Schitterende dag gehad, alhoewel ik even schitterend ziek rondgelopen heb. En we zijn de hele godganse dag in ’t stad blijven rondgehangen.
(Aangezien wij eigenlijk in ’t stad wonen, refereren wij naar het –vaak commerciÎlere– centrum van Gent als ’t stad. Een beetje Antwerps geproportioneerd, maar kom.)
Ochtend: ontbijt in de Café Parti. Vroeger (twee jaar geleden) ging ik daar een tijdje dagelijks ontbijten. Dat was toen rond 8 uur, maar op een bepaald moment werd de openingstijd verlaat naar 9 uur, en dat vond ik dan weer *te* laat.
(En te duur om elke dag te gaan ontbijten natuurlijk.)
De ontbijtkaart is nog steeds hetzelfde, niks spectaculairs, maar wel lekker, en een zeer vriendelijke bediening.
(Ze zijn daar overigens altijd vriendelijk; ook als je take-out gaat afhalen wordt je bediend alsof je ter plekke blijft eten. Een van de voorlopige weinige plaatsen in Gent overigens waar je je eigen wijn kan drinken bij het eten, mits het betalen van het kurkrecht. Niet echt een noodzaak, overigens, want ze hebben een uitstekende selectie eerlijke wijnen.)
Voormiddag een trajectje bank – photolab – schleiper – fnac – inno – Zuid, Eat@ Café
Schleiper voor een cadeautje van de schoonouders: een poster van Panamarenko (voorzien van Zijn commentaar). Errrm… blij dat de kader in de cadeau inbegrepen zit.
In de Eat@ Café wilden we aperitieven met bruscetta, maar ze openen pas om 11u30 –wij waren daar om 11u20. Nog een tiental minuten rondgelummeld aan ’t Zuid, om te ontdekken dat ‘de keuken’ pas om 12u open zou gaan. Geen getreur, dan slaan we de aperitief over en proberen we meteen de soepbar aan de Vrijdagmarkt voor middagmaal.
Eerst lang Rogge om een lampekap af te halen, en dan naar de Vrijdagmarkt… waar de soepbar volledig volzet is natuurlijk. De Malatesta dan maar (eens zien of de spaghetti vongole nog even goed is als vijf jaar geleden), maar onderweg, vlak om de hoek van de Jan Breydelstraat, vlak voor de brug, langs het water, een Noord-Afrikaans restaurantje tegengekomen. Dagschotel: Tajine met Kip. Karafje huiswijn erbij. Heerlijk; een aanrader.
(En nu ben ik natuurlijk de naam van dat restaurant kwijt. Ik schreef restaurantje, want het is echt klein. Beneden zat alles vol, maar boven hadden we de ruimte –vier tafels– voor ons alleen.)
Tot slot ons nieuw fototoestel afhalen (bij Verstraeten in de Hoornstraat), en een bezoekje brengen aan Vic.
En dan naar de Faim Fatale.