White Sands

Een beetje meer naar rechts van Scottsdale in Arizona liggen, in New Mexico, Las Cruces en Alamogordo. Langs Hwy 70, die beide plaatsen met elkaar verbindt, ligt het White Sands National Monument. Een korte omweg op onze tocht naar Houston, goed voor een 700 vierkante kilometer woestijnduinen. Het was er blistering hot, maar ik had zin in een wandeling.

Whites Sands, USA 2010

De Alkali Flat Trail is een goede 7 km lang, en brengt de wandelaar van het midden van de duinen (bereikbaar met de wagen) tot aan de Alkali Flat, een grote witte vlakte, een beetje verder waarvan de White Sands Missile Range begint. De WSMR is het grootste militaire testgebied in de USA.

Whites Sands, USA 2010

Bij het begin van de trail zagen Tessa en Henri het nog goed zitten om mee op te gaan in het eindeloze wit, maar na drie kwartier stappen –duin op, duin af– in de wel heel warme vlakte, werd het voor Henri wat te veel. We zaten toen aan mijl 1,5 met nog goed 3 mijl te gaan, en ik besloot de rest van de wandeling alleen af te leggen. Een beetje gelijk de wandeling naar Zabrikskie Point (ook al 7 km lang), maar deze keer had ik wel voldoende water mee.

Whites Sands, USA 2010

Het parcours wordt aangeduid met oranje reflecterende paaltjes –sommige steken nog nauwelijks boven het zand uit kregen er een tweede paaltje naast– zodat de wandelaar niet verdwaalt in wat anders een schier oneindige hoop witte bulten is. Voor alle zekerheid had ik de gps uit de wagen meegenomen –men raadt immers sterk aan een compas mee te nemen voor het geval er een zandstorm opsteekt.

Whites Sands, USA 2010

Meestal zijn het dus gewoon variaties op wit…

Whites Sands, USA 2010

…met her en der wat gras…

Whites Sands, USA 2010

…dat langzaam dichterbij komt.

Whites Sands, USA 2010

Heel uitzonderlijk duikt er ook eens wat plots groen op uit het niets.

De witte duinen lopen vol mieren, en naar het schijnt zijn er ook spinnen, scorpioenen en slangen, maar die ben ik gelukkig niet tegengekomen. Wel veel Bleached Earless Lizards, die haastig van voor mijn voeten en camera wegspurtten.

Whites Sands, USA 2010

Absoluut noodzakelijk: water, factor 70 zonnecrème, en een zonnebril –zelfs mét is het een ongemene schittering. De duinen bestaan grotendeels uit gypsum, en als die kristallen gaan samenklitten, kunnen die een woestijnroos vormen.

Whites Sands, USA 2010

White Sands is bij momenten redelijk populair. Er wordt van de duinen gesleed, er zijn avondlijke wandelingen (binenkort is er een Full Moon Hike), er wordt naar sterren gekeken, er zijn zelf theatervoorstellingen. Er is zelfs een picnic area voorzien.

Wright – Soleri

Het is niet al National Park wat de klok slaat natuurlijk. Onze road trip voerde ons langs Scottsdale, het Palm Springs of Beverly Hills van Arizona. Een gigantisch dure omgeving, met slechts één betaalbaar (om niet te zeggen: relatief goedkoop) en heel proper motel: de Days Inn, Scottsdale. Gelegen vlak naast de Fashion Square Mall.

Arches, USA 2010

Edoch, belangrijker (voor Tessa), was Taliesin West, het hoofdkwartier van de Frank Lloyd Wright Foundation, en tevens winter residentie van destijds Frank Lloyd Wright, en nu het winterverblijf van de Frank Lloyd Wright School of Architecture. Tessa en Henri schreven zich in voor een rondwandeling van 90 minuten (die uiteindelijk 150 minuten zou duren), terwijl ik in de tuin een boek las.

Arches, USA 2010

Achteraf reden we nog langs een paar gebouwen die Wright (mee) had ontworpen, zoals het Biltmore Hotel, Scottsdale (geen foto, de foto hierboven is van Taliesin)…

Arches, USA 2010

…en deze privéwoning die we enkel vanaf de openbare weg konden bekijken.

