Giovanna d’Arco

Voor vele liefhebbers gaat er niets boven de Italiaanse opera (Verdi, Rossini, Puccini): theatraal, zwaar emotioneel, en vol passie, die ten dele aan de Italiaanse taal wordt toegedicht. Giovanna d’Arco, een opera in één proloog en drie bedrijven, is de zevende opera van Verdi, en werd nog nooit eerder in België opgevoerd. (Strikt genomen werd hij nog steeds niet ‘echt’ opgevoerd, want het betrof hier een concertante uitvoering.)

Het libretto werd geschreven door Solera, die voor Verdi ook reeds Nabucco had afgeleverd, en was vrijelijk geïnspireerd op Schiller (Die Jungfrau von Orleans). Het verhaal van Jeanne d’Arc is u allen waarschijnlijk welbekend: een 17-jarig meisje wordt in een visioen door God opgedragen om Frankrijk te bevrijden van de Engelsen. Ze slaagt erin de bezetting van Orléans te doorbreken, het begin van een reeks overwinningen die uiteindelijk de weg vrijmaken voor de kroning van Charles VII tot koning van Frankrijk. Niet veel later wordt ze door de Bourgondiërs overmeesterd en overgeleverd aan de Engelsen. Ze wordt vervolgens beschuldigd van godslastering, en tot de brandstapel veroordeeld.

Solera maakt van Schillers werk een indringend liefdesverhaal. Carlo (Charles VII), de toekomstige koning van Frankrijk, wordt in een droom opgedragen zijn zwaard en helm in een grot, aan de voeten van een Mariabeeld, af te leggen. In die grot bidt Giovanna tot de Heilige Maagd om haar te helpen tegen de Engelsen ten strijde te trekken. Ze overtuigt Carlo om samen met haar tegen de Engelsen ten strijde te trekken.

Giacomo, Giovanna’s vader, heeft beiden samen gezien, denkt dat de demonen hen in hun macht hebben, en denkt dat ze geliefden zijn. Hij spreekt een vervloeking over zijn dochter uit. Wanneer, door Giovanna’s toedoen, het tij keert ten voordele van Frankrijk, en zij haar taak heeft vervult, wil ze naar haar oude bestaan terugkeren. Carlo, die ondertussen op haar is verliefd geworden, wil haar niet laten gaan.

In een zwak moment geeft Giovanna toe dat ze Carlo liefheeft, en ze stemt ermee toe de kroning bij te wonen. In de kathedraal beschuldigt Giacomo zijn dochter van hekserij, en ondanks het aandringen en het geloof van Carlo in haar onschuld, weigert Giovanna de aanklacht te weerleggen. Het volk eist haar verbanning, waarop Giacomo haar uitlevert aan de Engelsen.

Uiteindelijk weet ze aan de Engelsen te ontsnappen, en keert ze terug naar de strijd, waar ze dodelijk wordt verwond. De Fransen behalen de overwinning, Carlo vergeeft Giacomo zijn dwaling, en Giovanna stijgt ten hemel. “It ain’t over til the fat lady sings.”

Ecco!… nube dorata m’innalza
Oh!… l’usbergo tramutasi in ale!…
Addio, Terra!… Addio, gloria mortale…
Alto volo… già brillo nel Sol!

(Zie!… Een gouden wolk verheft me… O!… Mijn harnas krijgt vleugels!… Vaarwel, Aarde!… Vaarwel, sterfelijke roem… Ik stijg steeds hoger… ik schitter reeds in de zon!)

De uitvoering: het Symfonisch Orkest en Koor van de Vlaamse Opera wordt gedirigeerd door de charismatische 80-jarige Silvio Varviso (debuteerde in 1961 in de Metropolitan Opera in New York, was muziekdirecteur in de van de opera’s van Stuttgart en Stockholm, en dirigeerde in zowat alle grote operahuizen). Giovanna werd niet vertolkt door Nelly Miricioiu, die moest laten afweten om gezondheidsredenen, maar door Marina Mescheriakova, die een niet geheel overtuigende vertolking bracht (nogal piekerig, vond ik). Een prachtige vertolking evenwel van de bariton Bruno Caproni als Giacomo, maar de ster van de avond was zonder enige twijfel de tenor Stefano Secco (Carlo). Zozeer als Varviso over charisma beschikte, wist Secco het publiek zonder enige moeite (verdiend) voor zich te winnen. Topklasse!

Giovanna d’Arco van Giuseppe Verdi; een libretto van Temistocle Solera geïnspireerd op Friedrich Schillers Die Jungfrau von Orleans. Nog op 8 en 10 april in de Vlaamse Opera te Gent.

(Dit artikel staat ook op gent.blogt.)