Ergens, bij die erudiete menschen die de taalregels opstellen, zitten er een paar vakidioten teveel. Ze blijven maar hun strikte wetjes aanhangen, waarbij voor de taal-in-de-praktijk, geen ruimte meer blijft. Getuige daarvan het probleem dat Sara Brouckaert (van Centrum Nederlandse Rechtstaal, KU Leuven) vandaag in DS aankaart: Het geüpdatete taalgebruik.
Een mens moet meegaan met zijn tijd. En onze tijd is er een van chatten, mailen, downloaden, inzoomen, upgraden, deleten en af en toe eens crashen. Als al de voorgaande werkwoorden moeten worden vervoegd, bijvoorbeeld. Het is nochtans niet zo moeilijk als het lijkt: de uit het Engels afkomstige werkwoorden volgen min of meer dezelfde regels als de Nederlandse. Als de stam van het werkwoord eindigt op de klank t, k, f, s, ch of p (de medeklinkers uit ’t kofschip ), dan krijgen de verleden tijd en het voltooid deelwoord respectievelijk -te en -t. Delete (de stam van deleten) eindigt op een t-klank, dus we schrijven deletete, gedeletet. Bij werkwoorden waarvan de stam niet eindigt op een van de bovengenoemde klanken, eindigt de verleden tijd op -de en het voltooid deelwoord op -d: upgradede, geüpgraded.
Bij dezen heb ik misschien onbewust bijgedragen aan het promoten van Engelse werkwoorden. En dat vervoegen we als promootte, gepromoot. Waar zouden we zijn zonder uitzonderingen?
Waar Brouckaert het niet over heeft, is over de mogelijke problemen bij het bepalen van de stam van die Engelse werkwoorden. Laten we het trouwens maar niet hebben over het promoten van de Engelse werkwoorden, maar misschien wel over het promoveren van die (vreemde) werkwoorden tot bastaardwoorden in de Nederlandse taal. Want dat speelt een niet onbelangrijke rol in het probleem. (Al ga ik er niet expliciet op ingaan –ik heb nog ‘echt’ werk te doen.)
Voor de stam van het werkwoord wordt gekeken naar de stam in de originele taal, zoals surfen – surf, speechen – speech, pushen – push. Voor die (niet toevallig gekozen) werkwoorden levert de vervoeging ook weinig problemen op: surfen, surfte, gesurft; speechen, speechte, gespeecht; pushen, pushte, gepusht. Bij een verdubbelde medeklinker, wordt die medeklinker in de stam verenkelvoudigd, net zoals in het Nederlands: plannen – plan, maar ook stressen – stres, hoewel dit bij het zelfstandig naamwoord (de stress), niet ontdubbeld wordt. Dus: ik heb stress, maar hij heeft gestrest.
Maar daar zit mijn probleem (momenteel) niet. Ik heb het moeilijk met de uitzondering die wordt gemaakt bij het bepalen van de stam voor woorden waarvan de (op normale manier afgeleide) stam, in het Nederlands tot een foutieve uitspraak zou leiden; saven – sav, deleten – delet, updaten – updat. Die stam, vergeten we niet, is grotendeels een theoretisch gegeven.
Dit zorgt ervoor dat we om die misleiding weg te halen, en geheel volgens de wil van de erudiete menschen, tot de volgende vervoegingen moeten komen: saven, savete, gesavet; deleten, deletete, gedeletet; updaten, updatete, geüpdatet. Als dat niet schoon middeleeuws klinkt: “ende hi updatete sine website”. Geef maar toe, dat bekt vele en vele keren beter dan “hij update zijn website”. Want taal is alleen een geschreven gegeven (och, alliteratie).
Of men het nu wenst of niet, bepaalde Engelse termen zijn danig ingeburgerd. Het is dan ook ridicuul om die woorden regeltjes op te leggen zonder rekening te houden met de gesproken taal. De stam van de Engelse werkwoorden dient niet te worden bepaald aan de hand van de geschreven vorm, maar wel door middel van de uitspraak. De stam van [updeeten] (updaten) is niet update of updat, maar wel [updeet], de verleden tijd is niet updatet [updeetet] maar wel [updeete] updat(t)e.
En dat, beste dames en heren, is de regel waar ík mij zal aan houden. Ik dank u voor uw aandacht.
(Oh, doe geen moeite mij erop te wijzen dat je die eerste ‘e’ van updatete niet uitspreekt. Want, (1) als dat al niet voor twijfel bij uitspraak zorgt, en (2) als het niet uitgesproken wordt, moet het ook niet geschreven worden. Taal is op dat vlak heel economisch.)
Lees ook over Engelse werkwoorden in de taaldatabanken van de VRT, en bij taaluniversum.
[Update:] Enne, voor het bepalen van d of t in de vervoeging wordt bovendien wél gekeken naar de stam-volgens-de-nederlandse-regels: update, updatete, geüpdatet, maar upgrade, upgradede, geüpgraded.
Het was net weg, volledig verdrongen en quasi uitgeroeid tot Volume12 de kans zag om het meest courante voorwerp van m’n puberale nachtmerries weer boven te halen: werkwoorden.
Hoe gelijk je ook hebt over de al dan niet ingeburgerde Engelse werkwoorden (wat uiteindelijk bepaalt of ze op z’n Nederlands of op z’n doggies vervoegd wordt), onze Nederlandsche taal is en blijft niet te onderschatten.
Gewapend met m’n bespuugde kopij van Professor J. De Schryver’s ‘Handboek Spelling’ lijkt me dit dan ook de ideale gelegenheid om een laatste keer van wal te steken met enkele voorbeelden die de zin en onzin van vervoegen nog wat extra in de verf zetten.
1. toen ik nog school liep, luidde het niet saven, savete, gesavet maar saven, savede, gesaved wat me -hand op het hart- vrij logisch lijkt.
2.housen is nog zo een dubbelzinnig hobby dat zowel housede, gehoused als housde, gehousd goedkeurt.
3.Onmogelijk om fout te spellen is leasen dat zowel leasde, geleasd als leaste, geleast aanvaardt.
4.In tegenstelling tot stressen en crossen geldt voor passen hetvolgende: passte, gepasste en vraag me niet waar de -e in het onverbogen voltooid deelwoord vandaan komt.
5. Een laatste ‘leuke’ (pfff) is het minst gebruikte werkwoord aller tijden: lasso