serendipity

Ik heb Rachmaninov leren kennen via Broussaille, in het album Les sculpteurs de lumière (ik weet het, het staat nog niet in mijn mediatheek).

(Een andere absolute aanrader in die reeks is La nuit du chat, maar evengoed Les baleines publiques, enfin, de ganse reeks, al zijn de laatste twee niet echt overtuigend.)

Maar goed, Rachmaninov. Leren kennen via Arnold Böcklin. En Böcklin komt nu net uit Les sculpteurs de lumière. Ik heb me nog lam gezocht naar een referentie over Böcklin, en heb die uiteindelijk gevonden in een librairie in Brussel in de buurt van het Centraal Station (tussen het Centraal Station en de Grote Markt, nog voor dat plein waar de achterkant van de Méridien is).

Rachmaninov alweer, maar ik kan niet aan Böcklin ontsnappen (zoek ook eens op google). Zwitser, symbolist, romanticus. Ik weet eigenlijk niet of de twee elkaar ontmoet hebben (volgens de jaartallen zou dat in elk geval moeten kunnen).

Maar ik houd er over op. Als ik blijf doorgaan ga ik immers zoeken naar verbanden tussen Rachmaninov en Wagner (?), of Tchaikovski (zou moeten lukken).

En zo komen we dan tot het verband tussen Rachmaninov en Böcklin. Böcklin heeft immers het meest bekende CD-hoes vergezellende schilderij geschilderd voor Die Toteninsel (Isle of the Dead). Meteen ook de inspiratie (het doek dan) voor Rachmaninov.

die toteninsel

To the point: het is een van mijn favoriete stukken, en ik was er daarnet naar aan het luisteren. Uitvoering van het Concertgebouw Orchestra olv Vladimir Ashkenazy. En het klonk plots zo tam, dat ik me afvroeg of er geen versie van Mavrinsky zou bestaan, of eentje aangepast door Wojciech Kilar (de mens van de soundtrack van Dracula, en Death and the Maiden, The portrait of a lady, en dan heb ik hem niet meer gevolgd), enfin, met meer schwung.

I must be in a foul mood.

archived

It’s been fun while it lasted, but let’s face the truth: december.org no longer is a source for minimal music and hasn’t been for quite a while.

As of today this site exists for archival purposes only.

Thank you for your visit, and I wholeheartedly recommend any of the other sites in the link section below.

le roi des aulnes

Vanochtend was ik ervan overtuigd dat het een slechte dag ging worden. De shampoo was op (gelukkig had ik gisteren een nieuwe fles gekocht), en toen ik die in de vuilbak probeerde te keilen –vanuit de douche– ging de lege fles er net naast. Geen goed teken.

En voorwaar: op de autostrade leek het wel alsof iedereen het op mij had gemunt: afsnijden, vlak voor mij invoegen, bumperrijden, enfin al wat uw zenuwen kan werken. Ik was nochtans extra vroeg vertrokken, want ik diende benzine te tanken (tenminste: als ik vanvond nog terug in Gent wou geraken).
Tot ergens bij Aalst, bleef het in gelijke trend doorgaan.

Normaal gezien moet ik voor 6u30 voorbij de oprit van Aalst zijn. Als dat niet het geval is, geraak ik nooit tegen 7u op het werk. Vandaag passeerde ik die oprit om 6u20.
Net op dat moment weerklonk Erlkönig op Klara; de rest van de rit naar Brussel ben ik vergeten.

Erlkönig bezorgt mij kippenvel; ik vind het een van de allerbeste liederen ooit gemaakt, en Dietrich Fischer-Dieskau is de ongeëvenaarde vertolker ervan. (Helaas werd het vandaag gebracht door Ian Bostridge, die ervoor zorgde dat de vader net zo eng klonk als de Erlkönig zelf.)

Fischer-Dieskau brengt de zoon zo delicaat en fragiel, en laat de Erlkönig duidelijk overgaan van verleiden naar dreigen. En dan de wanhoop van de vader… aarrgh. Ik krijg er rillingen van alleen al van eraan te denken.

(Bostridge is gewoon een sentimentele soep, met wat drama erin verwerkt. Guess I’m a bit biased.)

(Ik dacht dat ik er al eerder over had geschreven –vandaar dit wat abrupte einde–, maar als het zo is, dan vind ik het niet terug.) In elk geval, hier is de tekst:

Erlkönig
Johann Wolfgang von Goethe

Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Es ist der Vater mit seinem Kind;
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,
Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.

Mein Sohn, was birgst du so bang dein Gesicht? –
Siehst Vater, du den Erlkönig nicht?
Den Erlenkönig mit Kron und Schweif? –
Mein Sohn, es ist ein Nebelstreif. –

“Du liebes Kind, komm, geh mit mir!
Gar schöne Spiele spiel ich mit dir;
Manch bunte Blumen sind an dem Strand,
Meine Mutter hat manch gülden Gewand.”

