perron ongeduldig mijn trein opwachten.

Conclusie: ondanks het geringe pijnstillende effect, voel ik mij wel beter. En dat is een meer dan welgekomen bijwerking.

f-ing aften

Jawel, ik blijf (voorlopig) gespaard van snotvallingen en andere verkoudheden –onlangs aanhoudende stroom besmette mensen waarmee ik voortdurend in aanraking blijf komen. Maar niet getreurd, die andere ziekte is alweer mijn deel: aften.

De ondingen hebben er al voor gezorgd dat ik op het werk plots weer een onverstaanbaar Engels loop te wauwelen waarbij collega Martini alle vijf voeten moet vragen om mijn woordgroepen te herhalen (“that’s not really Queens English, innit?“); ze hebben ons vrijdagnacht noodgewongen laten wegvluchten van een anders heel aangenaam feestje; ze hebben ervoor gezorgd dat ik gisteren niet echt kon genieten van het diner in de Mechelse Koekoek, maar ineenzakte als een pudding naarmate de gangen mijn neus voorbij kwamen; en dat ik vanmiddag maar al te blij was dat ik terug in mijn bed kon kruipen na een anders heel gezellige brunch in de Foyer. Met mijn verontschuldigingen aan al die leuke mensen die tot mijn gezelschap verplicht waren.

Wat fijn dat er pijnstillers zijn, denkt een mens dan. Tot ik mij weer in de Tradonal smijt (100mg, maximum dosis per inname), wat niks doet aan de pijn, maar mij wel weer misselijk maakt, en draaierig, en zelfs hoofdpijn geeft. Leuk.

energie(k)

Begin deze maand schreef ik nog dat ik geplaagd zat met een batterij aften, en dat –zoals gewoonlijk– pijnstillers niet helpen. Tradonal blijkt toch iets van effect te hebben, al is het maar dat ik er duidelijk misselijk van word, en een beetje ijl in het hoofd (deugenieten zullen dan weer graag opmerken dat ik altijd al een beetje ijl in het hoofd ben). Soit, de beste resultaten tot nog toe. Maar de ondingen verdwenen er niet mee.

Dus zijn we nog maar eens een kuur Medrol gestart. En kijk, in minder dan een week zijn ze zo goed als verdwenen. Ik ben wel weer ongelooflijk hyper geworden –en ja ook dat is anders al erg genoeg– en vermoedelijk kan ik de slapeloosheid ook daaraan een beetje wijten. Ondertussen bouwen we al ijverig af (nog twee dagen een kwartje per dag), want als het nog lang doorgaat (met dat slaaptekort e.d.) zou ik wel eens kunnen crashen. Maar hey, ik voel mij goed, vol energie, de aften zijn weg, en de zon schijnt.

tussenseizoen

Iedereen heeft altijd wel iets over het weer te vertellen. Te warm, te koud, te vochtig, te droog; het is het perfecte gespreksonderwerp in de rij naar de kassa van uw grootwarenhuis.

Zelf maal ik er niet al te veel om; ik houd nogal van een duidelijk merkbaar klimaat. Maar laat dat nu net het probleem zijn. Augustus was zomer noch herfst, en voor september en de rest van het najaar wordt een gematigde nazomer voorspeld. Zeer goed, dan kan ik de motor nog een paar keer van stal halen, maar minder goed voor mijn gezondheid (niet de nazomer, maar de aarzeling tussen zomer en herfst). Het tussenseizoen is mijn nemesis.

Tijdens het tussenseizoen raakt er in mijn lichaam immers ‘iets’ in de war, en dat uit zich voornamelijk door een batterij aften die zich geestdriftig in mijn mond –en als het écht tegenzit ook keel en slokdarm– nestelt. Zo ook nu.

Lippen, de huid aan de scharnieren van mijn kaaksbeen, tong, kaakwanden, ze mogen er allemaal aan geloven. Niet dat ik veel ga klagen, het zijn gewoon die vervelende symptomen (de foetor en de pijn) waaraan zo weinig te verhelpen valt. We hebben weer een aantal nieuwe pijnstillers geprobeerd: naast pakweg Brufen en Dafalgan Codeïne kennen we nu ook Apranax, Mesulid, Arcoxia (het helpt allemaal niets), en binnenkort waarschijnlijk ook Tradonal –de tussenstap tussen het voorgaande en Morfine, zo wordt mij verteld (van Morfine kreeg ik alleen maar een kater, dus neen, dank u).

(Donderdag hebben we overigens ontdekt dat Henri mijn ongevoeligheid voor pijnstillers heeft overgeërfd –maar daarover vertel ik morgen nog wel.)

Weg met het tussenseizoen, dát wou ik u nog meegeven.

uitgesteld

Als ik hier iets aankondig, zo heb ik al gemerkt, gaat het meestal niet door. We zijn gisteren dus niet tot in de bioscoop geraakt –hoewel het meteen een dubbelvisie ging worden: Volver (de nieuwe Almodóvar), en –jawel– The Da Vinci Code.

Helaas. In plaats daarvan, en met dank aan het immer weifelende seizoen (is het nu lente of herfst), had ik het genoegen uitgeput mijn bed op te zoeken. We zitten nog steeds volop in aftentijd.

Uitgesteld, maar niet verloren, zo dachten wij gisteren.

aften lente 2006

“Nu zijn ze toch terug”, schrijft karen, en ik moet haar helaas gelijk geven.

Aften zijn in mijn ervaring écht wel seizoensgebonden, en de lange winter en trage omschakkeling naar het Betere Weer doen er niet goed aan. Ik loop er nu ook alweer een tijdje mee rond, en ze breken niet echt in tot de sterktegraad waardoor ik mijn mond niet kan opentrekken, maar ze bieden wel alle ongemakken die ermee gepaard gaan. (Waarvan het ergste toch we de foetor blijft.)

Even doorbijten (no pun intended) nog, en het is weer voorbij.

aften herfst 2005

Het was al lang geleden dat ik,nog eens een serieuze aanval had gekregen. Al meer dan een week wordt ik ondertussen geplaagd door de ondingen (lippen, tong, kaakwand). Spreken doet pijn, eten doet pijn, en het ganse gebeuren put mij verschrikkelijk uit.

Mijn energielevels zijn zo goed als onbestaande; het enige waar ik ’s avonds aan kan denken is zo vlug mogelijk mijn bed op te zoeken en te slapen. Terwijl ik daar –zoals de rest van de werld– helemaal geen tijd voor heb.

Anyway, als het hier wat kalmer is, dan is dit de reden daarvoor.