Maartse buien en aprilse grillen. De regen val best mee –voorlopig slaag ik er nog in tussen de buien door te rijden. Maar de wind. Best gevaarlijk. En op de laatste 12 uur heb ik toch weer een aantal dingen bijgeleerd wat betreft de motor.
- Wind: de gemiddelde windstoot heeft best de kracht om de motor van onder je uit te blazen. Gisterenavond heb ik me de ganse rit van Brussel naar Gent door de wind laten meedragen, maar eenmaal bovenop de arfrit aan de Zuid gekomen was er een windstoot die ik van de verste verte niet had voelen aankomen. Bijna onderuit, en bijna tegen de auto op het baanvak naast mij gewaaid. Bijna.
- Angst: een gezonde dosis angst maakt je alerter. Je mag niet bang zijn natuurlijk, want dan kan je niks meer. ’t is een fijne grens.
- Kracht: 100Nm torque en 120pk zorgen voor een grote versnelling en een pak kracht die op het asfalt wordt neergezet. Bij een droog wegdek wordt dat door een (bijna letterlijke) samensmelting van rubber en asfalt opgevangen, maar bij een natte baan is er behoorlijk minder grip. Bijna een tweede keer onderuit.
- Afstand houden. Dat is iets wat de meeste mensen nog steeds niet doorhebben. Een motorfiets remt snel. En remt niet alleen als de rem wordt ingetrokken, maar er kan –en er wordt vaak– ook op de motor geremd (door naar een lagere versnelling terug te schakelen). Bijna zat die BMW in mijn gat.
Maar ik ga veel liever met de motor dan met de wagen. Veel meer opties, veel meer uitwijkingsmogelijkheden, veel alerter rijden. Nu het weer nog.