rijmpje

Nog eentje, voor het slapengaan: de Blauwbilgorgel van Cees Buddinghí (1918-1985)

De blauwbilgorgel

Ik ben de blauwbilgorgel,
Mijn vader was een porgel,
Mijn moeder was een porulan,
Daar komen vreemde kind’ren van.
Raban ! Raban ! Raban !

Ik ben een blauwbilgorgel
Ik lust alleen maar korgel,
Behalve als de nachtuil krijst,
Dan eet ik riep en rimmelrijst.
Rabijst ! Rabijst ! Rabijst !

Ik ben een blauwbilgorgel,
Als ik niet wok of worgel,
Dan lig ik languit in de zon
En knoester met mijn knezidon.
Rabon ! Rabon ! Rabon !

Ik ben een blauwbilgorgel
Eens sterf ik aan de schorgel,
En schrompel als een kriks ineen
En word een blauwe kiezelsteen.
Ga heen ! Ga heen ! Ga heen !

–uit Gorgelrijmen (1953)

6 gedachtes over “rijmpje”

  1. Oooo! In de lagere school, ik denk in het vijfde leerjaar, mochten we zelf een gedicht kiezen om vanbuiten te leren. Voor het min-of-meer-examen-achtig gesprek op het einde vna het jaar.

    Ik had even gespeeld met Buddingh’s “langzaam telt de oude boer zijn kloten”, qua _shock value_ wel goed, maar uiteindelijk is het de Blauwbilgorgel geworden.

    Heh, waar is de tijd?

  2. Cees is een heerlijk gorgelrijmer!
    Ooit, vele jaren geleden vond ik bij ons thuis het boekje ” de lichte muze” met een hele selectie Buddingh’ en andere doldwaze rijmen.
    Het leuke is dat als je eenmaal zo’n gedicht vanbuiten kent, je het altijd lijkt te onthouden. Ik moet er intussen toch een stuk of twintig kunnen reciteren als ik wat gedronken heb.
    De blauwbilgorgel is vorig jaar zelfs tot op de uitnodiging voor mijn trouwfeest geraakt. En op het feest dan maar proberen uit te leggen wat een knezidon nu eigenlijk is.

  3. hall0…
    het is erg leuk om dit te lezen en te zien..
    ik vrag me aleen af wie de uitgever is van de blauwbilgorgel..?wie is dat.??
    maar ik ga weer
    vriendelijke groeten van,
    mellisa pooghoorn

Reacties zijn gesloten.