Arches, USA 2010

Tevens in Scottsdale, gingen we kijken bij Paolo Soleri, die vooral bekend is van zijn Arcosanti project (hebben we niet gezien), en zijn windklokken (Cosanti).

Arches, USA 2010

We konden er binnenkijken in de verschillende ateliers, waar de bellen vervaardigd en getest worden…

Arches, USA 2010

…al worden bezoekers vriendelijk verzocht geen foto’s van Soleri of zijn familie te maken.

Arches, USA 2010

Het wordt steeds warmer overigens; de road trip voert ons dan ook steeds zuidelijker. Daarnet zijn we –op uitdrukkelijk verzoek van Henri, die nu rustig ligt te snurken– nog even in het zwembad gedoken om af te koelen. Ik weet nog niet of ik de airco de ganse nacht ga aanlaten, want het ding maakt vreselijk veel lawaai. Al vermoed ik dat ik meer kans maak om te slapen in warmte dan met lawaai –het koelt tenslotte toch fiks af ’s nachts, in dit woestijnklimaat.

Island in the Sky

Aan de overkant van de straat waar Arches ligt (maar dan een paar tientallen mijlen dieper), liggen de Canyonlands. Tot voor kort was Arches mijn favoriete National Park –van die waar ik al geweest ben toch– maar de Canyonlands… wow. Het is goed vier keer zo groot als Arches (1.300 vs 300 vierkante km), en het is er dus mogelijk om er een ganse dag in rond te lopen zonder een andere levende ziel tegen te komen. Wij bezochten er dan nog maar een (heel) klein deel van, maar het park staat torenhoog op onze lijst van te herbezoeken plaatsen.

Canyonlands bestaat uit drie delen plus de twee rivieren die het park doorkruisen, Green River en de Colorado River. Wij bezochten een stuk van het Island in the Sky district, en lieten met spijt het Needles district en het enkel met 4WD bereikbare Maze links liggen. Wie er ooit in de buurt op uit trekt: vergeet de Grand Canyon en bezoek het ondergewaardeerde Canyonlands.

Arches, USA 2010

Wij begonnen vol goesting aan de Murphy Trail, goed voor een dikke 17 km wandelplezier. De 7,7 km op dit bord duiden enkel de afstand tot aan de White Rim Road aan, die weg moet nog eens drie kilometer afgestapt worden tot aan het terugkeerpunt, en vandaar is het opnieuw 7,7 km terug tot het vertrekpunt.

Arches, USA 2010

We vertrokken helemaal bovenaan het Island in the Sky plateau, waar we ongeveer dit zicht hadden (de foto hierboven heb ik gemaakt vanaf de Grand View Point Overlook, en toont een groot deel van wat we afgestapt hebben). Wat we toen nog niet wisten, was dat we helemaal tot aan dat subplateau zouden afdalen, en nadien nog tot aan de rand van het volgende plateau, dat gat links op de foto.

Arches, USA 2010

Dat ‘gat’, dat zag er vanop dat subplateau –8 kilometer verder– zo uit…

Arches, USA 2010

…en vervolgens zo, aan de rand van het ‘gat’ zelf.

Arches, USA 2010

Dan moesten we nog terugkeren, tot bovenop de berg daar aan de horizon, in het midden van bovenstaande foto.

Arches, USA 2010

Het was er ongeveer 40 graden; ik droeg een rugzak met vijf liter water erin, en Tessa en Henri hadden elk nog een fles van een liter bij zich. We hebben bijna alles opgedronken tijdens de tocht.

Arches, USA 2010

Bijna terug bij het vertrekpunt. Van hieruit dienden we nog een 300 meter te klimmen langs een steile bergwand, en vervolgens nog twee mijl terug naar de wagen te wandelen. Ik vind dit soort toestanden ongelooflijk wijs.

Grand View Point Overlook

Arches, USA 2010

Upheaval Dome Overlook Trail

Arches, USA 2010

Arches, USA 2010

Het zicht bovenop Whale Rock

Arches, USA 2010

Het zicht vanop de Green River Overlook

Arches, USA 2010

Arches, USA 2010

Arches, USA 2010

Arches: Devil’s Garden

De meest bekende trail in Arches mag dan wel die naar de Delicate Arch zijn, de langste ‘bewegwijzerde’ trail leidt de bezoeker rond in de Devil’s Garden. Wie gewoon het pad volgt, heeft minstens 7 mijl aan zijn been, wij namen er nog wat uitstapjes bij, en kwamen zo aan een dikke 10 mijl (of 16 kilometer). Drie jaar geleden hadden we om die reden de tocht nog links laten liggen.

