Maar jongens toch, welk een farce. In zowat elk mega-architecturaal project heeft Stad Gent reeds aangetoond dat ze niet de architectuur, maar de bouwpromotoren het belangrijkste aspect aan zo’n onderneming vindt. Getuige daarvan het aartslelijke Zuid, en de nonsensikale intenties (totaal gebrek aan architecturale visie) bij de inplanting van de nieuwe stationsbuurt (Project Gent Sint-Pieters).
Het is een beetje zoals een website te laten maken door een programmeur. Technisch perfect in orde, zo’n site, maar geen gebruiksvriendelijkheid, geen –of in het beste geval: een gebrekkige– gebruiksinterface, laat staan dat er een vormelijke of inhoudelijke invulling werd gegeven. Dat is ook niet de taak van zo’n programmeur, en doet niets af aan zijn kwaliteiten.
Stad Gent heeft nogal de neiging alleen met programmeurs te werken voor hun architectuur. Wat zeg ik: onze architectuur. Na een paar jaar getouwtrek over het (muziek)forum, met een (gasp) architectuurwedstrijd als annex, wist het stadsbestuur in dit project het zeil opnieuw naar zich toe te trekken, met als gevolg dat de architectuur opnieuw van de scène wordt geweerd.
De provincie zag in heel deze casus de bui al lang hangen, en trok zich min of meer uit het project terug, evenwel niet zonder de deur op een kier te houden. In zijn toespraak gisteren liet gouverneur Denys duidelijk blijken dat de provincie alsnog bereid is mee te stappen in dit project waarin hij een belangrijke opporuniteit ziet, niet alleen inzake uitstraling voor Gent maar ook voor Oost-Vlaanderen
. Waarbij hij bovendien graag de kaart speelt van de verruiming van een bibliotheeksgebouw naar een centrum voor nieuwe media, een een audiovisueel ‘centre of excellence’
.
Hier is nog steeds een kans om in Gent een project van wereldniveau uit te werken. Gent zou dom zijn om deze kans te laten liggen. Maar (1) het zou helaas niet de eerste keer zijn dat ze zo’n kans laten liggen en (2) ze zijn alvast van het goede pad verdwaald. Of zoals Koen Van Synghel zijn artikel afsluit (DS 29/11/2005 Bibliotheek, mediatheek, hypotheek):
Gent kiest straks om met investeerders in zee te gaan, investeerders die niet zozeer in de bibliotheek als wel in het daarbij te leveren winkelcentrum geïnteresseerd zijn. De vraag is dan in welke mate de kwaliteit van de architectuur zal meespelen in de beoordeling. De kans is groot dat in het licht van het voorgespiegelde rendement, de architectuur en vooral de ambitie om van de bibliotheek een volwaardige mediatheek te maken, zullen worden geofferd.
Een architectuurwedstrijd, of om het even welke andere publieke selectieprocedure, is nog het minste kwaad. Het is geen tijdverlies, zeker niet bij zo’n belangrijk programma als een mediatheek. Gent heeft met het Smak, het stedelijk archief en het Stam al heel wat kansen laten liggen om architectuur voluit te laten spreken en de stad daarmee op de kaart te zetten. Legt de Gentse pleinvrees voor architectuur de zoveelste hypotheek op de stad?
Tijd voor een frisse wind?
Koen Van Synghel slaat wel vaker nagels met koppen in zijn column. Volledig mee eens!