Het moet sinds mijn ontdekking van The Bad Plus of E.S.T. zijn, dat ik nog eens zo enthousiast ben geweest over een jazzgroep die duidelijk ook aantrekkingskracht heeft voor een breder publiek. Toen in april bekend werd dat de groep zou optreden in De Bijloke, heb ik u meteen het concert van gisterenavond getipt. Phronesis speelde met Jasper Høiby op bas, Ivo Neame aan de piano, en Anton Eger op drums, voor een redelijk gevuld parterre in de concertzaal, maar kon –ik verklap het u nu al– de verwachtingen niet echt inlossen.
Het zou gemakkelijk zijn om te stellen dat Phronesis vooral draait rond bassist Jasper Høiby, maar de klankkleuren die pianist Ivo Neame aan het trio toevoegt zijn net zo belangrijk als de tempi van de bijwijlen hilarische huppeldrummer Anton Eger. Høiby is ontegensprekelijk de leider, maar gisteren werd duidelijk dat de groep vooral een eenheid is.
Het zat het trio niet mee. Misschien was er geen tijd geweest voor een deftige soundcheck, want het geluid zat helemaal verkeerd. Bij de aanvang van het concert schalde de muziek de zaal in als was het een AM radio uit goedkope luidsprekers. We hoorden vooral de contrabas, en dan nog vooral de hoge tonen van de bas, een ietwat laag, en helemaal geen middentoon. Het anders olijke geklater van Neame op de piano was niet te horen, en het duurde tot het vierde of vijfde stuk eer het geluid –op herhaaldelijk aandringen van Høiby (“I know I’m in the middle here, but it’s a bit too much.”)– op een aanvaardbaar niveau werd gebracht. (En dan heb ik het over de kwaliteit en niet het volume.)
Voeg daar dan nog eens aan toe dat achter het trio een heuse lichtshow werd opgevoerd, met rood en blauw en oranje en muterend roze en geel dat groen werd, en waarbij er niet werd geaarzeld om die spots ook eens recht in de ogen van het publiek te schijnen. Nee, technisch was dit concert niet bepaald een ontspannend feest.
“Thank you all for letting us use you as guinea pigs”, verklaarde Høiby, en dat definieerde meteen ook het hele concert. Misschien lag het aan het tegenvallende geluid in de eerste helft van het concert, maar de voornamelijk nieuwe muziek die de groep bracht, leek nog niet ready for prime time. Let wel, de (nieuwe) muziek was veelbelovend, en wij kijken al reikhalzend uit naar 15 april 2012 (jaja), wanneer de Denen in Vrijstaat O. komen spelen (en zes maanden hebben kunnen oefenen). Høiby besesfte maar al te goed dat de muziek niet klaar was. “Next time I wont have this in front of me,” wees hij naar zijn partituren. “But you know, these guys, they intimidate me”, grapte hij verder. (“Oh yeah and I’m taking notes”, antwoordde Eger gevat.)
Er zat veel dynamiek in de groep en in de composities. En humor ook. We onthouden the titelloos nummer dat voor de grap The Economist werd gedoopt, en het daaropvolgende Democracy. Als laatste nummer kregen we het up-tempo Abraham’s New Gift, en tot slot nog een encore. “We wanted to end with a slower song, or you’d all go home bling-kaboom-kadzing. Which wouldn’t go well in traffic.”
Maar goed, de groep kon dan wel de verwachtingen niet inlossen, de belofte blijft zonder meer overeind. En ik kan alleen maar herhalen om nu reeds in uw agenda te noteren: op 15 april 2012 spelen ze in Vrijstaat O. En als u zo lang niet kan wachten, dan haalt u gewoon het steengoede Alive in huis.
Phronesis, gehoord in De Bijloke, op 26/10/2011