Het is ondertussen algemeen bekend: drummers en volcalisten, komen er bij Tuur niet in. Tenminste, toch niet om op te treden.
De afwezigheid van de drummer, maakt echter de aanwezigheid van de bassist des te belangrijker. Vorige maand (april) hadden we maar liefst twee keer Philippe Aerts te gast, die tussen zijn drukke (internationale) agenda door –hij heeft o.a. met Galliano getoerd– eerst met Jack van Poll (piano) en nadien onaangekondigd met Bert Joris (trompet) en Nathalie Loriers (piano), op het kleine podium te beluisteren viel. Over Aerts wist mijn gezelschap te vertellen dat zijn muzikaal spel net zoals Bach was –en ik kon hem daar alleen maar in bijtreden. Van Poll houdt duidelijk van interactie met het publiek (Opatuur is daar een uitgelezen plaats voor), zowel muzikaal als verbaal, wat de belevenis er des te intenser op maakte.
De bezetting is ook voor de muzikanten uitzonderlijk, en wat leidt tot de nodige hoeveelheid improvisatie en gezellige chaos. Waaraan men alweer de topklasse van de spelers kan herkennen. Eerder hebben we al bericht over de vriendschappelijke match tussen Jos Machtel en het ingekorte Peter Beets Trio, de zelfde amicale sfeer was aanwezig tussen Bert Joris en Nathalie Loriers.
Er wordt overigens genoeg afgelachen bij Tuur. “We spelen afwisselend een stuk van Nathalie en mijzelf”, vertelde Bert Joris. “Philippe kent de muziek van ons beiden, dus op dat vlak valt het gelukkig al mee.” Waarop Loriers haar Mémoire d’O introduceerde –geschreven voor Trio+Extensions. (“Niet te verwarren met Histoire d’O“, voegde Joris er gauw aan toe.) Joris en Loriers hebben elk hun eigen muzikale taal –of stijl, zo u wilt– en het leuke daarbij is dat ze elkaar op hun eigen manier kunnen uitdagen en beantwoorden, en uiteindelijk toch in een samenspel uitmonden.
Verrassend zijn ook de verschillende muzikale stijlen. Waar bovenstaande met een beetje goed wil kan worden omschreven als eerder zuivere jazz, wordt er vaak ook geflirt met andere muziek. Jean-Philippe Collard-Neven (piano) komt eerder uit een klassiek-muzikale richting, en zijn samenwerking met Jean-Louis Rassinfosse (bas) resulteerde in de prachtige cd Regency’s nights, die ze vorige maand bij Opatuur kwamen voorstellen. Beide heren bleken als duo volledig op elkaar ingespeeld te zijn, en dat vertaalde zich in een optreden van aanzienlijk niveau. Ze brachten naast eigen werk ook composties van Ennio Morricone, en het prachtige van Palhaço Egberto Gismonti. De getokkelde muziek was zeer kenmerkend voor de palhaço (paljas, harlekijn).
En eergisteren pas, bracht Pirly Zurstrassen (accordeon) samen met Kurt Budé (klarinet) en Charly D’Iverno (gitaar) nogal wat muziek van Nino Rota (La Strada en 8 1/2). Jazz en Italië blijft een heel geslaagde combinatie.
Nu zondag, 14 mei, kan u bij Opatuur terecht voor een optreden van Toine Thys (sax) en Frederik Leroux (gitaar). Leroux was al eerder dit jaar te gast bij Tuur, met zijn Quartet-1.
Gentenaar Leroux treedt deze keer niet op met Peter Ehwald, de saxofonist die mee in zijn Frederik Leroux Quartet zit, maar met Toine Thys, die zijn strepen al meer dan verdiend heeft met o.a. het kwartet Take The Duck. Thys is zeer begaan met compositie, en Leroux is steeds op zoek naar een nieuwe uitdaging. Dat belooft.
Bovendien heeft Gentblogt vijf vrijkaarten weg te geven voor dit concert. En daarvoor hoeft u (bijna) niets te doen. Een mailtje naar de mailbox, voor donderdagnacht 11 mei om 23u23 en met de vermelding “vrijkaart Opatuur”, kan volstaan –op voorwaarde dat de onschuldige hand uw naam uit onze virtuele hoed tovert.
Maar met of zonder vrijkaart spreken wij af op zondag 14 mei om 20u bij Opatuur, Citadellaan 17, voor het dynamische duo Leroux/Thys.
(Tot dan zal u het moeten stellen met enkele foto’s van de voorbije concerten.)
(Dit artikel verscheen eerder vandaag reeds op Het Project.)