Mein Vater, mein Vater, und hörest du nicht,
Was Erlenkönig mir leise verspricht? –
Sei ruhig, bleibe ruhig, mein Kind!
In dürren Blättern säuselt der Wind. –

“Willst, feiner Knabe, du mit mir gehn?
Meine Töchter sollen dich warten schon;
Meine Töchter führen den nächtlichen Reihn
Und wiegen und tanzen und singen dich ein.”

Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort
Erlkönigs Töchter am düstern Ort? –
Mein Sohn, mein Sohn, ich seh es genau:
Es scheinen die alten Weiden so grau. –

“Ich liebe dich, mich reizt deine schöne Gestalt ;
Und bist du nicht willig, so brauch ich Gewalt.”
Mein Vater, mein Vater, jetzt faßt er mich an!
Erlkönig hat mir ein Leids getan! –

Dem Vater grauset’s, er reitet geschwind,
Er hält in den Armen das ächzende Kind,
Erreicht den Hof mit Mühe und Not;
In seinen Armen das Kind war tot.

Le Roi des Aulnes is de franse vertaling van Erlkönig; het is ook de titel een boek van Michel Tournier. Verfilmd door Volker Schlöndorff in 1996, als Der Unhold, beter bekend als The Ogre. Soundtrack door Michael Nyman.

Full circle, ofte: alles is met elkaar in verband te brengen. (En ik wou het eigenlijk over karma hebben.)

Une belle histoire

Michel Fugain potdomme. Dat brengt herinneringen terug. En zeggen dat ik dat bijna volledig kan meezingen. (Dat komt ervan als ge daarnaast ook nog Georges Moustaki en Joe Dassin met de paplepel meegevoederd krijgt. Niet dat ik meteen zelf de link kan keggen, maar bon.)

C’est un beau roman, c’est une belle histoire
C’est une romance d’aujourd’hui
Il rentrait chez lui, là-haut vers le brouillard
Elle descendait dans le midi, le midi
Ils se sont trouvés au bord du chemin
Sur l’autoroute des vacances
C’était sans doute un jour de chance
Ils avaient le ciel à portée de main
Un cadeau de la providence
Alors pourquoi penser au lendemain

Ils se sont cachés dans un grand champ de blé
Se laissant porter par les courants
Se sont racontés leur vies qui commençaient
Ils n’étaient encore que des enfants, des enfants
Qui s’étaient trouvés au bord du chemin
Sur l’autoroute des vacances
C’était sans doute un jour de chance
Qui cueillirent le ciel au creux de leurs mains
Comme on cueille la providence
Refusant de penser au lendemain

C’est un beau roman, c’est une belle histoire
C’est une romance d’aujourd’hui
Il rentrait chez lui, là-haut vers le brouillard
Elle descendait dans le midi, le midi
Ils se sont quittés au bord du matin
Sur l’autoroute des vacances
C’était fini le jour de chance
Ils reprirent alors chacun leur chemin
Saluèrent la providence en se faisant un signe de la main

Il rentra chez lui, là-haut vers le brouillard
Elle est descendue là-bas dans le midi
C’est un beau roman, c’est une belle histoire
C’est une romance d’aujourd’hui

x-benen

About time dat de stad Gent Peter Vermeersch een beetje erkent:

Peter Vermeersch stadscomponist in Gent
Na een stadsdichter heeft Gent als eerste stad een stadscomponist. Sas van Rouveroij, de Gentse schepen van Cultuur, schuift de allround muzikant Peter Vermeersch naar voren, een van BelgiÎs origineelste componisten. Vermeersch volgt stadsdichter Roel Richelieu van Londersele op, die in opdracht van de stad vier gelegenheidsgedichten schreef.

Mijn moeder was een tijdje geleden naar FES gaan luisteren/kijken, de Armstrong Mutations, en was er nogal over opgezet. (Ze was dan ook heel tevreden toen ik haar met nieuwjaar de CD cadeau deed.)

In de tijd ben ik via-via nog eens op een paar uitspattingen van X-legged Sally binnen geraakt (via de Imschoot/Griffo connecties denk ik), en dat was altijd serieus de moeite. De CDs geven maar de helft weer van wat de groep indertijd bracht.

De muzikant en componist reageerde alvast laconiek op de bekendmaking van de titel. “Het is tof omdat het in mijn stad Gent is en plezierig omdat ik niet weet wat het inhoudt”, zei hij aan de telefoon vanuit New York, waar hij een project voorbereidt met jazzpianist Uri Caine.

