Geen kat was er voor het eerste optreden gisteren. “Neuh, er staat geen hond, man”, verbeterde mijn Nederlandse collega Liesbeth (van JazzPodium). Jazz Juice kondigde zichzelf aan als een experiment tussen een DJ en live muzikanten. Weliswaar van een totaal andere leest geschoeid dan de samples van Uri Caines Bedrock.
DJ Graham B gebruikte (voor de gelegenheid) jazz standards die hij vermangelde tot een clubsound met dansbare latin beat, waarop de muzikanten –trompet, altsax, keyboards, percussie én zang– gretig inpikten. Het leek me perfect voor die club-scène, al moet ik meteen toegeven dat ik daar absoluut geen ervaring mee heb. De zangeres was niet meteen de nieuwe Billie Holiday te noemen, al was al blij zolang ze zich niet te veel aan het scatten waagde.
“We can do hip-hop, we can do jazz, we can do salsa. What do you want?” vroeg Roldán González, één van de vier rappers van Orishas. Hip-hop en salsa kregen we in overvloed, van jazz heb ik weinig gemerkt. Dat hoefde ook niet, in dit tweede luik van Het Festival, want het publiek was gisteren duidelijk gekomen om te dansen. Nog een geluk dat de temperatuur in de tent iets afgekoeld was, want de kudde (tiener-)meisjes die de eerste rijen bevolkten, waren anders gegarandeerd in zwijm gevallen voor de charmes van de Cubaanse jongens. Een totaal ander publiek –ondertussen iets talrijker opgekomen dan voor Jazz Juice– dan bij US3. Al stak die laatste groep er met kop en schouders boven uit.
Fiesta! vooral bij Amparanoia. De tent was amper voor de helft gevuld (als het al zoveel was), maar Amparanoia kreeg iedereen aan het dansen. De associaties met Mano Negra en Almodóvar liggen voor de hand; de band leek zo uit een film van de Spaanse regisseur gestapt.
Amparanoia is de groep rond Amparo Sanchez, die op 16-jarige leeftijd reeds haar eerste band uit de grond had gestampt. De muziek is zonder meer aanstekelijk, als is ze misschien een beetje te doorzichtig. Percussie en lead gitaar blijven voorzichtig op de achtergrond, zodat alle aandacht gaat naar de zangeres en de bassiste (Carmen Niño). Trompettist (José Alberto) zorgt voor de dramatische toets. Én groot feest –zelfs bij de meest schrijnende liedjes– en de perfecte opwarmer voor het slotconcert.
Want als Amparanoia al feest was, dan ging iedereen écht uit de bol bij Los Van Van. Een vrolijk chaotische boel, met veel te veel (?) muzikanten en een wel verschrikkelijk rondborstige zangeres. Wat ze misten aan subtiliteit hadden ze des te meer aan présence en enthousiasme, waarmee ze zelfs de heren in het ‘perskot’ aan het dansen kregen. Een opvallende grote vertegenwoordiging van ‘Latijnse’ Gentenaars, gisterenavond, die duidelijk goed wisten wat voor buitenkans de concerten gisteren waren.