Vannacht logeren we in de Wuksachi Lodge in het Sequoia National Park. We hebben geen internet, dus u leest dit postje een dag later (zeker met het uurverschil), maar dat hebben we er gelijk wel voor over. We kijken uit over een besneeuwd landschap vol van die reuzebomen, op ergens 2000 meter hoogte. We komen van ver: gisteren zaten we nog in de daverende hitte van Death Valley, vandaag ploeteren we in de sneeuw rond General Sherman.
Vanochtend hebben we ontbeten in Kernville. Niet in het motel; hoewel de eigenaar had gezegd dat er vanaf ergens 6u30 wel koffie and something zou klaarstaan, vonden we daar rond 7u30 niets (meer?) van terug. (Eerlijk gezegd was ik daar niet rouwig om.) Op het dorpsplein vonden we een gezellige koffieshop, goed voor eggs with sauteed vegetables on a bagel en een three shot 16oz cappuccino –en dat was dan nog enkel mijn ontbijt. De bedoeling was om noordwaarts te rijden, naar Johnsondale, Trail of 100 Giants en zo verder via Sequoia National Forest door te rijden naar Sequoia National Park. Na 23 mijl scherpe bergbochten kwamen we bij de splitsing tussen de doodlopende weg naar The Needles en de weg naar de Trail of 100 Giants. Waar we de wagen mochten keren, gezien die weg –wegens ondergesneeuwd te zijn– was afgesloten.
23 mijl terugrijden dus, maar we hebben in Kernville toch opnieuw voor de scenic route gekozen. We zijn tot 6.100ft geklommen (met slechts weinig sneeuw, langs de zijkant van de weg), en dan via allerlei kleine wegen waar we (alweer) amper andere wagens tegenkwamen, naar Porterville gereden. En het waren echt wel kleine wegen: we hebben een paar mijl Hwy 155 gevolgd, tot in Glenville, waar we via binnenwegjes langs White River & Fountain Springs tot in Porterville geraakten. Dan opnieuw een stukjke highway (65 & 198) tot we via Lemon Cove, voorbij Lake Kaweah (foto hieronder) in Three Rivers belandden voor een late lunch (het was 14u).
Die road trip, dat is (tot nog toe) fantastisch. Het is waarlijk fascinerend om het landschap voortdurend te zien veranderen. Elke bocht lijkt wel een nieuw wonder te brengen. Vandaag waren er woeste stromen; gele en roze bloemenvelden; graslandschappen; appelsienboomgaarden; een gigantisch meer; een al even gigantisch rotsblok, en een zo mogelijk nog gigantischer boom (General Sherman). Waar we ook reden, op 700 of 7000ft hoogte, de zon was steeds van de partij.
Een paar mijlen voorbij Three Rivers reden we het Sequoia National Park binnen, waar Henri in het SNP Visitor Center opnieuw een Junior Park Ranger boekje afhaalde. Morgen zal hij het –ingevuld– in het Kings Canyon Visitor Center om zo hopelijk zijn tweede National Park badge binnen te halen (tussen ons gezegd en gezwegen: ik denk dat het wel zal lukken, al sta ik er versteld van hoe goed zijn kennis van het Engels al is, en hoe leergierig hij is om de taal te kunnen).
Het duurt een tijdje voor we de grote bomen te zien krijgen. Een long and winding road (there’s a Beatles song for everything) bracht ons boven de 5000ft waar de sequoia’s zich ophouden (wist Henri reeds uit zijn Jr Rangerboekje). Maximumsnelheid: 25 miles. Een beetje verder kwamen we bij de lodge, waar we om 17u30 de op één na laatste kamer in de wacht sleepten.
—
Op het slingerwegje tussen Kernville en Porterville
—
De appelsienbomen
—
Geen road trip zonder auto