Zaterdag was, naast ongetwijfeld zeventig andere opmerkelijke dingen, ook Obrechtdag (vijfhonderd jaar geleden stierf de Gentenaar Jacob Obrecht in Ferrara aan de pest). Jacob Obrecht (die het bij wikipedia helaas moet stellen met een wel heel karige nederlandstalige pagina) is een van de grotere componisten uit de renaissance, die echter pas in de tweede helft van de vorige eeuw uit de schaduw van Josquin Desprez is kunnen treden.
Tijdens het concert, zaterdag, werden de twee heren evenwel broederlijk naast elkaar opgevoerd (met een ratio van 8 tegen 2 voor Obrecht). Wie polyfonische muziek afdoet als saai, moet zoch maar eens dringend zijn oor weer te luister leggen bij een van beide meesters. En zeker aanhangers van het minimalisme zullen er hun gading vinden. Neem nu het verschrikkelijk eenvoudig lijkende Agnus Dei:
Agnus Dei,
qui tollis peccata mundi
Miserere nobis
Agnus Dei,
qui tollis peccata mundi
Miserere nobis
Agnus Dei,
qui tollis peccata mundi
Dona nobis pacem
Het is verbazingwekkend welk een rollende, buitelende, virtuoze, gevarieerde, en speelse muziek, met dit simpele vers wordt gevormd. Tuurlijk, het heeft allemaal een religieuze oorsprong, maar als u, zoals ik, voornamelijk naar de muziek luistert om de muziek zelf, mag dit detail bezwaarlijk tussen u en uw genot staan.
Driewerf helaas, heb ik een van de mooiere momenten aan mij laten voorbijgaan. Bijna pal in het midden van het concert, werd een hedendaagse compositie opgevoerd: In morte Iacobi Obrecht/Quand il lui plaît, een Motet à 5, van Annelies Van Parys. Ik was totaal onvoorbereid. Hoewel ik me het programmaboekje had aangeschaft, had ik verzuimd het door te nemen. En dan krijg je daar plots het koor, begeleid door een trombone, waarin de polyfonie slechts bedekt waarneembaar is, het houvast verdwenen. Tiens, dat klinkt modern, dacht ik nog. Waren ze vijfhonderd jaar geleden reeds met zo’n complexe muziek bezig? Componist Annelies Van Parys:
Het resulteerde in een werk dat bol staat van verwijzingen naar de muziek van de oude Vlaamse meesters. […] Hierbij wendde ik een toonsysteem aan dat een combinatie maakt van boven- en ondertonen van welbepaalde spilnoten wat leidt tot iets wat ik zou omschrijven als een hedendaags-modale toonspraak. Ten slotte verwijzen ook de retoriek en de technieken (imitatie, hoquetus, …) […] naar de muziek van Obrecht en tijdgenoten.
2005 viert ook het tienjarig bestaan van het kamerkoor El Grillo. Opgericht door dirigent Inge Bollaert, heeft het koor in 10 jaar tijd met een gericht repertoire van profane en religieuze polyfonie, een goede reputatie en een trouwe aanhang weten op te bouwen. Zo wisten ze zich vorig jaar nog, tijdens hun eerste deelname in de Provinciale Koorzangtornooien, te bevestigen met onderscheiding in de uitmuntendheidsgraad.
Disclaimer: Inge Bollaert, zoals de naam reeds laat vermoeden, is mijn nicht. Wie mij kent, weet echter dat zulks –soms tot míjn groot ongemak bij ontmoetingen achteraf– nog nooit enige objectiviteit in de weg heeft gestaan. Geloven hoeft u mij echter nooit, en ik kan u alleen maar sterk aanraden zélf de proef op de som te nemen.
De Jacob Obrechtdag vond plaats te Gent, op 30 april, en werd afgesloten met een Obrecht-concert “Orpheus in Gent” door kamerkoor El Grillo en ensemble La Caccia o.l.v.Inge Bollaert.