Naar jaarlijkse gewoonte ben ik weer een tijdje single. Tessa zit in Atlanta voor het ASH congres, en komt pas ergens volgende week terug. Normaal gezien had ze overigens niet in Atlanta maar in New Orleans moeten zitten, maar wegens (gekende) omstandigheden kon het evenement daar niet doorgaan.
Dus had ik mij gisteren alvast voorgenomen om twee film te gaan zien (al is het bij één gebleven, gezien ik er wel erg tegen opzag om na middernacht in de vries(?)kou terug huiswaarts te keren); ga ik vandaag naar Skip Sempé luisteren, die in De Bijloke de tijdgenoten van Louis Couperin uit zijn klavecimbel zal tokkelen; gaat het zondagavond misschien (eindelijk) nog eens richting Opatuur om naar Peter Hertmans en Jean-Louis Rassinfosse te luisteren; mag ik maandagavond naar een GB vergadering; en ga ik dinsdagavond waarschijnlijk nogmaals cinemawaarts [dit of dit en dan daarna eventueel dit].
Tijd om mij te vervelen zal er niet bij zijn.
(Henri zit tijdens de week bij de grootouders. Vanavond komt hij terug naar huis, en zondagavond moet ik hem alweer afstaan. Ik zou met plezier alle avonden opgeven als het betekende dat ik hem bij mij kon houden, maar ik moet ’s morgens gewoon té vroeg naar het werk vertrekken. Ik kijk al uit naar morgen.)
Toch schitterend he, dat ik vanuit het verre Atlanta het reilen en zeilen van mijn schatten kan volgen… Koud is het hier in Atlanta, en groot, en veel te beleven op het congres, maar weinig erbuiten…
Zolang hij niet weer briefkes begint te krijgen van vrouwen op de trein é, tessa…
😉