Arches, USA 2010

Het begint nochtans allemaal heel braaf met een wandeling naar de Landscape Arch, met twee korte zijsprongen naar de Tunnel Arch (foto hierboven) en de Pine Tree Arch (foto hieronder).

Arches, USA 2010

Even voorbij de Landscape Arch wijzigt het brede verharde pad in een dun zandpad, en hernoemt het zich naar een primitive trail. Heel erg primitief zag het er nochtans niet uit, het werd wel wat steiler, en we dienden meteen ook wat rotsen te beklimmen. Henri was een beetje squeamish in het begin, maar dat veranderde al gauw toen ik hem meenam naar het uiteinde op één van de vinnen, dunnen rotsen die door erosie waren uitgesleten.

Arches, USA 2010

We hadden er een schitterend uitzicht op de Partition Arch (rechts boven achter Tessa en Henri), waar we meteen ook naartoe trokken.

Arches, USA 2010

Daarnet stonden we nog op de middelste vin, horizontaal ongeveer op het midden in de foto.

Arches, USA 2010

Navajo Arch ligt achter de Partition Arch (de eigenlijke arch ligt links en staat net niet op de foto); wie er op de rotsen klimt, wordt getrakteerd op een fantastisch uitzicht. Mja, we worden eigenlijk in de vier windrichtingen door schitterende landschappen verwend.

Arches, USA 2010

De typische vinnen in Devil’s Garden.

Arches, USA 2010

De Double O Arch van onderen…

Arches, USA 2010

…en van er bovenop. Die kleine stipjes zijn mensen (die ongeveer staan vanwaar ik de andere foto getrokken heb).

Arches, USA 2010

Meer vinnen, getrokken vanop de Private Arch. Vergis u niet, die dingen zijn gigantisch hoog.

Arches, USA 2010

Het pad was niet altijd even toegankelijk. Vlak voorbij de Private Arch moesten we een stuk slickrock af. Slickrock is een soort zandsteen met een korrelige, schuurpapierachtige structuur, die vaak veel grip geeft, maar niettemin ook verraderlijk glad kan zijn. Het stuk waar we af moesten ging net niet loodrecht naar beneden gedurende een meter of vijf. (Geen foto wegens iets te veel adrenaline.)

Arches, USA 2010

Een beetje verder versperde een gigantische plas het pad, waardoor we opnieuw een glad en steil stuk slickrock eerst op moesten klauteren en nadien ook weer moesten afdalen. Geheel ongevaarlijk evenwel, het ergste wat kon gebeuren was dat we in de goed halve meter diepe plas vielen. (Ook al geen foto –damn ik moet meer op zo’n dingen letten.)

Arches, USA 2010

Difficult hiking inderdaad. Het was zeker niet voor iedereen weggelegd –we zijn maar heel weinig mensen tegengekomen eigenlijk, terwijl er toch behoorlijk wat volk tot aan de Landscape Arch was gekomen. Een fantastische tocht!

Arches: Delicate Arch

Drie jaar geleden deden we een korte trip langsheen een aantal National Parks in Utah, Arizona, New Mexico en Colorado, om uiteindelijk in Nevada (Las Vegas) uit te komen. Het park dat ons het meeste was bijgebleven, was Arches, in Utah. De fragiele maar majestueuze bogen en de statige zandstenen vinnen hadden een diepe indruk nagelaten. Bij ons vorig bezoek was de lucht dramatisch donker door het onweer dat er woedde. Datzelfde onweer zorgde er toen voor dat noch Tessa noch Henri de toen toch iets te gevaarlijke tocht tot de boog mee ondernamen. Tessa keerde na een derde met haar moeder terug; Henri keerde na twee derde met zijn opa mee terug. Ik zette –in al mijn naïeve dwaasheid– door om er, met slechts een handvol andere onverlaten op een spectaculair zicht te worden getrakteerd.