[bron: DS 13/01/2004]

kiss

How about this for a fairytale:

Once upon a time a young magician and a young Empress hoped to marry, but her parents forbade the match. Both young people married others. But the magician, Dispacus, hot for revenge against the Empress, whom he wrongly blamed, brought up his only daughter, Tormentilla, on poisons, so that the first man she kissed would die. He knew that the Empress had a son and he planned that his daughter should be the cause of her son’s death.

The Empress, cleverer than he, knew of this and brought up her son, Amaryllus, on antidotes, so that when fate brought the young people together and inevitably made them fall in love, the first kiss was not fatal, though at first it seemed so, for Amaryllus fainted from pure joy. When he was brought home he did nearly die from the pain of being separated from his love.

Eventually the Empress relented and allowed Tormentilla to see him. Amaryllus’s happiness was so great that his mother was touched to the heart. She summoned Dispacus –long a widower as she had long be a widow– and all differences were healed. Not only did he and the Empress marry, but also her ladies-in-waiting married his hobgoblins. The prince, of course, married Tormentilla, while her faithful companion, Angelica, married his friend and squire, Gallanthus. And they all lived happily for ever after.

My four year old son, Henri, is getting rather fond of Ralph Vaughan Williams’ The Poisoned Kiss –and prefers listening to that rather than watching the telly. And honestly, who am I to go against him?

album cover
The Poisoned Kiss
Ralph Vaughan Williams
» buy the album @ amazon UK

Conducted by: Richard Hickox
Performed by: BBC National Orchestra of Wales

rendez-vous

[Wie de jaren ’80 bewust heeft meegemaakt, begrijpt ongetwijfeld de associatie uit de titel van dit stukje.]

Tijdens (of vlak voor) de kerstvakantie had ik met Henri naar Madama Butterfly (Puccini) geluisterd. Of toch naar de Act I en het eerste deel van Act II. Niet altijd gemakkelijk om de verhaaltjes te vereenvoudigen, en dan nog: twee verliefde mensen, worden gescheiden, er is een kindje, papa komt kindje halen, mama sterft (eugh tragisch, ik weet het, maar herlees eens de gebroeders Grimm of Charles Perrault).
Henri wilde in elk geval de opera horen, en ik moest hem op tijd waarschuwen als de mevrouw ging sterven, want daar moest ik stoppen. Hij heeft er nog een paar keer naar gevraagd, maar hij wou absoluut de sterfscène niet horen. Fair enough.

(BTW de versie die ik heb is dezelfde waarvan een fragment te horen is in de film Fatal Attraction, met Pavarotti, Freni, von Karajan, & de Wiener Philharmoniker)

opera

Vandaag heb ik The Poisoned Kiss (Vaughan Williams) opgelegd. Onmiddellijk een hit. Hij kreeg de keuze om ofwel een beetje naar de opera verder te luisteren, ofwel om nog wat naar tv te kijken. Geen twijfel: de opera. (En hij is nogal gehecht aan zijn tv-minuten: een paar minuten (letterlijk) ’s ochtends, en een kwartiertje ’s avonds.)

En nu mag ik dit verhaaltje vertellen:

Once upon a time a young magician and a young Empress hoped to marry, but her parents forbade the match. Both young people married others. But the magician, Dispacus, hot for revenge against the Empress, whom he wrongly blamed, brought up his only daughter, Tormentilla, on poisons, so that the first man she kissed would die. He knew that the Empress had a son and he planned that his daughter should be the cause of her son’s death.
The Empress, cleverer than he, knew of this and brought up her son, Amaryllus, on antidotes, so that when fate brought the young people together and inevitably made them fall in love, the first kiss was not fatal, though at first it seemed so, for Amaryllus fainted from pure joy. When he was brought home he did nearly die from the pain of being separated from his love.
Eventually the Empress relented and allowed Tormentilla to see him. Amaryllus’s happiness was so great that his mother was touched to the heart. She summoned Dispacus –long a widower as she had long be a widow– and all differences were healed. Not only did he and the Empress marry, but also her ladies-in-waiting married his hobgoblins. The prince, of course, married Tormentilla, while her faithful companion, Angelica, married his friend and squire, Gallanthus. And they all lived happily for ever after.

Als dat geen sprookje is.

reflections

By sheer coincidence I’d found out yesterday that the Bijloke had a concert scheduled –that same night– by the Cello Octet Conjunto Ibérico. The fact that the concert hall is only minutes away from where I live, quickly removed any doubt that might have been there re: attending the performance.

The architecture of the building itself is still impressive, though the room acoustics tend to be rather bland (even though a lot of research went into improving this). Last time I’d been there, was for the Kronos Quartet performance on their Nuevo tour (in 2002, see also this entry). From the first notes on, the Cello Octet performance promised to become equally good.

