Het najaar komt eraan, tijd dus om de winterhobbies weer van zolder te halen. Vandaag: strips (een bezoekje aan De Poort). En, de oudjes doen het duidelijk weer goed: Ric Hochet (Rick Ringers), Michel Vaillant, en Spirou et Fantasio (Robbedoes en Kwabbernoot).
Ofte: ik ga naar De Poort, en ik breng (o.a.) mee (in een tijdspanne van een week):
- Michel Vaillant, tome 66: 100.000.000 $ pour Steve Warson
- Michel Vaillant, tome 67: Pour David (BD du film)
- Ric Hochet, tome 69: L’homme de glace
- Ric Hochet intégrale, tome 4
- Spirou et Fantasio, tome 47: Paris Sous-Seine
En ze doen het nog steeds uitstekend. Vaillant 66 is het sluitstuk van de Ultima Speed Fight race die in het vorige nummer was begonnen. Het zijn zo van die boekskes waarvan ik graag zou hebben dat Henri ze ooit ook met plezier zou lezen. De race heeft me tot op het einde op het puntje van mijn stoel gehouden (beats television), het verhaal wordt realistisch genoeg afgebeeld zonder in technisch gezaag te vervallen, en er worden nog steeds ijverig morele waarden meegegeven (zonder ze breed en pagina groot uit te smeren): vriendschap is uw hoogste goed (en het is lang niet meer zo zwart-wit als vroeger).
Vaillant 67 is niet echt de moeite waard –maar goed, ik verzamel nu eenmaal strips. Een allegaartje van karakters, een flutverhaaltje duidelijk meer voor film dan het stripverhaal geschikt, enfin, laat het ding maar links liggen (ik verwacht overigens ook niet al te veel grootse dingen van de film –al heeft Luc Besson meegeschreven aan het scenario). Overigens, Vaillant 66 werd uitgebracht voor 67.
Ric Hochet heb ik nog niet uit, maar er zit qua sfeer en verhaal niet zoveel verschil met de oudere zaken (die nu worden heruitgebracht in de Intégrale reeks). You either love it or hate it.
Spirou et Fantasio is een ander paar mouwen. De reeks is plots veel realistischer geworden sinds Tome & Janry de fakkel hadden overgenomen, en deze trend wordt nog verder gezet in het meest recente nummer. Morvan is ook al de scenarist van Sillage (getekend door Philippe Buchet). Recent heeft hij met Munuera een spin-off van Sillage opgezet: Nävis (over de jeugdjaren van het hoofdpersonnage van Sillage).
Paris Sous-Seine kent een hoog spektakel-gehalte (beetje ‘Bond’), en een –traditioneel (?)– beetje lullig einde. Maar wat daarvoor komt is zeer onderhoudend. Aanrader.
Los van de ‘oudjes’ waren er ook nog: deel twee van Extra Muros (super-super); Sillage 7; Joe Bar (herkenbaar grappig; Guust Flater voor de motards); en deel 2 van La Frontière invisible (van Schuiten-Peeters in de reeks Les Cités Obescures).
We worden verwend.