Pft. Het is van de nacht van vorige week woensdag (23/05) geleden dat ik nog eens geslapen heb. Die woensdag ben ik wakker geworden van de pijn in mijn rechterschouder (men dacht eerst aan bursitis, nu aan neuralgische amyotrofie), en sindsdien word ik wakker op minder dan een uur nadat ik in bed ben gekropen. Dan sluip ik uit bed naar mijn bureau, om er de nacht op mijn muziekluisterzetel door te brengen (zo’n Eames Lounge Chair, dus dat zit wel erg comfortabel), dommelend tussen wakker en niet helemaal wakker. Slapen gaat niet echt, want gezien mijn hoge tolerantie voor analgetica (er zitten dagelijks hoge dosissen Dafalgan Codeïne, Ibuprofen en Tradomal in mijn lijf) blijft mijn schouder te veel zeuren.
Het rare is, ik voel mij –op die schouder na dan– niet eens echt slecht. Met zo’n tekort aan slaap zou een mens al eens moeten crashen, maar ik blijf vrolijk verder gaan op mijn normale elan. Ik blijf zelfs lopen: deze week heb ik er al 70 km op zitten (23 maandag, 25 woensdag, 20 vrijdag, en de heel korte afstanden die ik op dinsdag- en donderdagochtend met Henri afleg). Ik word wel een beetje prikkelbaar en mijn concentratievermogen is ook niet je dat (boeken lezen gaat minder vlot), maar ik toon geen verdere tekenen van (over)vermoeidheid. Dinsdagavond zat ik gedurende drie uur in een verschrikkelijk warme Gentse Opera naar Le Duc d’Albe te kijken, en ik had geen enkele moeite om wakker te blijven (ondanks dat beperkte concentratievermogen).
De mens is een raar wezen jong.