Unfortunately the instruments were electronically amplified, and there was a tape accompanying the cellos to fill in for any missing instruments. Completely unnecessary as the performance and sound of the eight cellos proved to be powerful and diverse enough to handle all melody and rythm, but also a bit annoying since –due to the difference in prerecorded sound and the warmth of the live cellos– this made the tape tracks float in front and superimposed on the rest of the performance. Bit of a shame, really.

Unfortunately things got rather bad during Attack and Fall (from the opera Akhnaten). Even though it might have been the intention of Philip Glass to make the music seem chaotic and overwhelming, the chaos was uncontrolled and the sound cacophonic. Fortunately this was due to a technical error, which was corrected in time for the second part from Akhnaten (after the break).

Apart from that, the performance was very good. The Octet gave prime renditions of e.g. parts from The Secret Agent and the String Quartets, and an overall impressive Funeral of Amenothep (a second piece from Akhnaten). At the end we received an encore, introduced by the charismatic Spanish conductor, Elias Arizcuren (in flawless Dutch, no less): Met zulk een prachtige stemmen kunnen we natuurlijk geen kleine stukjes brengen. Dus u krijgt de hele Funeral opnieuw. (With such beautiful voices [referring to the seven singers necessary for the bits from Akhnaten] it is quite impossible to perform a smaller piece. Therefore we bring you the entire Funeral again.). Yes, please.

(De Bijloke offers quite a few concerts by contemporary composers. I’ll try to up the frequency of my visits.)

album cover
Glass reflections
Cello Octet Conjunto Ibérico
» buy the album @ amazon UK

Conducted by Elias Arizcuren
Cellists: Robert Putowski, Artur Trajko, Kepa de Diego, Atie Aarts, Hanneke van de Bund, Esther Iglesias, Fanny Bray, Mikolaj Palosz
Singers: Astrid Lamers, Ilona Stokvis, Ronald Aijtink, Martijn de Graaf Bierbrauwer, Robert Kops, Bert Visser, Jean-Paul van Spaendonk

Programme included:
Parts from The Secret Agent
Façades
Attack and Fall (from Akhnaten)
-break-
Parts from String Quartets 1 & 2
Symphony for eight
Funeral of Amenhotep (from Akhnaten)

reflections

“Hier papa, dat is voor jou.” Henri kwam net terug van het toilet in de Buddha Bar waar we vanmiddag gingen eten (de Handelbeurs is gesloten wegens renovatie). Een korte blik op de Week Up die hij in mijn handen stopte, en het ding ging op een hoek van de tafel. Erm wacht. Ik had nog net een bekende foto gezien: de cover van Cello Octet Conjunto Ibérico – Glass Reflections.

Om 19u15 was ik in de Bijloke; ik had in het naar huis komen, in de vroege namiddag, gauw een ticket gekocht. De concertzaal van de Bijloke is een juweeltje wat architectuur betreft; akoestisch klinkt het nogal vlak. Ik was er al eerder geweest, voor een concert van Kronos Quartet, vorig jaar (of is het al twee jaar geleden), naar aanleiding van de release van hun Nuevo CD. En dat was me uitstekend bevallen.

de stedelijke concertzaal in de bijloke

Het Cello Octet moest er duidelijk niet voor onder doen, dat bleek al bij de eerste tonen van The Secret Agent. Philip Glass en cello, zalige combinatie. Alleen jammer dat: (1) de instrumenten electronisch versterkt werden (liever unplugged voor mij) en (2) er bovendien nog een tape meespeelde om de ‘ontbrekende’ instrumenten in te vullen. Die instrumenten waren bovendien absoluut niet noodzakelijk voor de composities, en leken te zweven boven en vóór de klanken van de cello’s uit.

Helemaal jammer werd het op het einde van het eerste deel, tijdens Attack and Fall uit de opera Akhnaten. Hoewel het de bedoeling is/was van Glass om het geheel een beetje chaotisch en overdonderend te laten overkomen, werd de geluidschaos absoluut niet beheerst, en hoorde het stuk als een ongecontroleerde geluidsbrij. Gelukkig werd aan het geluidstechnisch euvel verholpen voor het einde van het tweede gedeelte.

Voor de rest viel er niets op aan te merken, integendeel. Het Cello Octet zette schitterende uitvoeringen neer van o.a. stukken uit The Secret Agent en de Strijkkwartetten, en een al helemaal impressionante Funeral of Amenothep (ook uit Akhnaten). Aan het einde kregen we een encore, door de Spaanse dirigent, Elias Arizcuren, in perfect Nederlands ingeleid: Met zulk een prachtige stemmen [voor de delen uit Akhnaten werd het Cello Octet bijgestaan door 7 zangers] kunnen we natuurlijk geen kleine stukjes brengen. Dus u krijgt de hele Funeral opnieuw.

Meer!