De film is beter dan het boek. Tenminste, The Constant Gardener is een van de uiterst zeldzame boeken waarvan ik mezelf er niet kon toe dwingen het uit te lezen (ik ben gestrand op pagina 130 van 500+). Het boek, de schrijfstijl, kwam me voor als veel te geconstrueerd (contrived) met een verschrikkelijk karikaturale voorstelling van de personages. Zo Brits dat zelfs een Brit het niet had kunnen bedenken.
Wat me in de eerste plaats tot het boek had aangetrokken, naast de naam en reputatie van le Carré, was die andere naam, die vanop de derde pagina in het oog sprong: Tessa. Bovendien kwam de conversatie, dik 50 bladzijden verder opgetekend, bekend voor (Woodrow spreekt Tessa aan over haar buitensporig gedrag):
“Tess, honestly, this can’t go on.”
“Don’t call me Tess.”
“Why not?”
“That name’s reserved.”
Laat het echter gerust over aan Meirelles (de regisseur ook van Citade de Deus) om uit dit lijvige en licht maniëristische boek niet alleen de essentie te halen, maar tevens tot een duidelijk te volgen en subtieler verhaal te verwerken. Tessa’s overspel lijkt in het boek wel een feit; in de film wordt het gegeven –hoewel zeer aanwezig– voortdurend ontkracht. Boze tongen zouden zulks kunnen toeschrijven als een toegeven aan de Hollywoodiaanse penchant tot moraliseren; gezondere geesten hebben al gauw door dat dit alleen maar heeft toegedragen tot de geloofwaardigheid van het complexe hoofdpersonage.
Tijdens de eerste minuten van de film wordt Tessa op brutale wijze vermoord. Ze was de zelfzekere en vrijgevochten vrouw van de teruggedrongen en weinig ambitieuze Justin Quayle (de Gardener uit de titel; tuinieren is Justins enige passie). Ze woonden beiden in Kenia, waar Justin werkt in diplomatieke dienst en Tessa rel schopte als activiste.
Via flashbacks vernemen we meer over Tessa en Justin, het argwanen van het establishment over de zuiverheid van hun relatie, en het vertrouwen –of is het genoodzaakte desinteresse– van Justin in zijn vrouw. Na haar dood, op zoek naar de reden voor de moordpartij, raakt Justin meer en meer betrokken in Tessa’s wereld waardoor hij zijn vrouw ook beter gaat begrijpen.
Een deel van de kracht van het verhaal komt uit de onwaarschijnlijkheid waarmee de anders passieloze Justin opgaat in het erfgoed van zijn vrouw, en waardoor de kijker meegesleept wordt in wat in essentie een liefdesverhaal is. Want uiteindelijk blijft vooral dit citaat van Justin nazinderen: I don’t have a home. Tessa was my home.
Meirelles slaagt erin dit verhaal zonder overdreven sentimentaliteit te brengen, met een schitterende structurele opbouw en verteltechniek waarin de kijker zich met plezier laat meeslepen. Een aanrader.
(En ik ben ondertussen in het boek herbegonnen.)
The Constant Gardener van Fernando Meirelles met Ralph Fiennes en Rachel Weisz, te zien in Kinepolis (Decascoop, Ter Platen).
(Een vergelijkbaar verhaal vindt u ook op gent.blogt)
Vorige donderdag de bewuste film gezien…
’t leek wel een verfilming van driestuivertjes boeketreeksflut
Wat een karikaturale sentimentele verfilming van de effecten van een losgeslagen kapitalisme, waarin op blanke paternalistische manier de zwarten opnieuw slechts decorum zijn…
Socioloog Verbrugge (UA, vpro-tegenlicht): het kapitalismtisch systeem is zo pervers dat het er in slaagt om zelfs met zijn gecreerde puinhopen geld te verdienen. O.a. via dit soort films…
geef mij maar de documentaire Darwin’s nightmare, van H. Sauper
The constant gardeneris een typische vrouwenfilm.