Als ik in La Resistenza toekom, zo ongeveer een kwartier voor de voorziene aanvang van het concert, zit Giovanni Barcella er te eten met de twee muzikanten die hij heeft uitgenodigd om die avond met hem te concerteren. De begroeting is hartelijk. Ik ken Gio niet alleen van de lokale scène, we zetelen beiden al een paar jaar in de jury voor het Jong Jazztalent Gent concours dat gehouden wordt tijden het Gent Jazz festival. Barcella is de Gents-Italiaanse drummer die elke maandagavond een programma in elkaar steekt voor La Resistenza. Vroeger deed hij dat voor El Negocito, waar hij zorgde voor de Barcella Sessions en de concerten in duo met tenorsaxofonist Jeroen Van Herzeele. Toen Rogé Verstraete, de man achter El Negocito en La Resistenza, het el NEGOCITO Records label boven de doopvont hield, was de eerste release een live album van het Barcella/Van Herzeele duo. Nu de jazzactiviteiten van El Negocito overgeheveld zijn naar La Resistenza, verhuisden de Barcella maandagavonden mee.
Net zoals El Negocito is ook La Resistenza een eet- en praatcafé. Voor 12 euro is er een lunch voorzien (soep, schotel naar keuze en koffie of thee), en wie naar een concert komt, kan de integrale entreeprijs dezelfde dag aanwenden voor drank of voedsel. Een fantastisch concept, dat voor de bezoeker zorgt dat hij zo goed als gratis concert een concert bijwoont, en tegelijk de uitbater garandeert van een minimale omzet. Het café bevindt zich op het gelijkvloers, de concerten vinden plaats in de kelder. Er is geen deur tussen beide ruimten, maar er werd een zwaar gordijn gehanden aan de voet van de trap om muzikale kruisbetuiving te vermijden. In het café moet men kunnen blijven praten, in de kelder moet men enkel de muziek horen.
“Je vais vous lire une petite quelque chose de deux lignes”, zegt Barcella als we allemaal een plaatsje in de kelder hebben gevonden, en hij verontschuldigt zich meteen voor zijn Engels.
Never divide the great longing
into a host of small satisfactions.
Hij declameert het met een tongval die uit The Godfather kon komen, alleen is het bij hem niet geacteerd. Barcella haalde zijn inspiratie uit een ondertussen beduimeld tijdschrift waar hij tijdens de maaltijd nog ijverig in zat te bladeren. Als ik het citaat thuis in Google steek, kom ik terecht bij Esther (Etty) Hillesum, een jonge Joodse die op 29-jarige leeftijd gestorven in Auschwitz in 1943. Sinds 1941 hield ze een dagboek bij, op advies van haar minnaar, Julius Spier. Het dagboek werd pas in 1981 gepubliceerd en pas nog later (in 1983) vertaald in het Engels. In 2006 werd aan de UGent het Etty Hillesum Onderzoekscentrum (EHOC) opgericht.
Elke bezoeker aan de kelder –vijf euro was de toegang die avond– krijgt drie fotocopies die met een nietje in de linkerbovenhoek haastig met elkaar werden verbonden. Het herinnert mij aan de bijeenkomsten uit mijn studententijd, een periode waar de meeste bezoekers nog middenin zitten. Barcella soleert, en zijn drumspel klinkt zoals zijn aankodiging. Hij bouwt een verhaal op, eerst in snelle beats die van een machine konden komen, en waaruit hij dan specifieke klemtonen haalt. De gasten die hij heeft uitgenodigd, knikken geboeid mee.
Yuko Oshima neemt de solo van Barcella over, in een stijl die nu nog wel haaks op die van haar voorganger staat, maar die straks geheel complementair zal blijken. De brushes bouwen een langzaam ritme op, de cymbalen worden spaarzaam maar nadrukkelijk gebruikt.
In het derde deel speelt ook tubist Daysuke Takaoka mee. Barcella leest voor uit het gedicht dat voor ons werd gefotocopieerd, in een rustige, bijna monotone stem: “considera prima di tutto la posizione delle cose”. Het gedicht heet La prossima malattia (de volgende ziekte), van Adriano Spatola, die wordt gerekend tot een van de belangrijkste dichters uit de Italiaanse neo avant-garde. De tuba van Takaoka en de drums van Oshima zorgen voor de klankkleur bij de voordracht.
Wanneer het gedicht helemaal is voorgelezen en Barcella meedrumt, blijkt hoe groot de noodzakelijke symbiose tussen de drie muzikanten wel is. Terwijl beide drummers voor een basis zorgen, exploreert Takaoka de grenzen van zijn instrument. Hij legt het mondstuk weg en in de buis van de tuba als was het een dwarsfluit, of bespeelt hij een elleboogstuk dat hij van het instrument het losgemaakt.
Als ik niet veel later naar huis fiets, komen flarden van het concert opnieuw bij me op. De declamatie van Barcella, de brushes van Oshima, en het gefluister van Takaoka vergezellen me naar huis.
Volgende week maandag (14 november) is er een ‘Barcella invite’ en spelen Nate Wooley en Marc Ducret samen met Teun Verbruggen. En wie donderdag (10 november) niet op Follow The Sound in Antwerpen zit, mag gerust opnieuw naar La Resistenza voor een double bill van John Hollenbeck & Jorrit Dijstra en het Alexandra Grimal Quartet.