Maandag was de laatste dag voor onze Alfa. Het was een rationele beslissing om de wagen weg te doen, en in mijn hart heb ik er een beetje spijt van. De wagen is gedurende vier jaar een trouwe dienaar geweest, en heeft ons nooit in de steek gelaten. (Altijd buiten gestaan, altijd onmiddellijk gestart; nooit de gedoodverfde electr(on)ische problemen ondervonden; 77k km.)
We (ik?) waren eigenlijk vastberaden ons enkel nog met het openbaar vervoer te verplaatsen, maar dat bleek uiteindelijk toch geen haalbare kaart te zijn. We wonen dan wel in de stad, maar om nu steeds opnieuw beroep te moeten doen op de schoonouders voor de grotere boodschappen (maandvoorraad drank uit de colruyt bvb), en op de vrienden om ons te komen afhalen / mee te laten rijden voor bezoekjes e.d., leek ons een te grote last (waar we bovendien anderen mee bezwaarden).
Voor de deur van ons huis staat nu een zwarte Lancia Y te prijken. Y, niet Ypsilon, dus het ‘oude’ model, voorzien van hetzelfde comfort als de Alfa (leren zetels, mistlampen vooraan, airco), alleen een iets minder sterke motor, en vooral kleiner van afmetingen.
We hebben er nog maar 40km mee gereden (voorlopig nog met de motor naar het werk, vanaf ergens november waarschijnlijk met de wagen), maar dit was exact waar we naar op zoek waren. Even hadden we de Mercedes A overwogen, maar als je de prijs/kwaliteit van beide wagens vergelijkt, was de keuze gauw gemaakt. En de Y is terug een Italiaan.
Voorlopig staat hij dus nog voor de deur, maar we zijn voorbereidingen aan het treffen om de Y binnen in de poort te plaatsen (= opruimen !). Door onze straat rijdt immers de tram, waarbij door de wrijving van de pantograaf op de bovenleiding een heleboel metaalpartikels vrijkomen. En dat is nefast voor het koetswerk (zo konden we duidelijk constateren bij de Alfa).
Bovendien geneert de parkerende medemens in ’t stad er zich niet voor om even te bumperen bij het manoeuvreren in een veel te kleine plaats. Binnen dus (tenminste tijdens die periodes waarin de wagen niet frequent wordt gebruikt).
(En dit weekend gaan we hem eerst eens goed inrijden.)