Ach, ik ben moeten weglopen, gisteren, na het tweede concert van Jazz & Sounds. Niet zozeer door de muziek (al was het allemaal een beetje ontgoochelend), maar omdat het niet meer te harden was van de koppijn.
Het was niet vanzelfsprekend voor Esa Pietilä om de schoenen van Colin Stetson te vullen, maar behalve misschien het laatste nummer ging het vooral om techniek en veel minder om de inhoud. Zou Joachim Badenhorst geen fantastisch manspersoon zijn om daar solo te zetten? Hoe we die hebben zien improviseren tijdens de Belgian Jazz Meeting in De Werf aan het begin van het seizoen…
Bij Henry Threadgill was het niet veel beter. Als de affiche zegt “Henry Threadgill – Zooid”, dan verwacht een mens voornamelijk Henry Threadgill. Edoch, Threadgill komt op, zegt niks, en begint. Of liever: hij laat zijn muzikanten beginnen. Hij speelt met moeite zelf, en dirigeert ook niet echt –meer dan een vaak nauwelijks merkbaar knikje naar de muzikanten zat er niet in. Ondertussen glijdt de aandacht van de muziek weg, en wacht het publiek angstvallig tot de inleiding voorbij is, en Threadgill in actie gaat schieten. Niet dus.
Hopelijk waren Hermeto Pascoal en Electric Barbarian wél de moeite. Of hebt u kunnen genieten van Satoko Fujii.
Vanavond strijkt Jazz & Sounds neer in de Miry zaal van het conservatorium (ik kan er helaas niet bij zijn), morgen kunt u terecht in De Bijloke voor o.a. Robin Verheyen. Tot dan!