Als u in the mood bent voor een avondje clichés en ander herkauwd materiaal, mag u de kans om Hostel te zien niet laten voorbijgaan. Goed, men gaat misschien geen horrorfilm bekijken voor een avondje fijnzinnige film, maar er is in het genre veel beter werk gemaakt dan wat u momenteel als opgewarmde kost wordt toegeschoven onder de noemer Quentin Tarantino presents. De film gooide bij de release in de VS reeds hoge ogen, daar stootte het zelfs King Kong en Narnia van de recette-troon, en hij heeft ondertussen reeds meermaals de productiekost terugverdiend.
Er wordt ook graag vergeleken met de Asiatische gruwelwerken van Park Chan-Wook (Oldboy) en Takashi Miike (Ichi the Killer) –laatsvernoemde heeft zelfs een cameo in Hostel— maar deze film komt zelfs niet aan de (afgeknipte) tenen van voornoemde pareltjes.
Het verhaal kan niet anders dan ontsproten zijn aan de geest van een scenarist die zijn puberjaren nog niet is ontgroeid. Och, ik geef even een spoiler waarschuwing, zo u wilt, maar het verhaal doet er niet echt toe. Drie jongemannen tekken met de rugzak door Europa, op zoek naar drugs en meisjes. In een Amsterdamse jeugdherberg krijgen ze de tip om naar een ‘hostel’ in Bratislava te trekken, alwaar de meisjes heel gewillig zouden zijn. Eenmaal ter plekke blijkt de tip geen letter overdreven te zijn, en gaan de jongens van bil dat het een lieve lust is. Tot zover het eerste deel, waarmee het puberpubliek waarschijnlijk zwaar aan zijn trekken zou komen, ware het niet dat de film niet toegankelijk is voor jongeren onder de 16. Jammerlijk het doelpubliek voorbij geschoten (no pun intended).
In deel twee loopt het allemaal mis. De jongens verdwijnen één voor één, om elk in een folterkamer terecht te komen. In het plaatsje in Oost-Europa kan men immers, tegen betaling van een vette som geld, op foltervakantie. De folterkamers worden van slachtoffers voorzien door de argeloze studenten naar de herberg te lokken onder het mom van de seks. In de herberg of de aanpalende discotheek worden ze gedrogeerd, en vervolgens afgevoerd.
De gruwelscènes zijn ronduit saai. Er wordt (off-screen) al eens een teen afgeknipt, of met een boor in een bil gedraaid, en eenmaal de slachtoffers dood zijn, worden ze in stukken gehakt en in een oven verbrand. Het wordt allemaal zo grotesk voorgesteld, en de inleving in de personages is echt wel minimaal, dat men zich afvraagt hoe deze film in godsnaam aan zijn publiek komt.
Bij een testscreening moesten verscheidene mensen de zaal verlaten, zo wordt verteld. Iemand stond te braken in de toiletten, en durfde de cinema amper te verlaten. Rare jongens, die Amerikanen. Het ergst geschrokken ben ik –niet bij Hostel— maar op het einde van de trailer van The Descent. Daar ga ik vanavond heen, en u mag zich morgen opnieuw aan een bespreking verwachten.
Hostel, van Eli Roth, te zien in Kinepolis Gent (Decascoop), aan Ter Platen.
(Deze entry is ook terug te vinden op Gentblogt)