Seattle, USA 2010

Deze keer was het iets minder dramatisch, maar eigenlijk niet minder spectaculair. En zowel Tessa als Henri konden er mee van genieten. De wandeltocht daarheen duurt niet zo lang, maar is wel redelijk steil. Eenmaal boven bevindt de arch zich aan het andere eind van een redelijk beangstigend afhellende trechter. Drie jaar geleden had ik al verschrikkelijke zin om die tot onderaan af te wandelen –daar bevindt zich een kleine oase– maar dat zou toen totaal onverantwoord geweest zijn met dat onweer. Geen onweer deze keer (85 graden F, bijna 30 graden C), dus toog ik onbevreesd naar beneden…

Seattle, USA 2010

…om achteraf te ontdekken dat die oase ook op een andere manier bereikbaar was. Die kleine stipjes op de foto, dat zijn de mensen die daarboven de Delicate Arch bezoeken.

Delicate Arch

Seattle, USA 2010

Seattle, USA 2010

Seattle, USA 2010

North & South Windows

Seattle, USA 2010

Seattle, USA 2010

Seattle, USA 2010

Seattle, USA 2010

Goblin Valley

“Toe, laat ons eens naar Goblin Valley rijden,” opperde Tessa toen we van Salt Lake City naar Moab reden. Iemand in Seattle had haar verteld dat dit Utahs best bewaarde geheim was, waar we absoluut heen moesten als we toch die richting uit gingen. Het zou een omweg van twee uur (heen-en-terug) worden, voorspelde juffrouw gps toen ik het háár suggereerde. “Zeker de moeite,” bevestigde Tessa nogmaals.

Seattle, USA 2010

Goblin Valley bestaat uit duizenden hoodoo rotsen, dat zijn van die lange rotspilaren die door eeuwen erosie zijn ontstaan. Het meest typische voorbeeld zijn die van Bryce Canyon. De hoodoo’s in Goblin Valley lijken dus erg op… goblins (of iets minder pc –de vallei werd eerst nog Mushroom Valley gedoopt door Arthur Chaffin in de jaren 20 van de vorige eeuw). “Op minder dan een uur zijt ge erdoor,” had Tessa nog beargumenteerd, en dat leek op het eerste gezicht wel te kloppen. We wandelden er één van de drie beschikbare trails af, en gingen vervolgens ad lib een beetje tussen de rotsblokken lopen (dat mocht).

Seattle, USA 2010

We zijn (ik ben –Henri ging het eerste stuk nog mee) zelfs naar boven geklommen –niet op één van die champignons (dat wordt afgeraden), maar op de grote bergrug die het park grotendeels insluit. Alwaar ik werd getrakteerd op een bijzonder mooi overzicht op de (andere kant van de) vallei.

Seattle, USA 2010

Uiteindelijk was het best de moeite van de omweg (al heb ik dat nog steeds niet toegegeven natuurlijk). De temperatuur was er al stukken beter dan in Seattle, zelfs met het voortdurend dreigende onweer waar we op de terugweg alsnog door moesten. Toen we het park uitreden, waren er zelfs een paar bambi-achtige dieren die vlak voor de wagen per se de straat nog over moesten. Een goed begin van de trip dus.

Seattle, USA 2010

Seattle, USA 2010

Seattle, USA 2010

Seattle, USA 2010

Seattle, USA 2010

Seattle, USA 2010

Seattle, USA 2010

Seattle, USA 2010

Werkvolk

Seattle, USA 2010

Het is hier gelijk niet veel anders dan thuis, wat Tessa betreft. Ze staat op voor de zon, komt thuis als de zon onder is, en gaat slapen… als het werk gedaan is. Enfin, which is: never, dus stopt ze maar als ik lang genoeg zaag en/of als ze zelf begint te voelen dat ze er daags nadien als een vod gaat bijlopen als ze nog drie minuten verder doet.

Henri is al niet veel beter. Die mat ik af met minstens één thema (Frans, wiskunde, spelling, taal) per dag, zodat we op tijd de lessen kunnen afronden. Het streefdoel is eigenlijk 2,5 thema’s per dag, maar als het bijvoorbeeld les Frans is, dan gaat dat iets minder vlot dan wanneer het over wiskunde gaat. Zelfs al moet hij getallen als 4.278.059 delen door 52 of 0,9 door 0,35 –zonder rekenmachine welteverstaan. Breuken, zegt u dat nog iets?