Griezelig. Tussen twee bestelwagens door, of erger, tussen twee vrachtwagens door rijden, waarbij je net genoeg plaats hebt om net dat te doen: rechtdoor rijden. Als een van beide voertuigen ook maar iets meer naar de binnenkant afdraait ben je, in het beste geval, een spiegel kwijt, in het slechtse een vinger, een hand, een been. Adrenaline.
Hoewel het bewolkt is, en de regen dreigt, is het behoorlijk warm. Niet te warm waardoor het zweet van je afdruipt als je in de file moet vertragen, en niet te koud, zodat je geen extra thermische laag onder je motorvest meer moet dragen. Het is gewoon heerlijk rijden.
Zo moet ook die ene motorrijder gedacht hebben, toen hij na mij, de corridor tussen twee (lichte) vrachtwagens in reed. Ik zag de man in het rechtse voertuig nog in zijn spiegel kijken, kwaad, als een visser die zijn beste vangst door de mazen van het net zag glippen. Even op het gas en ik was erdoor.
De motorrijder achter mij had minder geluk. Hij twijfelde net iets te lang tussen gas geven en remmen, waardoor de rechtmuur van de gang hem insloot. Gelukkig heeft hij toen niet geremd, en gelukkig ging de linkerkant van de muur verder naar links, waardoor hij ongehavend uit de strijd terecht kwam.
Niet zo de vrachtwagenchauffeur. Niet alleen moest hij in zeven haasten op zijn rem gaan staan (bijna een kop-staart aanrijding), maar in het voorbijrijden gaf de bestuurder van de motor nog snel een mep op de spiegel.
Hij gebruikt hem toch niet. Ik zag het hem zo denken.