Toen ik zo’n twee jaar geleden naar de Botanique ging om er het Portico Quartet aan het werk te zien, kwam ik redelijk gelukkig terug. Portico stond toen nogal vooraan in de nieuwe jazz, en was melodisch, structureel en aanstekelijk. Twee jaar later heeft Nick Mulvey de groep verlaten –hij werd vervangen door Keir Vine– en heeft Portico Quartet een nieuw album uit. Mulvey was een virtuoos op de hang, de convexe tegenhanger van de concave steeldrum. Vine heeft het instrument overgenomen, maar terwijl Mulvey mee de sound van de groep bepaalde, is Vine veel minder aanwezig. Helemaal op de voorgrond staat nu de elektronica: het geluid van elk groepslid wordt vervormd, en de nadruk wordt nog veel meer op herhalend ritme en ambient sound gelegd.
De muziek is zwaar repetitief, en spreekt weinig tot de verbeelding. Dat levert een album op dat –op bescheiden volume– perfect dienst kan doen als geluidsbehang, en met de volumeknop op 12 neigt dat serieus naar trance of house of New Age of lounge, of vult u zelf maar aan. Technojazz is de term die daarop wordt geplakt denk ik, maar u herkent ongetwijfeld de muziek zoals ze populair was rond de eeuwwisseling (denk aan pakweg Sven Van Hees).
Aan Portico Quartet ging gisteren in De Bijloke, eerst nog Krassport vooraf. Een trio Duitsers deconstrueerde voor het publiek The Planets van Gustav Holst (mijn iPhone verbeterde dat naar Holtz). Fantastisch opzwepende muziek is dat; het begin van Mars, the Bringer of War lijkt zo uit een Star Wars film te zijn weggerukt. En hoewel het oorspronkelijk werd geschreven voor een piano duo, komt er zelfs een orgel aan te pas, want Holst vond de piano te percussief voor Neptune, the Mystic.
Krassport speelde op piano, drums, en gitaar, en vooral die laatste werd multifunctioneel ingezet. De klank van de elektrische gitaar werd verkleurd tot die van een orgel, de drum introduceerde een paar interessante tegendraadse ritmes, maar de hoofrol bleef weggelegd voor de piano. Helaas kwam die niet altijd boven het geweld uit, zodat de muziek vaak wat houvast miste. Het concept was interessant, maar de uitwerking leek zich niet altijd van dat concept te kunnen losmaken. Aanstekelijk was de herhaling van het Leitmotiv, maar dat volstond niet als kapstok om het hele project aan op te hangen. Bonuspunten voor de sympathieke Manuel Krass, die het concept bij aanvang in het Nederlands voorstelde. Hij las het van een bladje papier, maar het maakte het publiek heel bereidwillig voor wat volgde –en dat was nodig ook.
Portico begon pas rond 21.30 u. en voor dit soort muziek was dat toch wat laat. Meer dan één luisteraar droop af voor het einde, en toen de jongens van Portico bij afloop naar de zijkant van het podium stapten, veerde zowat gans de zaal op, niet om te applaudisseren, maar om snel het bed te kunnen opzoeken.
Absoluut schitterend evenwel van De Bijloke dat ze dit soort muziek (durven te) programmeren, zelfs al draait het muzikaal dan toch niet zo interessant uit als verhoopt.