Allemaal cheap tricks, in The Prestige. Een ontgoocheling wat Nolan daar heeft neergezet, na het schitterende Memento en Batman Begins. De kijker is verplicht van het ene naar het andere spektakel rond te holen, en zonder deftige verhaalopbouw wordt hij meegesleurd naar een ontknoping die alles van een deus ex machina (het trefwoord in de besprekingen deze maand) wegheeft.
Shortbus is dan weer een behoorlijk intense film, over frustraties, over mensen die met zichzelf in de knoop liggen, en hoe dat toch maar niet zomaar vanzelf opgelost raakt. Het is een relatiefilm, een chick-flic op zijn slechtst, een zeer geslaagde indie-film op zijn best. Boodschap? You cannot outrun yourself. Te bekijken met uw lief.
De hel van Tanger was zeer de moeite, een beetje vastgeroest in de Vlaemsche klei, maar slechts met mate. Er werden weinig middelen aangewend in deze film, wat helaas een beetje te zien is. Dat is redelijk letterlijk te nemen overigens, want de fotografie is niet meteen denderend te noemen. Nogmaals: dat heeft naar alle waarschijnlijkheid veel met het beperkte budget te maken. Van Mechelen, die ons ook al De Indringer heeft geschonken, blijft iemand om in de gaten te houden.
The Forgotten en (vooral) Out of time zijn visuele en inhoudelijk clichés, als is die eerstgenoemde film toch behoorlijk onderhoudend. The Rules of Attraction is ok, maar niet meer dan dat. Nice try, leuk gegeven, maar vooral gimmicky en met een groot ‘dat hebben we al elders gezien’ gevoel.
The Good Shepherd heeft alles weg van een instant classic, ook de traagheid van het verhaal. Het is zeker de moeite waard om u doorheen te worstelen, maar u hoeft er niet voor naar de videotheek te snellen.
Gedrocht van de maand –sorry, van het kwartaal– is zonder enige twijfel Alexander, een megalomaan saaie film van Oliver Stone. Ik heb hem ‘slecht, maar bekijkbaar’ beoordeeld, maar ik heb meer dan eens de neiging tot fast forward moeten onderdrukken. Voor een drie uur uitgesponnen film, bevat deze prent overigens jammerlijk weinig diepgang. Hele hopen noodzakelijke achtergrondinformatie wordt achtergehouden, en de halfslachtige manier waarop Ptolemaeus wordt opgedragen (een afgrijselijk slechte acteer’prestatie’ van Anthony Hopkins), laat u in twijfel of men eigenlijk wel over het scenario heeft nagedacht. Zelfs een van mijn meest favoriete dieren in de geschiedenis, Bucephalos, komt er met moeite in voor. Ach, droefnis. Het bestaansrecht voor deze film, zo hebben de makers waarschijnlijk gedacht is de openlijke referentie naar de *slik* homofiele geaardheid van Alexander. Met alle clichés erbij natuurlijk: de mannen in de film zien er op hun meest mannelijk uit, maar Alexander zelf wordt opgevoerd als geblondeerde nicht (hoewel hij op zijn meest bekende portret met donkere haren wordt afgebeeld), en zijn geliefde Hephaestion met zwaar gefardeerde ogen, vrouwelijk opgemaakte haren, en nog net niet het ‘wapperend handje’. Puh-lease.
- The Prestige / Christopher Nolan / 2006 / DVD / *(*)
- Christina’s House / Gavin Wilding / 1999 / KA2 / *(*)
- Pandemic / Armand Mastroianni / 2007 / VijfTV / *(*)
- De hel van Tanger / Frank van Mechelen / 2006 / VTM / **(*)
- The Forgotten / Joseph Ruben / 2004 / KA2 / *(*)
- Out of time / Carl Franklin / 2003 / VT4 / *(*)
- The Good Shepherd / Robert De Niro / 2006 / Telenet / **(*)
- The Rules of Attraction / Roger Avary / 2002 / DVD / **(*)
- Shortbus / John Cameron Mitchell / 2006 / DVD / ***
- Alexander / Oliver Stone / 2004 / KA2 / (*)
0 te vermijden / * slecht, maar bekijkbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)
(films vorige maand)
Dan hebben we andere films gezien, denk ik. 🙂
Ik vond Shortbuspretentieus, leeg, totaal niet opwindend en veel te zelfbewust als indie-film. The prestige heb ik dan weer gezien als een klassiek sprookje met een mooie surreële twist en een geweldige sfeer (wel een beetje een houten Hugh Jackman).
Grootste tegenvaller voor mij was Little children, ondanks Kate Winslet.
Opwindend vond ik hem ook niet hoor, Shortbus. Maar ik vond hem best grappig en intrigerend. Die indies zijn altijd heel dubieus. Me and You and Everyone We Know, vond ik bijvoorbeeld verschrikkelijk pretentieus toen ik hem zag, maar hij is wel blijven hangen. Ik zou hem eigenlijk graag nog eens terug zien.
(Little children trok/trekt mij compleet niet aan.)
Aha, maar in de indie-sfeer is Little Miss Sunshine dan weer een pareltje. Ik denk mijn favoriet van dit jaar. Die al gezien?
Little Miss Sunshine –vorig jaar gezien op het filmfestival– vond ik dan weer veel te veel melodrama en feel good movie. Het cliché van het lelijke eendje, een beetje te vingerdik allemaal.
Smaken verschillen duidelijk –en gelukkig maar. Al is ook dat weer een cliché 🙂